Op Ons Oude Tuin Terras At Frans Verse Groenten Van Albert Heijn. Dit anatomische ezelsbruggetje is dé manier om hersenzenuwen te onthouden.
Van de nervus olfactorius tot de nervus hypoglossus zijn het twaalf paren met een veelvoud aan functies. Stampen, stampen en stampen. Zo’n geheugensteuntje is dus welkom, want anatomie is onlogisch en allesbehalve gestructureerd.
Met dank aan die geile, ouwe anatomen met hun ongekende drang naar roem. Een nieuw ontdekte hersenstructuur hadden ze simpel en systematisch kunnen benoemen. Liever gaven ze hun eigen naam eraan met als gevolg dat ik nu, noodgedwongen, inhoudsloze benamingen leer als het foramen (gat) van Luschka en het kanaal van Sylvius.
Daarnaast vermoed ik dat psychisch gestoorden zich met de anatomische les hebben bemoeid. In doodgewone hersenenstukjes herkenden ze mythische dieren (het zeepaard van Neptunus geeft zijn naam aan de worstachtige hippocampus: onmisbaar voor leren en geheugen), allerhande lichaamsdelen (brachium voor een ondefinieerbare arm) en zelfs harde moeders (dura mater).
Om het leerwerk verder te vergemakkelijken wordt Grieks (wáárom in hemelsnaam?) en Latijn (ik haat die vervoegingen) afwisselend gebruikt. In het Engels is alles weer andersom: de arteria cerebelli inferior posterior wordt de posterior inferior cerebellar artery. Totally crazy.
Door een knik in de menselijke hersen-as, bestaat de bewegwijzering bovendien uit een warboel van uitwisselbare termen. Mijn 3D-inzicht kraakt aan alle kanten en m’n interne TomTom is de weg kwijt op zoek naar de locatie van de ventroposterieure laterale kern van de thalamus.
Morgen heb ik een lopend examen. 48 hersenplakjes, gescalpeerde structuren of 3D-modellen staan opgesteld in de snijzaal met steeds dezelfde vraag: wat wijst de rode speld aan?
Met een anatomische woordenlijst van 22 kantjes wordt dat een pittige kluif. Helaas zit hervorming van de anatomische terminologie er op korte termijn niet in. Ik hoop dat m’n hippocampus in topvorm is.
Alain Dekker is vijfdejaars student klinisch moleculaire neurowetenschappen (BCN) en gaat vanaf januari zijn afstudeeronderzoek doen bij het Pitié-Salpêtrièreziekenhuis in Parijs.
Foto Reyer Boxem