Active learning als nieuwe norm
Verstoppen is er niet meer bij
Als de rode catchbox weer eens haar kant op vliegt tijdens een college, duikt student pedagogische wetenschappen Esther Reinders bij voorkeur zo diep mogelijk weg. Esther houdt er niet van om alle ogen op zich gericht te voelen. Als het even kan, vermijdt ze colleges waar ze het risico loopt dat dit gebeurt. ‘Ik kijk op tegen bepaalde vakken waar ik veel moet praten’, bekent ze. ‘Ik vind het fijn om wat anoniemer te zijn.’
Esther is niet de enige student die liever niet al te veel opvalt tijdens een college. Ook Letizia, student digital humanities, is wat stiller in de les: ‘Als er veel mensen zijn, durf ik niet zo goed m’n mond open te doen.’
Ze erkent de waarde van actieve deelname zeker, maar toch vindt ze dingen als groepsdiscussies vaak lastig. ‘Dan houd ik me meestal stil.’
Maar het wordt de laatste jaren almaar moeilijker om je te verstoppen in de collegezaal. ‘Active learning’ – waarbij studenten direct betrokken worden bij de stof, vragen beantwoorden, discussiëren en opdrachten doen – wordt steeds normaler.
‘We willen studenten afleveren die een kritische houding hebben’, legt onderwijsstrategist Hans Beldhuis uit, ‘en uit internationaal onderzoek blijkt dat active learning, met tweerichtingsverkeer tussen student en docent, het leerproces enorm bevordert. Bovendien: ook jezelf uitspreken in een groep is een academische competentie die studenten moeten leren.’
Vast onderdeel
Al in 2014 ging Beldhuis met collega’s van de universiteit naar de Verenigde Staten om te zien hoe active learning daar werd aangepakt. Daarna werd besloten die kennis ook toe te passen in Groningen. En sindsdien is het een vast onderdeel van de onderwijsstrategie van de RUG en grijpen docenten vaak naar de catchbox – een rode of blauwe pluchen kubus met microfoon – om studenten bij de les te houden. Ze zetten Kahoot in om studenten quizvragen te laten beantwoorden via hun telefoon, en stimuleren onderlinge discussies in de les.
Ook jezelf uitspreken in een groep is een academische competentie
Maar ondanks alle pogingen om colleges interessanter en interactiever te maken, zijn studenten niet altijd blij als hen de kans wordt ontnomen zich achterin de zaal te verstoppen. En eigenlijk, denkt onderwijswetenschapper Bas Blom, is dat ook niet zo gek. ‘Zeg nou zelf, als ik in een zaal van tweehonderd mensen zit en ik vang toevallig een rode box en ik moet wat gaan praten, dan is dat natuurlijk vervelend’, zegt onderwijswetenschapper Bas Blom. ‘Je zit er soms helemaal niet op te wachten om te moeten shinen.’
Het voorbeeld van de catchbox illustreert voor hem dat het uitdagend kan zijn om active learning te stimuleren tijdens hoorcolleges. ‘Dat betekent overigens niet dat je hoorcolleges moet afschaffen hoor, maar docenten zouden de mogelijkheid moeten hebben om te schakelen tussen verschillende onderwijsvormen.’
Geschikte ruimtes
Ook Beldhuis herkent de beperkingen. Tijdens een tweede studiereis moesten de bestuurders, docenten en studenten die meegingen daarom uitzoeken welke voorwaarden nodig waren om het active learning te bevorderen. Want dat de RUG eraan moest vasthouden, was duidelijk. ‘Daar is uitgekomen dat we de onderwijsomgeving moesten aanpassen’, zegt Beldhuis. ‘Het is belangrijk is dat docenten het concept toe kunnen passen met behulp van geschikte ruimtes.’
Je zit er soms helemaal niet op te wachten om te moeten shinen
En dus zet de RUG de laatste jaren juist daar vol op in. Betaald met het geld dat de overheid beschikbaar stelde via de kwaliteitsafspraken, kwamen er vanaf 2019 ALC’s – active learning classrooms. Ruimtes dus waarin niet langer wordt gegooid met de catchbox, maar waar het docent en student mogelijk wordt gemaakt om maximaal met elkaar in gesprek te gaan. ‘En dan kunnen de studenten het vaak wél waarderen’, zegt Blom.
Inmiddels is de RUG een voortrekker geworden. Er zijn al 21 ALC’s ingericht in veertien verschillende gebouwen. Daar kunnen in totaal bijna negenhonderd studenten onderwijs krijgen. ‘Nergens zijn er zo veel als in Groningen.’ En alles binnen die ruimtes is erop ingericht om studenten te laten luisteren, overleggen of samenwerken.
‘Er staat bijvoorbeeld flexibel meubilair’, legt Blom uit, die zijn promotieonderzoek doet naar de ervaringen met ALC’s. ‘Er zijn stoelen op wieltjes, tafels waar studenten gezamenlijk kunnen overleggen, diverse whiteboards en schermen, en de docenten hebben geen vanzelfsprekende vaste plek.’
Andere vibe
De allernieuwste ALC werd gebouwd in het Anda Kerkhoven Centre op de Healthy Ageing Campus bij het UMCG. Op het eerste gezicht is het een klassieke collegezaal. ‘Maar de stoeltjes zitten niet vast. Bovendien is de zaal ingedeeld in vier terrassen’, zegt Beldhuis. ‘Dus de docent kan eerst een deel instructie doen en dan kunnen de studenten in groepjes samenwerken aan een opdracht. En daarna kunnen ze het zo nodig samenvatten voor de groep.’
Ik durfde veel makkelijker vragen te stellen
Dat creëert meteen een heel andere vibe, denkt ook Blom. Nog altijd is er interactie, maar je kunt rustig met je maatje afspreken wie de rapportage doet en je daarop voorbereiden. ‘Die ruimte triggert dat studenten bijvoorbeeld met elkaar in discussie gaan. Of dat ze aan een project gaan werken in plaats van achterover leunen en wachten tot er wat gaat gebeuren.’
En het lijkt erop dat het werkt, zegt Blom. Docenten zijn enthousiast, weet hij uit zijn onderzoek, en gebruiken de ruimtes graag: ze zijn steevast volgeboekt. ‘Maar ook studenten geven in evaluaties aan dat ze in een ALC actiever bij de les betrokken zijn.’
Persoonlijker
Dat geldt bijvoorbeeld voor biologiestudent Ilse Hoogeveen. Normaal houdt ze zich verre van groepsdiscussies in colleges. ‘Daar ben ik totaal geen fan van.’ En als ze een vraag heeft in de collegezaal, zegt ze, ‘vraag ik liever een studiegenootje dan dat ik voor tweehonderd man moet gaan praten’.
Maar toen ze college had in een ALC ging het actief meedoen wel gemakkelijker, zegt ze. ‘Ik durfde veel makkelijker vragen te stellen. De les voelde ook veel persoonlijker. Ik denk dat dit ook komt door de opzet van de ruimte, waardoor de docent makkelijker kan rondlopen om te helpen.’
Ook student communicatie- en informatiewetenschappen Emma Sauzet (19) heeft vaak geen zin in actief deelnemen. ‘Het hangt erg af van mijn energieniveau. Soms heb ik gewoon geen zin om te praten.’ Toch reageert ook zij positief op de ALC. ‘Het doel is om actief met de stof bezig te zijn. Ik vond dat de ruimte erg prettig was voor sommige van de onderwerpen die we bespraken in de les.’
En ja, er zullen altijd studenten zijn die het ongemakkelijk vinden om zichzelf te laten zien, of de gemakkelijke weg willen kiezen. ‘Maar we zitten niet meer op de middelbare school’, zegt Emma. ‘Iedereen is hier om te leren.’
En dus wordt active learning gestaag doorgezet. Al maakt Beldhuis zich wel een beetje zorgen. Niet vanwege de methode zelf, wel door de bezuinigingen op het onderwijs die eraan komen. ‘We proberen in kaart te brengen wat de effecten zullen zijn’, zegt hij. ‘Maar als we minder personeel hebben, moeten we meer studenten bij elkaar zetten. En dan kan een kleine active learning classroom niet meer. Ik hou m’n hart vast over wat gaat komen.’