Wetenschap

Tierende twitteraars in je tijdlijn

Opknopen, die wetenschappers

Wetenschappers worden betaald door het publiek. Maar wat als dat publiek niet zo vriendelijk reageert wanneer die wetenschappers een andere mening hebben dan zijzelf? ‘U zal uzelf een kritikus vinden. Ik vind u een moordenaar.’
9 november om 11:31 uur.
Laatst gewijzigd op 22 november 2020
om 16:16 uur.
november 9 at 11:31 AM.
Last modified on november 22, 2020
at 16:16 PM.
Avatar photo

Door Christien Boomsma

9 november om 11:31 uur.
Laatst gewijzigd op 22 november 2020
om 16:16 uur.
Avatar photo

By Christien Boomsma

november 9 at 11:31 AM.
Last modified on november 22, 2020
at 16:16 PM.

‘Ja, helaas nemen nog veel te veel mensen die @Lbatstra serieus… ritueel slachten lijkt me beter’, twitterde @spekkie70 een poos geleden.

Spekkie70 was het niet eens met klinisch psycholoog Laura Batstra. Zij stelt immers dat drukke kinderen veel te gemakkelijk de diagnose ADHD kregen mét bijbehorende medicatie. Niet de kinderen zijn het probleem, vindt ze, maar onze veeleisende, intolerante maatschappij.

Twitteraar Spekkie70 was niet de enige die boos was. ‘Door relschoppende, hetze-voedende types als u heb ik bijna zelfmoord gepleegd, omdat ik me zo erg schaamde voor mijn ADHD dat ik geen extra medicijnen durfde te slikken naarmate ik volwassen werd. … U zal uzelf een kritikus vinden, iemand die verder kijkt. Ik vind u een moordenaar….U bent een monster’, mailde een andere criticaster. En wat te denken van deze: ‘U dacht; laat ik mijn eigen bekrompen ideeën eens op papier zetten en kijken of er markt voor is?’

Niet leuk

‘Het is gelukkig een stuk minder geworden’, vertelt Batstra nu. ‘Maar toen mijn boek Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen uitkwam was het bepaald niet mals. Vooral ouderverenigingen waren ongelooflijk fel. Ik heb me vaak afgevraagd: als ik het had geweten, had ik het dan ook gedaan? Want die kritiek van boze ouders, dat is níet leuk.’

Ik kon natuurlijk zomaar een stoel naar mijn hoofd krijgen tijdens een lezing

Laura Batstra

Maar, zegt ze, ze begreep het ook wel. Want hoezeer ze ook overtuigd was van haar visie, voor deze ouders gaf de classificatie houvast. Zij haalde iets weg dat hen rust gaf en begrip. En ja, daar werden ze heel boos van. ‘Tot bedreigingen aan toe’, vertelt ze. ‘Als noorderling denk ik dan: het zal wel meevallen, maar ja, ik kon natuurlijk zomaar een stoel naar mijn hoofd krijgen tijdens een lezing.’

Wat bovendien hielp was het feit dat heel veel mensen het ook gewoon met haar eens waren. Waar Spekkie70 opriep tot rituele slachting, waren er anderen die zich juist door haar gesteund voelden. ‘Mij werd voorgehouden dat ik het niet goed zag, ik mijn kind tekort deed… Uw boek vertelt mijn verhaal, dank u wel!’

Gevoelige thema’s

Steeds vaker krijgen wetenschappers te maken met een publiek dat iets vindt van hun onderzoek, of de standpunten die ze uitdragen vanwege hun onderzoek. Bioloog Chris Smit bijvoorbeeld: hij houdt zich bezig met de terugkeer van de wolf in Nederland, maar pleitte onlangs ook voor een losloopverbod op katten. 

Hoogleraar recht en samenleving Jan Brouwer kreeg ervan langs toen hij stelde dat vele coronamaatregelen in strijd zijn met de Grondwet. Zelfs chemicus Sijbren Otto krijgt soms verontruste mails van mensen die vrezen dat hij met zijn pogingen om leven te creëren in een reageerbuis tegen Gods geboden ingaat. Stuk voor stuk zijn het gevoelige thema’s waar een levendig maatschappelijk debat over wordt gevoerd.

Jij bent krankzinnig! Ik zie het aan uw baard en uw ogen!

Chris Smit

De reacties zijn lang niet altijd negatief. Smit kreeg zelfs meer steunbetuigingen dan hatemail voor zijn kattenstandpunt; Brouwer zag een duidelijke omslag tegen het einde van de lockdown. Waar het publiek hem eerst aan de schandpaal wilde nagelen, kreeg hij een paar weken later alle lof en steun voor zijn standpunten. Batstra ontdekte dat het weliswaar jaren duurde voor het debat ‘haar kant’ op draaide, maar dat deed het uiteindelijk wel.

Maar het kan veel zijn. Héél veel.

Geen sociale media

‘Jij bent krankzinnig! Ik zie het aan uw baard en uw ogen!’ kreeg Smit toegeworpen binnen tien seconden na de uitzending van Nieuwsuur die aandacht aan zijn standpunt besteedde. ‘Ik schaam me dat ik in Groningen gestudeerd heb’, kreeg Brouwer in de mail. 

Sommigen proberen zichzelf te beschermen door sociale media te vermijden. Smit keek heel bewust niet naar Facebook en Twitter. ‘Want na Nieuwsuur en Jinek ging het redelijk los’. Brouwer besloot al jaren geleden dat sociale media niets voor hem waren. Ook Sijbren Otto houdt zich er verre van.

Maar stoppen met het publieke debat, als dat debat de mailbox bereikt, is geen optie. Sterker nog: de interactie is waardevol. ‘Ik heb toch het idee dat mensen die de moeite nemen je mailadres te achterhalen en te schrijven, iets nadenkender zijn’, weet Smit. ‘Er zaten ook rare reacties bij, maar een groot deel heeft ook wel goede argumenten.’

Het gesprek aangaan

Brouwer maakte er een gewoonte van om mensen een antwoord te sturen. ‘Bijna altijd krijg je iets terug als: goh, wat aardig dat u de moeite neemt om te antwoorden. Ik begrijp het nu’, zegt hij. ‘En dan hebben ze je uitgemaakt voor alles wat lelijk en mooi is, hè?’ Een keer eindigde zo’n mailwisseling er zelfs mee dat de mailer hem een verblijf in zijn tweede huis in Frankrijk aanbood. 

Wat aardig dat u de moeite neemt om te antwoorden. Ik begrijp het nu

Jan Brouwer

‘Als mensen die niet in het veld zitten mailen, dan zet dat je aan het denken’, vindt Sijbren Otto. Hij krijgt soms mails vanuit christelijke hoek. Vaak komt hij er niet uit met zijn criticasters, omdat de verschillen van inzicht té fundamenteel zijn. ‘Ik heb wel eens gedacht:  ik wist niet dat er zulke gemene dingen in de Bijbel stonden! Op die mail heb ik ook niet gereageerd. En als mensen ervan uitgaan dat er een schepper is geweest en ik zeg: “Nee, daar geloof ik niks van”, dan gaan we het niet eens worden.’

Maar als het even kan, dan gaat hij het gesprek aan. Hij wil graag verduidelijken wat hij aan het doen is en uitleggen waar zijn onderzoek wel, maar ook zeker niet toe gaat leiden. ‘Met uitleg neemt het begrip wel toe. Het hoort bij onderzoek doen dat als je iets nieuws ontdekt, je dat niet alleen deelt met je vakgenoten, maar ook het bredere publiek.’

Soms kan hij het misschien zelfs iets makkelijker voor mensen maken. ‘Dan leg ik uit dat het feit dat ik leven probeer te maken in een reageerbuis, niet uitsluit dat God het leven gemaakt heeft’, zegt hij. ‘Een kip legt een ei en dat wordt een nieuwe kip. Alleen is het nu geen ei en wordt het geen kip’, zegt Otto.

Tijd en energie

Voor Batstra vormt de interactie met het publiek zelfs de kern van wat ze doet. ‘Ik haal mijn onderzoek uit de samenleving en ik breng het er ook weer naartoe’, zegt ze. ‘Het is makkelijk om in je eigen cocon te blijven, maar dat houdt je niet scherp.’

Ik wist niet dat er zulke gemene dingen in de Bijbel stonden!

Sybren Otto

Tegelijk is er weinig oog voor de tijd en energie van dat debat in een cultuur waarin je wordt afgerekend op de subsidies die je hebt binnengehaald, de handboeken die je hebt geschreven en de toppublicaties die je hebt afgeleverd. ‘De interactie met het publiek, de lezingen, de scholen die je hebt bezocht, die dingen kosten ongelooflijk veel tijd. Er is wel iets meer waardering voor, de laatste tijd, maar nog steeds is de impact iets dat je erbij moet doen’, zegt Batstra.

Ze is iets voorzichtiger geworden in de loop der jaren. Niet dat ze haar mening voor zich houdt. Daar is ze de vrouw niet voor. Bovendien ziet ze het als haar taak om haar kennis te delen en een bijdrage te leveren aan belangrijke maatschappelijke debatten. ‘Maar ik formuleer wel genuanceerder. Ik zeg niet meer: “Medicatie is de makkelijke weg”, maar “natuurlijk zijn er situaties dat je blij bent dat je die pillen hebt, máár…”’ 

En Smit zorgt vooral dat hij geen uitglijders begaat. Iedere keer als hij een standpunt uitdraagt, krijgt hij zijn argumenten scherper. ‘Maar ik moet goed voor de dag komen. Ik moet niet nat gaan op onwaarheden of onzorgvuldigheden.’

Zoals die keer dat hij voorstelde dat mensen die hun kat niet binnen wilden houden, misschien beter een konijn konden nemen. ‘Toen kreeg ik de voorzitter van de konijnenvereniging op mijn dak.’

Engels