Onderwijs
Ingrid van Engelshoven Foto © Valerie Kuypers

Minister Ingrid van Engelshoven

Boksen op alle fronten

Ingrid van Engelshoven Foto © Valerie Kuypers
Hoe gaat onderwijsminister Ingrid van Engelshoven de geschiedenisboeken in? Als de minister die streed voor diversiteit in het onderwijs, of als de minister die felle kritiek kreeg van activisten én bestuurders?
Door Bas Belleman (Hoger Onderwijs Persbureau)
23 december om 10:04 uur.
Laatst gewijzigd op 12 januari 2022
om 11:45 uur.
december 23 at 10:04 AM.
Last modified on januari 12, 2022
at 11:45 AM.

Pijnlijk: minister Ingrid van Engelshoven (D66) houdt in 2019 voor de opening van het academisch jaar een toespraak bij de universiteit Leiden. Net op die dag haalt haar gastheer, rector magnificus Carel Stolker, in het Financieele Dagblad keihard naar haar uit en noemt haar beleid ‘desastreus’. Even verderop staan honderden actievoerders van WOinActie te roepen om haar aftreden.

Twee jaar eerder leek er nog geen vuiltje aan de lucht. D66 vierde feest: ‘de onderwijspartij’ leverde eindelijk een minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Zelfs in de paarse kabinetten van de jaren negentig was dat niet gelukt.

Oudgediende

De partij schoof oudgediende Ingrid van Engelshoven naar voren. Die was al partijlid in haar studententijd, werkte als secretaris van D66-oprichter Hans van Mierlo en was partijvoorzitter nadat de partij vrijwel weggevaagd werd bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2006. Ze was ook nog zeven jaar wethouder in Den Haag (van onder meer onderwijs) en ging daarna de Tweede Kamer in. 

Ze zegt in elke zin een paar keer ‘eh’ en houdt niet van oneliners

Een vlotte prater is ze nooit geweest. Ze zegt in elke zin een paar keer ‘eh’ en houdt niet van oneliners. Bijzonder veel ervaring met hoger onderwijs en onderzoek had ze ook niet toen ze minister werd. Maar wel veel politieke en bestuurlijke ervaring dus. En dat kon het ministerie wel gebruiken.

Ingrid van Engelshoven in het kort

Ingrid van Engelshoven (1966) ging in België naar de middelbare school. Ze deed politicologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en rechten aan de Universiteit Leiden. Ze was partijvoorzitter van D66 en wethouder Onderwijs in Den Haag. Ze was partner bij een adviesbureau en directeur van de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik. In oktober 2017 werd ze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in het kabinet Rutte III. Sinds 15 januari 2021 is het kabinet demissionair.

Coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie verschilden flink van mening over onderwijs en onderzoek. Neem alleen al de basisbeurs. VVD en D66 schaften die in 2015 al af, CDA en ChristenUnie wilden hem terug. Het leidde tot een moeizaam compromis: een korting op het collegegeld in het eerste studiejaar en een hogere rente op studieschulden (dat laatste strandde in de Eerste Kamer).

Gevoelig

Er zaten veel meer gevoelige onderwerpen in de portefeuille: selectie aan de poort, verdeling van onderzoeksgeld, het bindend studieadvies (bsa), kansongelijkheid. De minister zou moeten laveren – maar dat zou Van Engelshoven, met al haar ervaring, bij uitstek moeten lukken.

Hoe kon het dan toch zo mis gaan? 

Omdat men van een D66-minister meer verwachtte: meer geld en meer progressief beleid. De eerste smet op haar blazoen: de ‘doelmatigheidskorting’ op het onderwijs van 183 miljoen euro, waarvan bijna 44 miljoen voor rekening kwam van het hoger onderwijs.

Zelfs de politieke jongeren van VVD waren woedend. De basisbeurs was toch afgeschaft om extra geld in het hoger onderwijs te steken? Hoe kun je dan tegelijkertijd geld afromen?

Zwak verwijt

Als minister van dé onderwijspartij beginnen met een bezuiniging, dat was niet ideaal. Maar haar antwoord op alle kritiek hielp ook niet echt. De universiteiten en hogescholen moesten maar snoeien in het woud van vergaderingen, was haar suggestie. En daarover wilde ze dan – o, ironie – met de instellingen in gesprek.

Waarom niet even overlegd? Waar bemoeide ze zich eigenlijk mee?

Bovendien gaf ze de schuld aan het oude kabinet, dat de studenten- en leerlingenaantallen niet goed zou hebben ingeschat. Een zwak verwijt, want ministers maken zulke schattingen heus niet zelf en de keuze om dan maar te bezuinigen was toch echt die van het nieuwe kabinet en dus van deze D66-minister.

Het woord ‘doelmatigheidskorting’ viel sowieso slecht. De werkdruk en competitie liepen al de spuigaten uit. Het onderwijs kwam in het gedrang, waarschuwden bestuurders en activisten in koor. Ze wilden er juist een miljard euro bij. 

Paal en perk

In september 2018 deed ze een eerste poging om eruit te komen. Vol bravoure hield ze een toespraak bij de opening van het academische jaar in Tilburg. Ze ging paal en perk stellen aan het bindend studieadvies.

Sommige studenten moeten wennen aan het hoger onderwijs en die moet je niet wegsturen als ze het eerste jaar te weinig punten behalen, vond ze. De norm mocht in elk geval niet hoger zijn dan veertig studiepunten.

Stevig beleid en eindelijk ging het eens niet over geld, maar over progressieve onderwerpen als studentenwelzijn en gelijke kansen. Maar zelfs de hogescholen, vaak iets milder voor de minister, voelden zich in hun wiek geschoten. Waarom niet even overlegd? Waar bemoeide ze zich eigenlijk mee?

In de Tweede Kamer kreeg ze eveneens felle tegenstand, ook van coalitiepartijen VVD en CDA. Dat had ze wel voorzien, zo deed ze voorkomen. ‘Soms moet je, om een discussie te starten, een steen in de vijver gooien’, beweerde ze in de Kamer.

Universiteit van Kaatsheuvel

Haar tegenstanders hadden juist de wind in de zeilen. De universiteiten overtuigden langzamerhand iedereen ervan dat ze steeds minder geld per student kregen. Beeldvorming is alles, moet de minister hebben gedacht. Of misschien wel: de aanval is de beste verdediging. In het najaar van 2018 noemde ze de klachten over geldgebrek sprookjes, verzonnen aan de ‘Universiteit van Kaatsheuvel’.

Ze verspreidde een ‘gortdroog lijstje cijfers’ om haar punt te maken. Maar de oppositie prikte er zo doorheen: ze liet het geld voor onderzoek buiten beschouwing. ‘Daar heeft u een punt’, gaf ze toe toen iemand haar daar op wees.

Nog een heikele kwestie: het kabinet verschoof geld naar bèta en techniek. Vele miljoenen. En het besluit werd nogal bruusk genomen. Vooral de algemene universiteiten vonden het een idiote beslissing. Prima dat bèta en techniek meer geld nodig hebben, maar waarom moeten medische, alfa- en gammastudies daarvoor bloeden?

Quick and dirty

Een jaar later wimpelde ze in de NRC het gemor over de verschuiving van geld weg met de opmerking dat het even quick and dirty moest. De technische opleidingen konden de toestroom van studenten namelijk niet aan en dreigden met studentenstops. ‘Ik zit hier niet om aardig gevonden te worden’, zei ze ook nog op de dag dat ze naar Leiden zou gaan voor haar toespraak en de rector naar haar uithaalde.

Ik zit hier niet om aardig gevonden te worden

Drie maanden sloeg ze een andere toon aan. Ze kwam met een Strategische Agenda en schreef: ‘Nu even geen nieuwe Haagse ideeën.’ Ze wilde de concurrentiedrift temmen, kleine opleidingen redden en hogescholen in krimpregio’s overeind houden.

Ze gaf de activisten en lobbyisten gelijk dat er veel meer geld naar hoger onderwijs en onderzoek moest. Ze noemde zelfs een miljard euro. Maar ze was gebonden aan het regeerakkoord, dus het zou in een volgend kabinet moeten gebeuren. Die nieuwe toon hielp even, want voor haar critici was het prijsschieten: als ze dat echt vond, waarom deed ze dan niks?

Geschenk uit de hemel

En toen kwam corona. Niemand is blij met een wereldwijde pandemie, maar politiek gezien was de crisis voor Van Engelshoven een geschenk uit de hemel. 

Ze kon eindelijk weer doen waar ze goed in is: overleg voeren, compromissen sluiten en vooruit met de geit. De ene na de andere snelle beslissing werd genomen met het oog op de buitengewone omstandigheden. Het bindend studieadvies werd uitgesteld of versoepeld. En dit keer schreeuwde niemand moord en brand.

Ze nam meer stevige beslissingen. Mbo’ers mochten alvast naar het hbo als ze hun diploma nog net niet hadden behaald en vertraagde afstudeerders kregen coronasteun.

Ze nam het, in zekere zin, ook op voor jonge wetenschappers. Kregen die hun werk niet af binnen de termijn van hun tijdelijke contract, dan moest de instelling ze maar in vaste dienst nemen, vond ze. Al nuanceerde ze dat later weer.

Voor het blok

Kritiek op haar beleid klonk nog steeds – zo voelden studenten zich vergeten bij de verdeling van alle coronamiljarden – maar het gleed van haar af. Het was nu eenmaal crisis, we moesten door. Ze zou de onderwijsinstellingen niet aan allerlei deadlines en kwaliteitsplannen houden, beloofde ze, die hadden het al moeilijk genoeg. Ze mochten hun werk doen zonder dat zij hen lastigviel. 

Geldgebrek is een sprookje, verzonnen aan de ‘Universiteit van Kaatsheuvel’

Aan de start van het huidige academisch jaar deed ze nog een opmerkelijke uitspraak. Het hoger onderwijs zou de deuren niet meer sluiten, verzekerde ze, ook niet als er een vierde coronagolf kwam. Dat zou niet goed zijn voor studenten. Daarmee zette ze haar collega bewindslieden voor het blok. Want het kabinet spreekt met een mond en dus sprak ze ook namens hen.

De samenwerking met de sector was zo goed dat eind november Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen zelfs de loftrompet over Van Engelshoven uitstak. ‘Als iemand zich het afgelopen anderhalf jaar sterk heeft gemaakt voor het openhouden van onderwijs en het welzijn van studenten, dan is het deze minister.’

Rode lap

In 2020 kon ze zich ook eindelijk profileren als een progressieve minister. Ze maakte zich hard voor diversiteit en inclusie en ze zette haar handtekening onder een actieplan van universiteiten en wetenschapsorganisaties om discriminatie en seksisme in hun geledingen te bestrijden.

Dat moest meer kansen opleveren voor vrouwen, voor mensen met een migratieachtergrond en voor anderen die om de een of andere reden worden gehinderd.

Op de rechterflank van de politiek werkte het als een rode lap op een stier. Moesten universiteiten soms lijstjes bijhouden van wetenschappers en hun afkomst? Kwam er een diversiteitspolitie? Het moest niet gekker worden. Beoordeel iedereen gewoon op zijn of haar kwaliteiten. Die mening haalde een meerderheid in de Tweede Kamer: weg met die plannen.

‘Het blijft me af en toe verbazen hoezeer het streven naar diversiteit in deze samenleving weerstand oproept, verzuchtte ze tegen de Kamer. ‘Was het maar zo dat mensen beoordeeld worden op wat ze kunnen. Dan zagen onze universiteiten er veel diverser uit.’

Nalatenschap

Maar in feite kon ze die felle discussies met de Tweede Kamer niet verliezen. Ze was de progressieve kop van Jut die de universiteiten uit de wind hield, maar eigenlijk had zij weinig over het beleid van de universiteiten te zeggen.

Nu begrijpen jullie misschien waar ik de afgelopen jaren tegenop heb moeten boksen

Als iemand haar vraagt wat nu eigenlijk haar nalatenschap is, dan noemt Van Engelshoven het ‘rendementsdenken’ waarmee dit kabinet gebroken heeft. Het ministerie stelde eens geen harde, cijfermatige eisen aan universiteiten en hogescholen; die mochten aan de slag met ‘kwaliteitsafspraken’ die met hun medezeggenschap was afgesproken. En ze konden dat in de crisis nog uitstellen ook.

Wat ze ook graag onderstreept: ze liet adviesbureau PwC de vraag beantwoorden of er nog genoeg geld was voor het hoger onderwijs. Antwoord: nee. En dus ligt er nu eindelijk een stevige basis onder de roep om extra geld, meent Van Engelshoven. Iets waar het volgende kabinet mee verder kan.

Letchert

In de aanloop naar de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen suggereerde ze dat kritiek op haar beleid eigenlijk kritiek op de VVD moest zijn. Die wilde weer een bezuiniging op het hoger onderwijs. ‘Nu begrijpen jullie misschien waar ik de afgelopen jaren tegenop heb moeten boksen’, zei ze een beetje mismoedig, maar ook triomfantelijk.

Wie de nieuwe bewindslieden van het komende kabinet worden, is nog niet bekend, maar volgens het Algemeen Dagblad keert Van Engelshoven niet terug. Ze zou niet meer willen.

Het is niet eens zeker of D66 opnieuw de onderwijsminister gaat leveren. Wie dan wel? Tweede Kamerlid Jan Paternotte, of rector magnificus Rianne Letschert van de Universiteit Maastricht? Of gaat het toch naar het CDA en maakt ‘coronaminister’ Hugo de Jonge een overstap?

De nalatenschap van Van Engelshoven is in elk geval veiliggesteld. In het nieuwe regeerakkoord staan extra investeringen in hoger onderwijs en onderzoek. En de lijn van stabielere financiering wordt doorgezet. Nu maar zien wie er gaat oogsten.