Glazige blik. En een stilte die net iets langer duurt dan sociaal acceptabel is. De radertjes in het hoofd van mijn gesprekspartner draaien op volle toeren.
Op zulke momenten komt altijd het beeld van Patrick, de zeester van Spongebob bij me bovendrijven. Alleen het straaltje kwijl ontbreekt nog.
Ik help een handje: ‘Ik promoveer. Ik ben oio, onderzoeker in opleiding aan de universiteit, dus over vier jaar…’
Dan gaat het licht in zijn bovenkamer aan. ‘Aha,’ zegt hij. ‘Je studeert.’
‘Uhu’, mompel ik gelaten. ‘Ik studeer.’
Ik ben het gewend ondertussen. Niemand weet in welk hokje ze me moeten stoppen. En als ik eerlijk ben: ik weet het zelf ook niet.
Mijn leven als promovendus begon drie jaar geleden. Voor het eerst in mijn leven kon ik een collectieve zorgverzekering afsluiten, mocht ik besluiten wie mijn pensioen kreeg bij plotsing overlijden en moest ik een formulier invullen als ik een dag vrij wilde. De universiteit nam mijn studentnumer weg en gaf mij een personeelsnummer terug.
Maar hoor ik erbij?
Voor de vaste universitaire medewerkers ben ik een tijdelijk gast in hun wereld, zo iemand die vier jaar een bureau bevolkt in hun gebouw. Ik leen hun identiteit, en voel me niet één van hen.
Mensen buiten de universiteit hebben een heel andere kijk op wat ik doe. ‘Je kunt komen en gaan wanneer je wilt, je hoeft geen verantwoording af te leggen: eigenlijk is promoveren gewoon een verlenging van je studententijd.’
Maar elke vrijdagochtend rond kwart voor acht weet ik weer dat ik echt geen student meer ben. Terwijl ik naar Zernike fiets, zie ik ze zwalkend over straat, lallend tegen een regenpijp of pissend tegen een verkeersbord. Ze zoeken hun weg naar huis, terwijl de gemeentereiniging samenwerkt met de meeuwen om de sporen van donderdagavond uit te wissen.
Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst in een benevelde toestand de zon zag opkomen en voel ik me niet één van hen.
Met mijn afgetrapte All-Stars in de kroeg en mijn hooggehakte pumps in een congreshal combineer ik het beste van de twee werelden. Ik ben een betaalde, leergierige student en een overwerkende, trouweloze ambtenaar. Timmer daar maar een hokje voor…
Wendy Docters werkt als oio bij het Kernfysisch Versneller Instituut
Foto Reyer Boxem