'Beter plannen, meisje'
Ouderschapsverlof opnemen bij letteren is een slecht idee. Je krijgt immers geen verlenging van je aanstelling. Maar je levert wel salaris in.
Dat komt omdat de faculteit arm is, zegt bestuurder Egon Dietrich. En ouderschap kun je prima plannen.
Andere faculteiten aan de RUG geven wel probleemloos verlenging wegens ouderschapsverlof.
Zo’n knullige regeling werkt uitstelgedrag bij het krijgen van kinderen in de hand, zegt expert arbeidsparticipatie Janneke Plantenga.
De RUG beroept zich op het zelfbeschikkingsrecht van faculteiten. Maar er is kritiek.
Zowel de vakbond als de u-raad hebben de ongelijke behandeling op de agenda gezet.
Leestijd: 4 min. (962 wrdn)
Promovendi van de letteren faculteit moeten wel gek zijn om ouderschapsverlof op te nemen. Het kán natuurlijk wel, maar het kost je salaris. Bovendien: aan het eind van je onderzoekstijd krijg je de ‘verloren’ tijd niet terug. Frustrerend. Vooral als je bedenkt dat PhD’s aan andere faculteiten van de RUG zich daar geen zorgen over hoeven te maken.
Rika Plat, promovenda bij taalkunde, kan erover meepraten. Ze nam ouderschapsverlof op in de veronderstelling dat ze verlenging zou krijgen. Niet dus. Want de cao van de Nederlandse universiteiten verplicht faculteiten niet tot het geven van verlenging wegens ouderschapsverlof. Dus als de schatkist leeg is, hebben promovendi pech.
Letteren is arm
Plat raakte verstrengeld in een lange mailwisseling met personeelszaken. Haar aanstelling werd niet verlengd, maar argumenten kreeg ze niet. ‘Er werd een jurist bijgehaald die mij de cao citeerde. En personeelszaken gaf me te kennen dat ik me beter niet verder kon laten frustreren. Letteren was nou eenmaal een arme faculteit.’
Portefeuillehouder middelen bij letteren Egon Dietrich erkent dat het een geldkwestie is. Verlof opnemen kan – dat mag de faculteit niet weigeren. Maar de letterenpromovendus moet zijn onderzoek nog altijd afronden binnen de oorspronkelijk afgesproken tijd. Immers, stelt Dietrich, ouderschap kun je plannen buiten de promotie om.
Vertel dat tegen letterenpromovenda Audrey Rousse-Malpat. Zij beviel in augustus en heeft nog vier jaar onderzoek te gaan. Rousse-Malpat was 28 toen ze begon met promoveren en wilde niet wachten met kinderen krijgen totdat ze klaar was. ‘Waarom? Na mijn PhD ga ik weer solliciteren en zit ik met hetzelfde probleem.’
Regelrecht richting burn-out
Ook bestuurslid van het voormalig Centrum voor Gender Studies en letterenpromovenda Esmeralda Tijhoff kreeg ermee te maken. Zij beviel in januari van een tweeling, maar kon met haar promotor een regeling treffen, waardoor ze nu in deeltijd werkt. ‘Ouderschapsverlof is met een reden ingevoerd en de universiteit moet niet proberen om onder haar verantwoordelijkheid uit te komen’, vindt ze. ‘Het is echt geen luxe. Ouder zijn vergt veel energie en door maar aan te blijven te jakkeren steven je regelrecht op een burn-out af.’
Als dat gebeurt is de universiteit immers net zo goed verliezer. Elke promovendus die het onderzoek niet afrondt, betekent een gemiste zak met geld voor de universiteit.
Bestuurder Dietrich benadrukt dat hij niet veel aanvragen voorbij heeft zien komen, de laatste jaren, maar Plat vindt dat vrij logisch. De faculteit komt er immers openlijk voor uit dat promovendi beter geen energie in de aanvraag kunnen stoppen. ‘Van de collega’s die ik ken die zwanger waren, heeft geen niemand het aangedurfd van het recht op ouderschapsverlof gebruik te maken’, zegt Plat. ‘Er heerst een ontmoedigingsbeleid.’
Zwaarwegende argumenten
Ook op andere gebieden zijn PhD’s bij letteren het haasje. Ze krijgen er een aanstelling van 90 procent, 36 uur in plaats van 40. ‘Dit wordt ook uit financiële overwegingen gedaan’, erkent Dietrich.
Opvallend genoeg is de situatie aan andere faculteiten heel anders. Een rondgang bij verschillende faculteiten maakt duidelijk dat verlenging wegens ouderschapsverlof een recht is waaraan geen ‘zwaarwegende argumenten’ te pas hoeven komen. ‘Wij kijken in welke fase van het proefschrift de promovendus staat en of de aanvraag zinvol is voor het onderzoek’, vertelt Mirjam Buigel-de Witte bijvoorbeeld, van rechtsgeleerdheid.
Haar faculteit kende in de afgelopen twee jaar eenmaal verlenging toe. Zonder rompslomp. ‘Promovendi kunnen tot een jaar aan hun onderzoekstijd plakken’, zegt Buigel-de Witte. De reden maakt niet uit.
Knullige regeling
Voor promovendi van letteren is dat zuur. ‘Rechtsgeleerdheid zit in hetzelfde gebouw en is letterlijk heel dichtbij’, zegt promovenda Rimke Groenewold. Zij is afgelopen jaar bevallen en leverde twee weken geleden haar proefschrift in. ‘Het is heel oneerlijk dat ze het daar wel krijgen. Een wetenschappelijk carrière en kinderen krijgen lijkt niet samen te gaan. Het onderstreept maar weer hoe er wordt omgegaan met vrouwen in de wetenschap.’
Ook Marga Hids, bestuurslid bij wijsbegeerte, verzekert nadrukkelijk dat een aanvraag goedgekeurd zou worden, al zijn er bij de kleine faculteit de laatste jaren geen aanvragen gedaan. ‘Als iemand zwanger is geweest, heeft ze daarna ook recht op ouderschapsverlof.’
Voormalig hoogleraar kinderopvang bij de RUG en expert op het gebied van arbeidsparticipatie van vrouwen en verlof Janneke Plantenga, is kritisch over de redenering van Dietrich. ‘Het wordt alleen maar moeilijker om kinderen te krijgen’, vertelt Janneke Plantenga. ‘Promovendi zijn vaak intrinsiek gemotiveerde vrouwen die verknocht zijn aan de wetenschap.’ Ze bouwen vaak een carrière binnen de wetenschap op en krijgen steeds meer verantwoordelijkheid. ‘De PhD is dan nog de makkelijkste periode om aan kinderen te beginnen.’ Maar een knullig georganiseerde ouderschapsverlofregeling werkt uitstelgedrag bij het krijgen van kinderen in de hand.
Situatie is ‘schandalig’
Jan Blaauw, lid van de personeelsfractie van de universiteitsraad, vindt Dietrichs argument te gemakkelijk. Mensen promoveren nu eenmaal tijdens een leeftijdsfase waarin het heel normaal is om kinderen te krijgen. ‘Iedere werknemer kan ouderschap plannen, maar dat argument kun je aan blijven dragen totdat de uiterste houdbaarheidsdatum is bereikt. Goed werkgeverschap houdt juist in dat je deze zaken met je promovendus regelt.’
De RUG vertoonde tot nu toe weinig animo iets aan de ongelijke verhoudingen te doen. ‘Faculteiten zijn redelijk autonoom binnen de RUG. Door de huidige cao krijgen zij de ruimte om zelf te beslissen of zij ouderschap wel of niet toekennen. Hierdoor kunnen verschillen ontstaan’, benadrukt woordvoerder Riepko Buikema.
Maar misschien komt daar nu verandering in. Vakbondsman Marthy Schuurman van Abvakabo hekelt de scheve verhoudingen binnen de RUG en noemt de situatie ‘schandalig’. ‘Dat de RUG decentraal werkt is geen geldende reden voor de faculteiten om de cao verschillend te interpreteren; dat is simpelweg discriminerend.’
De komende vergadering met de vakbonden en de VSNU wordt dit onderwerp dan ook op de agenda gezet.
Ook de u-raad is in actie gekomen. Vorige week legde Blaauw de kwestie op tafel. Er gaat in elk geval overlegd worden, beloofde het college van bestuur.