Universiteit
Protest voor sociale veiligheid voor het Academiegebouw, begin maart van dit jaar. Foto Zuzana Ľudviková

Onmogelijke eisen en een dwingende RUG

Na de bezetting: hoe nu verder?

Protest voor sociale veiligheid voor het Academiegebouw, begin maart van dit jaar. Foto Zuzana Ľudviková
Hoe kon het zover komen dat een groep studenten voor de tweede keer het Academiegebouw bezette? Waarom vroeg het college van bestuur de politie daar een eind aan te maken en ging dat gepaard met veel gesjor en soms een wapenstok? En hoe kunnen studenten en universiteit met elkaar verder?
24 mei om 11:50 uur.
Laatst gewijzigd op 24 mei 2023
om 12:05 uur.
mei 24 at 11:50 AM.
Last modified on mei 24, 2023
at 12:05 PM.
Avatar photo

Door Giulia Fabrizi

24 mei om 11:50 uur.
Laatst gewijzigd op 24 mei 2023
om 12:05 uur.
Avatar photo

By Giulia Fabrizi

mei 24 at 11:50 AM.
Last modified on mei 24, 2023
at 12:05 PM.
Avatar photo

Giulia Fabrizi

Nieuwscoördinator Volledig bio »
News coordinator Full bio »

Hoe de politie-ontruiming in het Academiegebouw op 25 april precies verliep, daar bestaan verschillende verhalen over. ‘Niet één of twee, maar meer’, zei collegevoorzitter Jouke de Vries onlangs in de universiteitsraad (u-raad). 

En precies dat lijkt een steeds groter wordend pijnpunt te worden binnen de universiteit. Volgens de RUG staat sociale veiligheid hoog op de agenda en staat ze open om er met studenten over te praten.

Maar dat lukt niet, want Occupy RUG is moeilijk benaderbaar, stelt onmogelijke eisen en vertegenwoordigt slechts een klein groepje mensen. Zegt de universiteit.

De studenten van Occupy RUG vinden op hun beurt  dat de universiteit veel zegt maar weinig doet als het op sociale veiligheid aankomt. Dat ze vooral bezig is haar eigen imago te beschermen, terwijl mensen zich onveilig blijven voelen. En dat de universiteit een beeld van Occupy RUG schetst dat verre van waar is, maar waar de studenten zich niet constant tegen kunnen verdedigen. 

UKrant probeert in een aantal veelgestelde vragen de impasse te laten zien.

Om bij het begin te beginnen: wie is Occupy RUG en waar gaan de bezettingen over?

Occupy RUG is een groep studenten die zich zorgen maakt over hoe de universiteit omgaat met sociale veiligheid. ‘De groep is spontaan ontstaan naar aanleiding van het ontslag van Susanne Täuber’, zegt derdejaars R. ‘Op dit moment zijn er zo’n tachtig mensen actief bij betrokken’, zegt tweedejaars J. 

Er zijn niet één of twee versies van de ontruiming, maar meer

Beide studenten zijn vanaf het begin betrokken geweest en waren op 25 april aanwezig tijdens de bezetting die door de politie beëindigd werd. ‘We zijn met meer dan alleen de mensen die erbij waren’, zegt R. ‘Maar niet iedereen kan het riskeren om zich hierover publiekelijk uit te spreken of te laten zien.’ 

Na de eerste bezetting van het Academiegebouw op 22 maart leken het universiteitsbestuur en de studenten tot gezamenlijke afspraken te zijn gekomen. Hoe kon het gesprek op 25 april dan zo vast komen te zitten?

Op 23 maart publiceert de universiteit een statement dat samen met de studenten is opgesteld. Daarin wordt gezegd dat er een vervolgafspraak komt om verder te praten over de nieuwe punten waar de universiteit nog aan kan werken. Maar die vervolgafspraak komt er nooit.

Volgens Jouke de Vries is het lastig communiceren met de studenten. ‘We hebben wel gesprekken, maar de volgende dag kunnen er zo weer twee andere vertegenwoordigers zitten’, zei hij in de u-raad. 

In het feitenrelaas dat de RUG over de gebeurtenissen publiceerde, staat dat de studenten een voorgestelde afspraak voor 11 april afzeggen. Vervolgens wordt een afspraak voor 25 april pas de avond daarvoor bevestigd. Het beeld ontstaat dat de studenten moeilijk zijn om mee samen te werken.

Maar de universiteit vertelt maar een deel van het verhaal, zeggen de studenten. ‘De eerste onderhandelingen waren zwaar, maar we waren over het algemeen tevreden met het gezamenlijke statement’, zegt J. Totdat de universiteit de afspraken nog eens doornam en de studenten achteraf liet weten op de meeste afspraken geen nieuwe acties te zullen ondernemen. ‘Toen beseften we dat de universiteit op belangrijke punten niet concreet zou doorzetten.’ 

Zoals op het afgesproken punt om een victim-based approach toe te passen in alle lagen van de hulpstructuur. ‘Ze lieten ons in aanloop naar een volgend gesprek weten dat ze het al bestaande systeem van hoor- en wederhoor wilden blijven houden, dus dat ze mensen bij elkaar blijven brengen’, zegt R. ‘Maar het hele punt van victim-based is dat het slachtoffer niet onnodig met een dader geconfronteerd wordt, omdat dit traumatiserend kan zijn.’ 

Hoe verliepen de gesprekken tijdens de bezetting op 25 april? Verwachtten de studenten echt dat ze Susanne Täuber weer aan het werk konden krijgen?

‘Natuurlijk hoopten wij dat ze weer een baan zou krijgen’, zegt J. ‘Want als de universiteit dat had gedaan, dan had ze ook daadwerkelijk toegegeven dat er een structureel probleem is.’ Het ging de studenten daarbij niet om Täuber als persoon, maar voornamelijk om de positie die zij als onderzoeker en voorvechter van sociale veiligheid binnen de universiteit had. 

Natuurlijk hoopten wij dat Susanne Täuber weer een baan zou krijgen

De universiteit zegt dat ze verrast was door de eisen die tijdens dat gesprek op tafel werden gelegd en dat die niet eerder waren besproken. Ook stelt de RUG dat ze niet kan reageren op persoonlijke zaken, en helemaal niet als die mogelijk nogmaals bij de rechter komen te liggen. Dus de niet-onderhandelbare eis dat Täuber haar baan terug zou krijgen, zorgde er volgens de universiteit voor dat het gesprek stil kwam te liggen. 

‘Die eis was niet nieuw, die hebben we de eerste keer ook al met ze gedeeld’, zeggen de studenten. 

Ondertussen bezette een vijftigtal studenten de trap van het Academiegebouw. Wat gebeurde er in de hal?

Volgens de universiteit zaten de studenten demonstratief op de trap, hingen ze spandoeken op, maakten ze veel geluid en hinderden ze de dagelijkse gang van zaken. Zo is een evenement van Studium Generale ‘dat bezocht werd door veel oudere bezoekers’ naar de UB verplaatst, omdat de bezoekers zich onveilig voelden.

Onzin, zeggen de studenten. ‘Ze doen alsof wij onhandelbaar waren’, zegt J. ‘Maar wij hadden een goede relatie met iedereen die daar was. We maakten ruimte zodat de oudere mensen er langs konden en we waren stil. We werden door de organisatie zelfs uitgenodigd om ook naar de lezing te komen luisteren.’

Van het verstoren van colleges was geen sprake. ‘Er waren zelfs studenten die de hele middag in de koffiecorner studeerden. Hoe konden zij dat doen als wij echt zo luid waren?’

Volgens de studenten zet de universiteit voortdurend een beeld neer dat niet klopt. ‘Het zijn gewoon leugens’, zegt R. ‘Maar wat moeten we doen, alles ontkrachten? Dan reageren zij daar weer op en dan blijven we in een eindeloze cirkel rondgaan.’

Tegen zeven uur ’s avonds besloot de universiteit dat de studenten eruit moeten. Had het college van bestuur ze niet gewoon kunnen laten zitten in plaats van om ontruiming door de politie te vragen? 

De studenten wilden niet per se in het gebouw blijven slapen, maar wilden blijven totdat het college van bestuur hun eisen zou inwilligen. Daarbij wilden ze de dagelijkse gang van zaken in het Academiegebouw rustig door laten gaan, zeggen ze. Wat ze wilden, was dat het cvb structurele problemen rondom sociale veiligheid erkent, te beginnen bij het opnieuw aannemen van Täuber alvorens haar contract afliep op 30 april.

Moeten we dan alles ontkrachten? Dan blijven we in een eindeloze cirkel rondgaan

Het cvb interpreteerde dit als twee niet-onderhandelbare eisen: enerzijds het opnieuw aannemen van Täuber en anderzijds dat ze tot 1 mei in het Academiegebouw wilden blijven, zei collegevoorzitter De Vries. En daar was het cvb het niet mee eens. 

Hen in het gebouw laten blijven, was volgens de universiteit geen optie, omdat de gesprekken vastliepen. Ook stelt de universiteit dat de dagelijkse bedrijfsvoering verstoord werd, omdat het Academiegebouw een plek is waar dagelijks colleges, oraties en diploma-uitreikingen zijn. 

Vanaf het moment dat de politie erbij kwam, werd het grimmig. De studenten van Occupy RUG zeggen dat er politiegeweld is gebruikt. Maar wanneer kun je daar van spreken?

‘Als het geweldsmiddel dat de politie inzet niet proportioneel en niet subsidiair is aan de situatie of gedrag waarin het gebruikt wordt’, legt universitair docent Laura Keesman uit. Zij promoveerde in april op onderzoek naar geweldsituaties in politiewerk en in de interactie tussen politie en burgers, en liep daarvoor de afgelopen jaren vaak met de politie mee, ook tijdens demonstraties.

‘De politie heeft in Nederland een monopolie op geweld. Als de situatie daarom vraagt, dan mogen die geweldsmiddelen inzetten, daar is ze toe bevoegd en op getraind’, zegt ze. Welke middelen wanneer toegepast mogen worden, is wettelijk bepaald. ‘Voor een politieoptreden tijdens een demonstratie wordt in principe met iedereen besproken wat er wordt verwacht, welke kaders er zijn en welke stappen de politie mogelijk kan en mag gaan inzetten om de situatie op te lossen. Dat geldt ook voor het gebruik van geweld.’

En achteraf wordt de inzet altijd intern geëvalueerd. ‘De bedoeling is dat een agent moet kunnen uitleggen waarom bepaalde acties zijn uitgevoerd of toegepast’, zegt Keesman. ‘We kunnen pas van politiegeweld spreken als blijkt dat het toegepaste geweld niet in verhouding staat tot de situatie of het gedrag van burgers.’

De evaluatie van de gebeurtenissen op 25 april is nog niet afgerond. Maar of er daarna publiekelijk iets over gezegd wordt, is nog de vraag. ‘Het is niet gebruikelijk dat we dat doen, maar over deze zaak is het nog niet zeker’, zegt een woordvoerder van de politie Noord-Nederland.

Wie is er verantwoordelijk voor de inzet van de politie?

Als de politie wordt gevraagd om een demonstratie of bezetting te beëindigen, dan bepaalt de politie in grote mate zelf de manier waarop ze dat doen, zegt Keesman. Maar, benadrukt ze, degene die de politie inschakelt is in eerste instantie verantwoordelijk voor het feit dat de politie erbij komt en wat daaruit volgt.

Het cvb had zich moeten realiseren wat het betekent als ze de politie inschakelt

‘Het college van bestuur had zich vooraf moeten realiseren wat het betekent als ze de politie vraagt om een situatie op te lossen’, zegt Keesman. ‘Als ze de politie inschakelt, dan besluit ze in feite dat studenten door de politie weggehaald mogen worden als ze niet zelf weggaan. Dat ziet er meestal niet fraai uit. En ze hebben rekening moeten houden met het feit dat de politie – mits proportioneel en subsidiair – geweld mag en kan gebruiken.’

Hoe nu verder?

Dat blijkt een moeilijke vraag. Volgens de studenten ligt de bal nu bij de universiteit. ‘Het is duidelijk dat er zowel studenten als medewerkers zijn die erg ontevreden zijn over de huidige stand van zaken’, zegt R. van Occupy RUG, ‘En dat zijn er meer dan we kunnen zien, omdat veel van hen zich niet durven uit te spreken vanwege de mogelijke consequenties voor hun studie of werk. De universiteit moet nu actie ondernemen.’

Ondertussen staat volgens RUG-baas Jouke de Vries de deur open om verder te praten, maar vreest hij wat er mogelijk nog zal volgen. ‘Als we op deze manier verder gaan, raakt het repertoire dat we kunnen inzetten uitgeput en komen we op een plek uit waar we helemaal niet willen zijn.’

Over verdere acties willen de studenten nog niets zeggen. ‘Voor nu moedigen we studenten en staf vooral aan om de petitie te tekenen die tijdens het laatste protest werd begonnen’, zegt J. ‘We moeten over dit onderwerp blijven praten en de discussie hardop blijven voeren.’

Engels