Leuk, spannend en vergezocht
Zo financier je je douche-idee
Op de computer van Gosia Włodarczyk-Biegun staat een Word-bestand met de naam Pomysly – Pools voor ‘ideeën’ – dat, niet verrassend, vol staat met ideeën. Het is een chaotisch, uiteenlopend document waarin ze elk vraagstuk, elk idee dat haar te binnen schiet noteert. Soms komen die invallen tijdens een wandeling in de natuur, andere keren tijdens een gesprek met een collega. ‘Mijn man vroeg me laatste waarom er geen flessen zijn die kunnen uitzetten tijdens de celkweek, zodat we cellen niet zo vaak hoeven over te hevelen. Zo had ik er nog nooit over nagedacht.’
Een aantal van deze ideeën vallen onder het kopje ‘uitzinnig’ – oftewel, hartstikke leuk bedacht, maar de kans dat je er echt iets mee kunt is minimaal – maar juist die blijven de universitair docent biomaterialen fascineren. Het herstellen van een weefselnetwerk in het menselijk oog, bijvoorbeeld.
‘En toen zag in 2020 de oproep voor de NWO XS-beurs en sloeg ik mijn Word-document er weer eens op na’, vertelt ze. Ze stuitte op een ideetje over bio-ink, een printbaar materiaal dat kan worden gebruikt in het herstellen van weefsel. Niet zomaar een bio-ink, maar een hele nieuwe, die tijdens het printen een gel vormt, waardoor bioprinten preciezer en effectiever wordt. Of dit zou werken, was maar de vraag.
Veel behoefte
Dat is precies het doel van de subsidie, vertelt Diede Oudshoorn, programmacoördinator van de NWO XS-beurs voor exacte en natuurwetenschappen. Het gaat om een klein bedrag – maximaal 50.000 euro – dat specifiek bedoeld is voor wilde ideeën. ‘We merken dat er vanuit de wetenschappelijke gemeenschap veel behoefte aan deze beurs is’, vertelt Oudshoorn. Omdat er relatief weinig criteria zijn voor de aanvraag, kunnen onderzoekers, waaronder ook postdocs, echt creatief zijn.
Als je een beurs krijgt, geeft dat je onderzoek vleugels
Włodarczyk-Biegun kreeg de beurs, en het was precies wat ze nodig had. ‘Als je een beurs krijgt, geeft dat je onderzoek vleugels’, zegt ze. ‘Opeens konden we uitproberen of het werkte om van bio-inkt een gel te maken. En het lukte om een proof of concept te vinden.’
En nu, bijna vier jaar later, heeft ze genoeg grond onder de voeten om niet alleen te weten hoe ze te werk moet gaan, maar maakt ook meer kans te maken op grotere subsidieaanvragen waarmee ze dit onderzoek voort kan zetten. ‘Al die nieuwe ideeën waren zo inspirerend, en daardoor vroegen we ons af: wat kunnen we nog meer doen? Deze beurs is ideaal voor vergezochte ideeën, je kunt een beetje dromen.’
Serieus probleem
Dat ontdekte ook universitair docent onderzoeksmethoden Marieke van Gerner-Haan. Ook zij had een wild idee dat een serieus probleem zou kunnen aanpakken. De sociale wetenschappen werken vaak met vragenlijsten, maar worstelen ook met non-respondenten: mensen die je enquête niet willen beantwoorden. ‘Ik dacht: misschien moeten we terug naar de basis’, vertelt ze. ‘Namelijk die non-respondenten vragen waarom ze niet meedoen.’
Níemand die tot dan toe op het idee was gekomen om dat te doen, maar in februari vorig jaar kreeg ze er 50.000 euro voor. Momenteel is ze bezig met deelnemers werven voor het onderzoek, vooral in haar eigen netwerk. Haar hoop is dat de resultaten het veld echt verder helpen door het aantal non-respondenten te verlagen.
Universitair hoofddocent biomoleculaire chemie Clemens Mayer kreeg in april 2022 ook een XS-beurs voor zijn idee: het ontwikkelen van bacteriën die pesticiden eten. ‘Het probleem met pesticiden is dat ze lastig af te breken zijn’, vertelt hij. ‘In het bijzonder een bepaald type molecuul, de organofosfaten, die heel veel in pesticiden zitten.’
Dus, dacht hij, wat nou als we dat afbreken wat makkelijker maken en een moleculair biologisch trucje uitvoeren dat de afbraak van deze organofosforverbindingen versnelt? Door de pesticiden een essentieel onderdeel te maken van de spijsvertering van de snel groeiende bacterie E.coli, krijg je, als het goed is, bacteriën die vervuilde grond opruimen.
Tegenvaller
Zoals dat gaat met wilde ideeën, zijn ze niet altijd succesvol. Van Gerner-Haan heeft inmiddels een derde poging lopen. De eerste keer wilden de non-respondenten – misschien niet heel verrassend – niet met het onderzoek meewerken.
Al die nieuwe ideeën waren zo inspirerend
Na die tegenvaller sloot ze aan bij een onderzoek over geluidsoverlast. ‘Maar omdat het zo lokaal was, waren veel bewoners bereid om de enquêtes in te vullen. Toen hadden we geen non-respondenten om mee te werken aan ons onderzoek.’
Ook Mayers onderzoek struikelde toen bleek dat organofosfaten al aanwezig waren in de spijsvertering van de bacterie. ‘Onze pogingen boden niet echt een voordeel in het afbreken van de organofosfaten waar we ons op richtten’, vertelt Mayer.
PFAS
En toch kan uit het ene idee maar zo een nieuw idee voortkomen. Want pesticiden eten werkte misschien niet goed, maar zou je hetzelfde idee niet kunnen toepassen met het nog schadelijkere PFAS, dat onder andere in anti-aanbakpannen, regenkleding en pesticiden zit? Kenmerkend is dat de moleculen een hele sterke chemische binding bevatten, wat ze moeilijk afbreekbaar maakt: de koolstof-fluor binding.
PFAS-stoffen zijn synthetisch, met uitzondering van het giftige fluoroacetaat dat voorkomt in planten, waarschijnlijk om herbivoren zoals koeien af te schrikken. ‘Maar evolutie is iets fascinerends, en het leek erop dat het microbioom in de darmen van de koe zich had aangepast aan dit gif’, legt Mayer uit. ‘Bacteriën konden de koolstof-fluorbinding in het molecuul afbreken met behulp van een enzym. Het is een van de simpelste organische reacties.’
En dáár was zijn nieuwe wilde idee waarvoor hij afgelopen december opnieuw een NWO XS-beurs kreeg: een PFAS-etende bacterie.
Mayer en zijn team gebruiken dezelfde aanpak als bij de pesticidevreters: ze plakken het enzymrecept in het DNA van E.coli. Na enige tijd zijn er voldoende bacteriën, die ze vervolgens korte PFAS-ketens ‘voeren’, om te kijken of hun plan heeft gewerkt. ‘Het was niet per se een gewaagd idee, maar wel een goed idee met veel potentie’, zegt Mayer.
Uitvoerbaar
Maar hoe ga je nou van start met innovatief en gedurfd onderzoek? ‘Je begint natuurlijk met een idee, eentje waarvan je denkt, dít wil ik nou verkennen’, vertelt Oudshoorn. Dat kan zomaar tot je komen, onder de douche of op een vrijdagmiddag.
De manier van schrijven is echt doorslaggevend
Je formuleert je idee in twee pagina’s, dient het in, en daarna beoordelen de indieners elkaar. ‘Omdat het gaat om een kleine beurs, wilden we het aanvraagproces niet al te zwaar maken.’ Ze lezen het voorstel, schrijven twee of drie zinnen aan feedback en rangschikken de onderzoeksvoorstellen.
‘Het is belangrijk dat het idee uitvoerbaar is’, vertelt Oudshoorn. Dat is iets anders dan haalbaar, legt hij uit. ‘Het verschil is dat je bij een uitvoerbaar plan doet wat je voorstelt, terwijl haalbaar impliceert dat het ook daadwerkelijk lukt.’
Wow-factor
Wat bepaalt of je de beurs wel of niet krijgt? ‘Houd je doelgroep in gedachten’, zeggen alle vier de wetenschappers. Ga echt de breedte van het onderzoeksveld in en minder de diepte, raadt Oudshoorn aan.
‘Je moet een beetje afstand nemen van de wetenschap’, voegt Włodarczyk-Biegun daar aan toe. ‘Schrijf het niet op een traditionele manier op, maar vertel een verhaal om het boeiend te maken.’ Ook adviseert ze om de ‘wow-factor’ te benadrukken.
‘De manier van schrijven is echt doorslaggevend’, zegt Van Gerner-Haan. En het is slim je idee te presenteren aan collega’s, om te kijken of je verhaal overkomt.
‘Het ergste is als je er niet in slaagt om je ideeën over te brengen’, beaamt Mayer. Je moet dus echt ver buiten je veld kijken om te evalueren of het kans maakt op de beurs. ‘Het is het lastigste om helemaal niets of juist alles te weten over een project.’
Maar je moet vooral een beetje genieten van het hele proces. ‘Het is een leuke beurs omdat je vanuit een ander perspectief naar je onderzoek kijkt’, zegt Włodarczyk-Biegun toe. ‘Als je er geen lol mee gaat hebben, doe dan geen aanvraag.’