Het leven van een Thuisbezorgd-koerier
‘Niet wéér naar de Subway!’
De eerste bestelling van de dag voert Jano naar de Subway in Paddepoel. Hij werkt sinds oktober als koerier voor Thuisbezorgd, waar hij na één instructieles aan het werk werd gezet. ‘Het weer is vaak heftig, maar wat deze baan zo chill maakt is de vrijheid’, zegt hij. Geen baas die over je schouder meekijkt, maar gewoon daarheen waar het algoritme van de bezorgapp je naartoe stuurt.
Werken als bezorger betekent niet alleen veel fietsen, maar ook veel wachten. Jano meldt zich aan de kassa voor zijn klant en dan is het afwachten tot de bestelling klaar is. Als het meezit is dat binnen tien minuten, maar ’s avonds rond etenstijd vaak een stuk langer.
Anders dan veel koeriers heeft Jano geen telefoonhouder op zijn fiets: hij plant zijn route van tevoren uit en fietst dan uit zijn hoofd naar zijn bestemming. Maar dat gaat niet altijd goed: ‘Ik heb geen idee waar ik nu ben’, verzucht hij halverwege zijn eerste tocht. Gelukkig is hij stressbestendig: ‘Na vier uur op de fiets is mijn hoofd lekker leeg’, legt hij uit.
Twintig minuten nadat hij zich bij de Subway meldde staat hij met de bestelling bij de klant voor de deur. Hij tikt op de ‘bezorgd’-knop in de koeriersapp en krijgt meteen zijn volgende bestelling door: ‘Oh nee, het is diezelfde Subway weer’, roept hij.
Jano krijgt per uur betaald, plus een bedrag per gefietste kilometer. Maar dat is niet genoeg om van te leven, dus werkt hij daarnaast ook nog als barman – hij wil niet financieel afhankelijk zijn van zijn ouders. Dit is een drukke week: twee diensten voor Thuisbezorgd, drie achter de bar en dan heeft hij ook nog een tentamen, een volleybaltraining en een wedstrijd.
Nadat Jano een pizza heeft afgeleverd, krijgt hij een telefoontje van Thuisbezorgd: of hij tijdens de kerst kan werken? Maar nee, want hij heeft al een vliegticket terug naar Slowakije gekocht. ‘Dat krijg je als je met zoveel internationals werkt’, zegt hij. Als Thuisbezorgd meer Nederlanders aannam, zouden die misschien wel kunnen werken tijdens de kerstdagen. ‘Maar om mensen te krijgen die hier vandaan komen, zouden ze waarschijnlijk meer moeten betalen.’
Volgende bestelling: wéér de Subway. In de broodjeszaak loopt hij een collega tegen het lijf die hij de vorige twee keer dat hij hier vandaag was ook al zag. Ze lachen er hard om: die Nederlanders zijn echt dol op brood.
Het oranje leger van Thuisbezorgd vorm echt een gemeenschap, vertelt Jano. ‘Iedereen is heel aardig.’ Als ze samen moeten wachten, kletsen ze vaak wat met elkaar, al zijn er ook bezorgers die de tijd gebruiken om te studeren. ‘Ik zou eigenlijk ook mijn aantekeningen mee moeten nemen en productief bezig zijn’, zegt Jano met een beschaamde lach. Maar meestal kijkt hij wat op zijn telefoon.
Door dit werk leert Jano Groningen goed kennen: hij is vandaag weer door delen van de stad gefietst waar hij nog niet eerder geweest was. En hij komt op de gekste plekken: hij heeft al eens eten bezorgd op de dansvloer van een club en bij mensen die voor een coffeeshop rondhingen. ‘En ik moest eens bij een eng gebouw aan de rand van de stad zijn, waar er niemand was om het eten aan te nemen. Het was de perfecte horrorscène’, grinnikt hij.
Om twintig over zeven ’s avonds, na negen bestellingen en 32 kilometer fietsen, vindt Jano het wel mooi geweest. Hij levert de laatste bestelling van die dag af en meldt zich af in de app. Voor hij door de regen naar huis fietst, kijkt hij nog even tevreden naar de fooien die hij heeft gekregen. ‘Helemaal niet slecht!’