LHBTI-studenten vrezen geweld
Je hebt mazzel als het bij schelden blijft
Alex Coppinger liep gewoon met een vriend over straat toen er plots een paar mannen op motoren voorbij reden die hem uitjouwden. ‘Ze waren hard aan het lachen en noemden me Lady Gaga’, herinnert hij zich.
Dit was niet de eerste keer dat zoiets gebeurde. Een groep tieners gooide een keer een fles naar zijn hoofd. ‘Ik schrok me rot, want ik zat gewoon op de fiets. Normaliter zou ik niets doen, maar nu zette ik mijn fiets neer, gooide de fles terug en schreeuwde net zo hard terug’, zegt de student media studies.
Alex drukt zijn persoonlijkheid graag uit door middel van ongebruikelijke, kleurrijke kleding en toffe accessoires, en dat maakt hem een mikpunt voor nare opmerkingen. In zijn thuisland Ierland werd hij wel eens uitgescholden voor faggot, oftewel flikker. Aangezien hij geen Nederlands spreekt weet hij niet wat mensen in Groningen over hem zeggen, maar hij snapt het prima als mensen staan te fluisteren en naar hem wijzen.
Hij probeert het van zich af te schudden, maar het is niet fijn om publiekelijk bekritiseerd te worden om wie hij is. Alex wist op zijn twaalfde al dat hij homo was. Toen hij aan de RUG ging studeren begon hij te experimenteren met verschillende kledingstijlen en make-up. Hij vindt het heerlijk om alles tot een geheel te maken en iedere dag een ander personage neer te zetten. ‘Ik krijg er zelfvertrouwen van’, zegt hij. ‘Maar soms denk ik wel eens dat het makkelijker zou zijn om iets saais aan te trekken om kritiek te voorkomen.’
Twaalfde plek
Nederland was het eerste land dat het homohuwelijk in 2001 legaliseerde, en het is een van de weinige landen waar homoseksuele stellen kinderen mogen adopteren. Je zou dus denken dat het hier een toevluchtsoord is voor de queer gemeenschap. Maar in de Rainbow Map and Index, een jaarlijkse lijst waarin 49 Europese landen gerangschikt worden op basis van de wetten en het beleid voor LGBTI-mensen, staat Nederland slechts op de twaalfde plek.
De lijst voor 2021 is op 17 mei gepubliceerd, de Internationale Dag tegen homofobie, transfobie en bifobie, en daaruit blijkt dat ons land slecht scoort op bescherming tegen haatzaaien en geweld tegen mensen om hun seksualiteit of genderidentiteit.
Voor homo uitgemaakt worden is geen probleem
‘Voor homo uitgemaakt worden is geen probleem’, zegt Rodrigo González. ‘Ze zouden je ook in elkaar kunnen slaan.’ De uit Mexico City afkomstige promovendus gedragswetenschappen is gewend geraakt aan de scheldpartijen en beledigingen van willekeurige vreemden. Maar door de grote hoeveelheid nare opmerkingen durft hij nu niet goed meer in het openbaar aanhankelijk te zijn met een partner.
Hij kan zich nog herinneren dat een vrouw, duidelijk dronken, hem benaderde op het stadsstrand. Ze vroeg hem in het Nederlands of hij homo was, vanwege de zwembroek die hij droeg. ‘Eerst zei ik nee, maar twee seconden later verbeterde ik mezelf en zei ik dat ik inderdaad homo was. Ik ben al tien jaar uit de kast en ik ben ergens van binnen nog steeds bang om mijn identiteit te accepteren.’
In plaats van haar aan te spreken op haar gedrag, probeerde Rodrigo te rationaliseren wat er was gebeurd. Ze was tenslotte dronken, of misschien had ze wel psychologische problemen.
Transgender
Student kunstmatige intelligentie Gilles Lijnzaad herkent die neiging om je kop in het zand te steken. Hij kwam eerst als lesbisch uit de kast bij zijn familie, maar concludeerde later dat hij een transgender man is. ‘Vragen stellen bij mijn genderidentiteit voelde alsof ik een doos van Pandora opende’, zegt hij. ‘Ik stelde het een tijdje uit en deed of er niets aan de hand was, maar dat kun je ook niet oneindig volhouden.’
Het voelde alsof ik een doos van Pandora opende
Als onderdeel van het omarmen van zijn mannelijkheid besloot Gilles zijn schouderlange haar af te scheren. Daarop reageerden mensen dat zijn haar daarvoor zo mooi was geweest. ‘Ik weet dat ze het goed bedoelden, maar ik voelde me er toch rot door. Ik was mezelf aan het worden en het was alsof ik in die hoedanigheid niet geaccepteerd werd.’
Rodrigo weet nog hoe hij op een dag besloot in het diepe te springen en een paar uur buiten rondliep in een rok. ‘Ik was heel zenuwachtig. Ik kreeg gelukkig geen opmerkingen, maar ik voelde dat iedereen raar naar me keek’, zegt hij. Hij zou vaker willen experimenteren met zijn kleding, maar dat zou niet erg veilig zijn, denkt hij.
Voor Alex is het bijna normaal geworden dat mensen onderling fluisteren over zijn uiterlijk. ‘Ik voel me daardoor een lachertje, maar het zou erger kunnen zijn;, zegt hij. ‘Ik ben nog nooit geslagen omdat ik homo ben.’
Fysiek geweld
Dat is namelijk een reëel probleem voor mensen die hun seksualiteit openlijk uitdragen. Een vriendin van Emi Howard, die bij het Talencentrum van de RUG werkt, werd voor de deur van homocafé De Kast in elkaar geslagen waar haar partner bij was.
‘Het was heel erg, ze moest naar het ziekenhuis’, vertelt Howard, die queer en non-binair is. ‘De eerste reactie van de politie was: “Wie waren het? Marokkanen zeker, hoe zagen ze eruit?”’ De daders waren twee witte Nederlandse mannen.
Alles dat niet standaard is, is gevaarlijk
Emi’s ‘witte, vrij mannelijk ogende’ uiterlijk is een voordeel, zegt hen, want hen is nooit het slachtoffer geworden van fysiek geweld vanwege hun seksuele oriëntatie. Maar vrienden hadden minder geluk. ‘Je moet voorzichtig zijn. Het is al meerdere keren gebeurd dat ze vertrokken van feestjes waar je veilig make-up kunt dragen en wat je verder maar wilt, en dat ze daarna door vreemden op straat bedreigd werden’, zegt Emi. ‘Alles dat niet standaard is, dat niet in een bepaald hokje past, is gevaarlijk.’
Doe normaal
Emi is zich er altijd bewust van hoe anderen hen zien. Toen hen met hun partner naar een appartement zocht, zorgde Emi er altijd voor zich op een manier te kleden ‘die acceptabel was’.
De Nederlandse cultuur waarin ‘doe maar normaal’ hoog in het vaandel staat werkt oprechte acceptatie tegen, vindt Emi. ‘Het hele idee van queer zijn staat haaks op die mentaliteit. Je kunt niet een ‘doe normaal’-houding hebben en tegelijkertijd stellen dat je iedereen accepteert.’
Het valt Emi’s partner vaak op dat mensen naar hun tweeën kijken als ze hand in hand door de stad lopen. Maar Emi zelf is immuun geworden voor die blikken. ‘Dit is hoe ik altijd geleefd hebt. Ik ken geen andere manier.’
Rodrigo zou willen dat Nederland strengere wetten had tegen haatzaaien en homofoob geweld. Hoewel zijn ervaring vooral beperkt is gebleven tot vreemde blikken en opmerkingen, zijn vrienden van hem wel het slachtoffer geworden van geweld. Daardoor is hij nu zelf ook bang om openlijk zichzelf te zijn. ‘Je mag in Nederland zijn wie je wilt, zolang het maar achter gesloten deuren is.’