Wetenschap

Andreas Schmidt kijkt ver vooruit

Ook toekomstige mensen verdienen onze zorg

Aan de lange termijn denken gaat verder dan de toekomst van je kinderen of kleinkinderen. Volgens RUG-filosoof Andreas Schmidt moeten we zorg dragen voor alle mensen die nog niet zijn geboren. Ze zouden zelfs vertegenwoordigd moeten worden in het parlement.
29 maart om 16:26 uur.
Laatst gewijzigd op 29 maart 2022
om 16:26 uur.
maart 29 at 16:26 PM.
Last modified on maart 29, 2022
at 16:26 PM.
Avatar photo

Door Christien Boomsma

29 maart om 16:26 uur.
Laatst gewijzigd op 29 maart 2022
om 16:26 uur.
Avatar photo

By Christien Boomsma

maart 29 at 16:26 PM.
Last modified on maart 29, 2022
at 16:26 PM.

Andreas Schmidt probeert een goede vent te zijn. Hij is vegetariër, omdat hij het idee van ‘levende wezens die gemarteld en geslacht worden’ maar niks vindt. Hij geeft om het milieu. Hij probeert anderen te helpen en niemand kwaad te doen.

En toch was zijn eerste gedachte toen hij over longtermism hoorde: waarom zou ik me hier druk om moeten maken? ‘Ik bedoel: het idee leek nogal vergezocht, weet je? Een beetje raar.’ 

We moeten denken aan mensen die over honderd miljoen jaar leven

Dat is geen vreemde reactie. Hoewel we het er allemaal wel zo’n beetje over eens zijn dat het belangrijk is om verder te kijken dan de volgende verkiezingen, zien we de toekomst doorgaans als de tijd waarin onze kinderen en kleinkinderen zullen leven. ‘We denken er misschien aan om de pensioenfondsen wat te verbeteren’, zegt Schmidt. ‘En dat is natuurlijk heel belangrijk, maar dat is niet echt waar het hier om gaat. Pensioenfondsen zijn niet echt een topprioriteit als je geeft om mensen die over een miljoen jaar leven.’  

Dat is precies wat longtermists doen. Zij stellen dat als je iets goeds wilt doen in deze wereld, de prioriteit moet liggen bij projecten die op de lange termijn gunstig zijn voor onze afstammelingen. ‘Je moet dan dus denken aan mensen die over duizend jaar leven of zelfs over honderd miljoen jaar. Alle potentiële toekomstige afstammelingen van de mensheid.’ 

Waarom zou je dat doen? Omdat er veel meer van hen zijn dan van ons, de mensen die nu leven. Dus als je goed wilt doen en zoveel mogelijk mensen wilt helpen, moet je het juiste doen voor hén. En dat betekent dat je je prioriteiten moet wijzigen. 

Dezelfde behoeftes

Toch was Schmidt – die ook een effectief altruïst is, wat betekent dat hij zo effectief mogelijk goed probeert te doen – niet meteen overtuigd toen hij over deze zienswijze hoorde. ‘Ik vond het lastig, emotioneel gezien’, zegt hij. ‘Ik vond: we hebben nu al zoveel problemen, waarom moeten we ons druk maken om mensen in de verre toekomst?’

Maar hij is sindsdien van gedachten veranderd. Ten eerste omdat hij zich realiseerde dat de behoeftes van toekomstige mensen doorgaans vrij goed samengaan met het zorgdragen voor je kinderen of kleinkinderen. En ten tweede vindt hij het spannend om te zien waarheen filosofische argumenten hem leiden. ‘Soms kom je op verrassende plekken terecht. En veel mensen zullen hun leven omgooien als ze door een sterk argument overtuigd worden.’ 

Waarden als democratie en vrijheid zijn omschreven voor bestaande mensen

Dit bewuste argument, denkt hij, zal iedereen die er even over nadenkt eenvoudig overtuigen. Het belangrijkste dat je kunt doen voor die verre mensen is ervoor zorgen dat ze überhaupt een leven hebben, nietwaar? Dus dan is het nogal wiedes dat we tijd en energie moeten besteden aan het afzwakken van ontwikkelingen die het bestaan van de mensheid bedreigen. 

Neem klimaatverandering, een voor de hand liggend voorbeeld. Andere kwesties komen misschien niet zo vaak voor, maar kunnen dan wel voor een groot probleem zorgen. ‘Zoals wereldwijde pandemieën’, zegt Schmidt. ‘Ook die door de mens gecreëerd worden. Of een kernoorlog, waar mensen helaas nu natuurlijk weer veel aan denken.’   

Andere potentiële problemen hebben te maken met kunstmatige intelligentie, zegt Schmidt. Onderzoekers noemen het ‘het uitlijningsprobleem’ – de zorg dat kunstmatige intelligentie de menselijke intelligentie zal overtreffen en dat zijn doelen niet meer overeenkomen met de onze. Of het controleprobleem, waarbij superslimme kunstmatige intelligentie de mensheid gaat overheersen. ‘Dit zijn de meer verrassende kwesties waar je je op moet richten als je werkelijk geeft om het langetermijnperspectief’, zegt Schmidt. ‘Dan kun je mogelijk echt het verschil maken.’ 

Toekomstbestendig

En dus is Schmidt zijn onderzoek langzaam aan het verleggen naar onderwerpen waar hij een bijdrage kan leveren. ‘Ik ben een politiek filosoof’, zegt hij. ‘Dat betekent dat ik me bezighoud met de manier waarop we onze instituties bouwen. Je wilt goed functionerende politieke instellingen die een crisis kunnen weerstaan.’ 

Denk aan een gezondheidszorgsysteem dat met een pandemie kan omgaan, een stevige wetenschappelijke sector die met politici kan samenwerken om welk probleem maar hun kant op komt aan te pakken. Een gezonde, duurzame economie. ‘Het is enorm belangrijk om economische groei los te koppelen van fossiele energie en na te denken over de verdeling van inkomen en vermogen, maar ik ben waarschijnlijk positiever over economische groei dan de meeste mensen. Het heeft ook waarde voor de groei van de samenleving, omdat het vaak leidt tot stabiele gemeenschappen die meer samenwerken.’ 

Schmidt vraagt zich af: hoe bouw je een toekomstbestendige samenleving? En houden waarden die we nu belangrijk vinden, zoals vrijheid, gelijkheid, gerechtigheid en democratie, ook stand als je de belangen van honderden biljoenen potentiële mensen in ogenschouw neemt? ‘Deze waarden zijn omschreven voor bestaande mensen’, zegt hij. ‘En het is de vraag of onze democratieën wel kunnen omgaan met dit soort langetermijnuitdagingen.’  

Democratie hervormen

Toch gelooft hij niet dat autoritaire systemen het antwoord zijn – hoewel er mensen zijn die dat anders zien. ‘Die mensen kiezen precies de voorbeelden uit waarbij autoritaire landen het net iets beter doen. Maar als je er systematisch naar kijkt, zijn ze niet beter uitgerust om met issues zoals klimaatverandering om te gaan en ze doen het zeker niet beter als het gaat om kwesties zoals het voorkomen van een kernoorlog.’ 

Hij realiseert zich wel dat democratieën ook bij lange na niet genoeg doen voor de toekomst. ‘Dus hoe kunnen we democratische instituties hervormen voor de lange termijn? Hoe kunnen we bijvoorbeeld zorgen dat toekomstige generaties vertegenwoordigd worden?’ 

Autoritaire systemen zijn ook niet uitgerust om langetermijnproblemen aan te pakken 

Een ministerie is een mogelijkheid, of een ombudspersoon. Kleine veranderingen die heel haalbaar zijn. In Wales hebben ze al zo’n ombudspersoon. Hongarije had er ook eentje, maar schafte hem weer af, net als Israël. 

Je zou ook nog een ‘Kamer’ kunnen toevoegen aan het parlementaire systeem. Nu heb je de Tweede Kamer waar de wetten worden gemaakt en de Eerste Kamer die ze controleert. Maar er zou een Derde Kamer kunnen komen waar gecheckt wordt of die wetten wel toekomstbestendig zijn. ‘Toekomstige generaties zijn de grote meerderheid in de menselijke geschiedenis, maar desondanks hebben ze geen invloed op belangrijke zaken als klimaatverandering of het gebruik van kernwapens. Geen stem, geen enkele vertegenwoordiging.’

Morele vooruitgang

Het is een interessante gedachte. Maar zouden politici werkelijk bereid zijn om hun agenda’s te laten dicteren door mensen die niet kunnen stemmen? Is dat niet wat vergezocht? 

Schmidt glimlacht. Het zou niet de eerste keer zijn dat mensen volkomen van gedachten veranderen, zegt hij. ‘Nog niet zo lang geleden vonden mensen dat vrouwen minder waard waren dan mannen en dat je je niet evenveel om ze hoefde te bekommeren. Dat geldt ook voor rassengelijkheid, LGBTQ-rechten en rechten voor niet-menselijke wezens. In de 19e eeuw zouden de discussies die we nu hebben heel raar zijn overgekomen op mensen. Door morele vooruitgang, goede argumenten en sociale bewegingen zijn we ons gaan realiseren dat we bepaalde groepen onterecht uitsloten.’ 

Wat hij maar wil zeggen: mensen kunnen veranderen. Mensen kunnen empathisch zijn. Misschien niet allemaal tegelijk, maar langzaam maar zeker. ‘Ik zou me niet willen richten op de vraag of we perfect kunnen zijn, maar of we dingen kunnen verbeteren.’ 

Hij gelooft dat mensen dat ook willen. ‘Bij veel van de projecten die we nu al waardevol vinden, gaan we er impliciet vanuit dat ze na onze dood voortgezet zullen worden. Als we wisten dat dat niet zou gebeuren, zouden ze enorm aan waarde inboeten.’

Engels