

Vijf jaar na coronasociaal gedrag
Contact leggen is lastig
De coronapandemie ligt ruim achter ons, het leven gaat z’n gewone gang weer. Maar welke blijvende effecten heeft het virus gehad op en rond de universiteit? In welke opzichten zijn we er beter uitgekomen, en wat is nooit meer als vanouds geworden? UKrant onderzoekt dit in een serie artikelen over onder meer het onderwijs, het verenigingsleven en ons sociale gedrag.
Drie kussen ter begroeting? Doen we veel minder. Handen schudden idem dito. De ellebooggroet is nog altijd in, maar kinderen de kaarsjes op hun verjaardagstaart laten uitblazen, dat is uit.
Corona heeft z’n sporen achtergelaten in ons leven. Vijf jaar nadat de pandemie begon, werken en studeren we nog altijd veel thuis en vergaderen we vaak via Zoom of Teams. Maar ons sociale gedrag is ook veranderd, en dat beperkt zich niet tot een afkeer van wangkussen en handjes geven, zegt universitair hoofddocent ontwikkelingspsychologie Bertus Jeronimus, die de maatschappelijke impact van de pandemie bestudeert als onderdeel van het internationale project PsyCorona2020+.
Het is niet meer dan normaal dat ons sociale gedrag een beetje veranderd is, stelt hij. Want we bevochten het virus niet alleen met ons immuunsysteem, maar ook met ons gedrag. ‘Dat is een soort extra verdedigingslinie.’
Virusmijdend
Het idee dat gedrag een soort tweede immuunsysteem vormt, dateert van ver voor corona en komt voort uit wat wetenschappers zagen in gebieden met veel virussen, zoals het Midden-Oosten. Doordat dit gebied een kruispunt is van handels- en pelgrimsroutes, konden pathogenen zich makkelijker verspreiden. Ook neemt het aantal soorten ziektekiemen toe naarmate je dichter richting de evenaar komt.
Mensen maakten hun wereldje kleiner
‘Culturen passen zich daarop aan door virusmijdend gedrag te bevorderen. Mensen daar zijn over het algemeen introverter, minder meegaand en minder open’, zegt hij. ‘Want in een omgeving waar gevaarlijke virussen meer voorkomen, ben je er niet zo happig op om vreemden dichtbij te laten komen. Je weet niet wat ze met zich meedragen.’
Dat zag je ook na de pandemie. ‘Mensen maakten hun wereldje kleiner. Ze socialiseren minder, ze gaan minder naar massabijeenkomsten. Aan dingen als festivals en andere groepsevenementen doen 30 procent minder mensen mee.’
Het is een manier om extra voorzichtigheid te betrachten, denkt Jeronimus. ‘Zelfs onze persoonlijke ruimte is groter geworden na de pandemie. Als mensen nu bijvoorbeeld in de rij staan, houden ze meer afstand van elkaar. En ook als ze zich tussen vreemden bevinden.’
Niet naar college
Maar wat zie je daarvan terug op de universiteit? Zijn RUG-studenten tegenwoordig voorzichtiger als ze naast iemand zitten in college?
Waarschijnlijk niet, maar de kans is wél aanwezig dat ze helemaal niet komen. Volgens een studie uit 2024 van de OECD, een intergouvernementele organisatie voor sociaaleconomisch advies, heeft de pandemie ervoor gezorgd dat zowel scholieren als studenten vaker wegblijven uit de les. En dat is wat psychologiehoogleraar Hedderik van Rijn, die al twintig jaar lesgeeft, ook ziet in zijn colleges.
‘Sinds corona zijn studenten minder vaak aanwezig’, zegt hij. ‘Ze leunen veel meer op video-opnames van colleges.’
Hij stelde die opnames ook voor de pandemie al beschikbaar, maar destijds maakte dat weinig verschil voor hoeveel mensen er in de les verschenen. ‘Corona heeft dat misschien gewoon versneld. Maar het zou ook kunnen dat deze studenten meer gewend zijn om video’s te kijken, omdat ze twee jaar thuisonderwijs hebben gehad’, zegt hij.
Dat is best verdrietig, vindt hij, al kan de inhoud heus ook per video overgebracht worden. ‘Het is alsof je een opname bekijkt van een toneelstuk. Mensen gaan nog steeds liever zelf naar het theater. Er zit een verschil tussen aanwezig zijn in het college en een video kijken terwijl je de uien snijdt.’
Stilte in de klas
Van Rijn is niet de enige die het aantal koppen heeft zien afnemen. Een docent wiskunde en bedrijfskunde bevestigt dat ook. ‘Studenten kiezen welke colleges ze bijwonen en ze hebben liever een videocollege. Ze vinden de flexibiliteit ervan prettig.’ Maar zij denkt dat dit juist een positieve verandering is. ‘Dan houd je meer tijd over voor vragen en voor individuele gesprekken met studenten.’
Het is lastiger om studenten te laten meedoen
Bij de afdeling taalkunde zien ze ook dat studenten nu een sterkere voorkeur hebben voor opnames. ‘Ze vragen er vaak om als ze ziek waren of een college hebben gemist, maar wij kiezen er met het oog op de sociale interactie voor om die niet te verstrekken’, zegt hoogleraar Roel Jonkers. Hij en zijn collega’s zien nu weinig verschil in aanwezigheid bij colleges.
Wat hen wel opvalt: studenten lijken minder sociaal en actief. ‘Het is stiller in de klas. Het is lastiger om ze te laten meedoen’, zegt docent Dörte de Kok. Dat zie je volgens haar vooral bij studenten die hun middelbareschoolexamens online moesten doen. ‘Het gaat beter bij de nieuwere lichtingen. Het cohort van dit jaar is al meer betrokken bij de les, misschien omdat ze meer tijd fysiek op school hebben doorgebracht.’
Frank Tsiwah, docent informatiewetenschappen, herkent dit. ‘Je moet meer moeite doen om studenten aan het praten te krijgen in de les. Ze lijken gewoon minder gemotiveerd om actief mee te doen.’
Sociale vaardigheden
Maar dat is niet overal op de universiteit zo. Voor elke docent die een verschil ziet in het gedrag van studenten, is er eentje die vindt dat er weinig is veranderd. ‘Studenten komen graag naar de les’, zegt archeologiedocent Stijn Arnoldussen. ‘Of ze meedoen of niet, dat verschilt per groep en per jaar.’
We moeten inderdaad niet te vlug de pandemie de schuld geven, bevestigt Jeronimus. ‘Die had effect omdat mensen wat depressiever werden en minder gemotiveerd. Maar nu wijzen we naar corona, terwijl er allerlei andere dingen spelen’, zegt hij. ‘Veel studenten vragen zich misschien af waarom ze hard zouden werken als ze toch geen huis kunnen betalen. En dat is maar één reden.’
Dat wil overigens niet zeggen dat de pandemie geen effect had op studenten. Doordat ze zoveel tijd thuis doorbrachten in plaats van op school, hebben veel jongeren belangrijke sociale vaardigheden minder kunnen trainen. ‘Ze zijn sport misgelopen, buitenactiviteiten, logeerpartijen. Ze zijn veel tijd gaan doorbrengen op hun telefoon, op sociale media. En nu kunnen ze minder goed contact leggen.’
Dat verklaart deels ook waarom het aantal sociale activiteiten sterker teruggelopen is bij de groep mensen onder de 35, waarom ze minder feestjes hebben, minder vrienden, en meer tijd thuis in hun eentje doorbrengen. ‘Jongere mensen zijn veel vaker alleen’, zegt Jeronimus. ‘Maar dat ligt wederom niet alleen aan de pandemie. Die afname in vriendschappen begon bijvoorbeeld al vijf jaar eerder.’
Sociale media
Maar waar corona ervoor zorgde dat sociale interactie sneller is afgenomen, hebben sociale media de sociale normen veranderd. Dat zie je onder meer in de verhouding tussen jonge mannen en vrouwen, legt Jeronimus uit.
De afname in vriendschappen begon al vijf jaar eerder
‘Vanwege de pandemie zochten mensen hun heil online. Veel jongens gingen naar sites als Reddit, werden de manosphere ingetrokken en werden conservatief. De meiden gingen naar TikTok en Instagram en werden juist progressiever.’
Daardoor ontstond er een enorme kloof in hoe ze kijken naar relaties en genderrollen, legt Jeronimus uit. ‘Het werd moeilijker om elkaar te benaderen en om contact te leggen.’
Snellere veranderingen
De pandemie droeg dus bij aan de veranderde sociale dynamiek onder studenten. Maar hebben de twee jaar dat ze weinig op de uni waren ook effect gehad op de interactie tussen studenten en docenten? In bepaalde opzichten wel, denkt Jeronimus.
‘Soms krijg ik mails van studenten die me vragen iets te veranderen aan een vak, zonder enige aanhef. Het is al heel wat als ze met “Hallo” of “yo” beginnen en “Bert”, mijn naam, zou prima zijn, maar zelfs dat doen ze dan niet.’
Dat stond sowieso wel te gebeuren, zegt hij, maar pas over tien jaar of zo. ‘De pandemie is hier niet de reden van, maar het heeft dit soort veranderingen wel versneld. Doordat ze zo weinig sociale ervaringen hadden, zijn mensen vergeten hoe je met elkaar omgaat.’
Veel factoren
Maar de ervaring van Van Rijn is dat er altijd al studenten waren met weinig sociale vaardigheden. ‘Jaren geleden stuurden sommigen al mails die niet voldeden aan de academische communicatiestijl en dat is niet veranderd’, zegt hij. ‘Dat is een van die dingen die je niet zomaar klakkeloos aan de pandemie moet toeschrijven.’
En daarmee vat je het wel goed samen, denkt Jeronimus. Ja, deze nieuwe generaties studenten zijn anders; de sociale verhoudingen zijn veranderd. Maar er spelen veel meer factoren mee dan alleen de pandemie. ‘Gen Z-studenten zijn anders opgevoed, bijvoorbeeld. Ze komen uit kleinere gezinnen en hun ouders investeerden meer tijd en geld in hun toekomst. Daardoor kunnen ze later volwassen worden.’
In de praktijk, denkt hij, ‘spelen dingen als sociale media, smartphonegebruik en het feit dat alles duurder wordt net zo’n grote rol’.
Dit is het slot van de UKrant-serie over de langetermijneffecten van corona.