Samenwonen in Kleine Roze
Internationals only (sorry Dutchies)
Ze komen vaak enthousiast en verwachtingsvol naar Groningen, klaar om aan de studie en het studentenleven te beginnen. Helaas blijken de eerste paar maanden in de stad voor veel internationals niet zelden een wanhopige zoektocht naar een kamer.
Ieder jaar opnieuw hebben zij moeite een kamer te vinden, en het lijkt er niet op dat de situatie de komende jaren verandert. De universiteit heeft ook dit jaar internationals afgeraden naar Groningen te komen als ze in augustus geen dak boven hun hoofd hebben.
Want ondanks het feit dat de gemeente 260 bedden voor noodopvang heeft voor internationals, vreest de stad opnieuw het ergste. Wethouder Roeland van der Schaaf zegt dat het dit jaar om verschillende redenen extra moeilijk is om noodopvang te regelen.
Alles volgeboekt
Er studeren nu ongeveer negenduizend internationals aan de RUG, aan de Hanze zo’n 2300. Oftewel: bij elkaar meer dan elfduizend studenten uit het buitenland. Dat is meer dan 5 procent van de gehele stadsbevolking. En een op de vier RUG-studenten is international.
De Stichting Studentenhuisvesting (SSH) is een van de hoofdaanbieders van woonruimte voor deze almaar groeiende groep en heeft ongeveer 1600 kamers en studio’s, speciaal voor hen.
Maar de stichting heeft slecht nieuws: ‘Het reserveringssysteem voor volgend studiejaar is al een tijdje live en helaas zijn al onze kamers en studio’s al geboekt’, zegt Madelon van Gameren van SSH.
SSH heeft slecht nieuws: alle kamers en studio’s zijn al geboekt
Internationals staan ook nog eens vaak voor een dichte deur bij particuliere studentenhuizen. Het beleid van ‘geen internationals/alleen Nederlanders’ is vaak extra frustrerend; door de kamernood zijn ze al gefrustreerd en door deze policy voelen zich helemaal niet welkom.
In balans
Maar dit is niet altijd zo. Studentenhuis Kleine Roze ( een woordgrapje vanwege de straat waar het huis staat, de Kleine Rozenstraat) doet het op dit moment juist anders: De advertentie die Nederlandse student en bewoonster Sarah Bannet op Facebook: ‘INTERNATIONALS ONLY (sorry Dutchies)’.
‘We willen allemaal de verdeling van het huis een beetje in balans houden. Onze Franse huisgenoot Florent vertrekt binnenkort, dus we willen weer een international in ons huis, en dan het liefst een jongen’, zegt Sarah.
La Petite Rose, zoals ze hun huis liefkozend noemen, is een groot huis dat in tweeën is verdeeld. Er wonen twaalf studenten: vijf Nederlanders en zeven internationals. De internationale studenten in het huis komen uit Duitsland, Slowakije, en Frankrijk. In begin juni is er ruimte voor een nieuwe huisgenoot omdat Florent Hallal, een uitwisselingsstudent uit Frankrijk, dan vertrekt.
Ze zullen Florent natuurlijk missen, maar de studenten van La Petite Rose zijn ook benieuwd wie hun nieuwe huisgenoot wordt en waar die vandaan komt.
‘We hebben veel verschillende kandidaten: uit Griekenland, Nieuw Zeeland, het Verenigd Koninkrijk, Bulgarije, Italië’, zegt Nederlandse student Thomas Dijkstra.
Hospi
La Petite Rose organiseert een hospi online, voor mensen die nog niet in Groningen zijn, en fysiek. Dit jaar hebben ze geïnteresseerden gevraagd een filmpje op te nemen waarin ze zichzelf voorstellen.
We publiceerden op vrijdag en zaterdagavond hadden we al driehonderd reacties
‘Dat scheidt al snel het kaf van het koren, aangezien niet iedereen de moeite wil nemen om zichzelf te filmen. Vorig jaar vroegen we alleen maar om een berichtje op Facebook. We publiceerden ons bericht over de kamer op vrijdag en zaterdagavond hadden we al driehonderd reacties van over de hele wereld’, zegt Thomas.
Driehonderd berichten in iets meer dan vierentwintig uur – het laat nog eens zien hoe gespannen de kamermarkt in Groningen is.
‘We zijn ons bewust van de crisis. Door het evenwicht in het huis te bewaren, willen we eerlijk blijven en juist de studenten helpen die het vaak moeilijk hebben’, zegt Carla Anderer, een Duitse student. ‘We besloten ook onze hospi’s gedeeltelijk online te doen om studenten die vanuit hun eigen land op zoek zijn een kans te geven.’
Oase
Ze snappen dat hun beleid van ‘alleen internationals’ wel lijkt op het meer gebruikelijke beleid van juist géén buitenlandse studenten, maar in werkelijkheid ligt het anders. Kleine Roze staat open voor iedereen, en de bewoners doen hun best hun oase te beschermen.
‘Als je van tevoren al zegt dat je geen internationals wilt, geef je ze niet eens een kans. Uiteindelijk kan je toch kiezen wie je wilt hebben. Maar met zo’n beleid loop je wellicht de kans mis om met een heel bijzonder persoon samen te wonen en te leren kennen’, zegt Sarah over de studentenhuizen waar internationals niet welkom zijn..
Vaak worden de taalbarrière en culturele verschillen als reden opgevoerd, zeker gezien de manier waarop het Nederlandse studentenleven is georganiseerd; aan de Kleine Rozenstraat is Engels de voertaal.
We worstelen allemaal met de taal, dat maakt het juist zo grappig
‘Ik snap heus wel dat veel Nederlandse studenten thuis liever geen Engels spreken, maar vergeet niet dat het voor de meeste internationals precies hetzelfde is. Engels is vaak ook niet hun moedertaal, dus hier worstelen we allemaal mee. Dat maakt het juist zo grappig’, zegt Sarah.
‘Als woorden niet toereikend zijn, communiceren we met gebaren, of moeten we ons behappen met het veelomvattende woord “ding”: Waar is dat dingetje waar je dat andere ding mee afsluit? En toch begrijpen we elkaar altijd’, zegt ze.
‘Uiteindelijk zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. Zij hebben er net zo veel moeite mee als wij. Maar we vinden elkaar in het Engels’, zegt Florent.
Toegevoegde waarde
Hetzelfde geldt voor de culturele verschillen. Wat op het eerste gezicht onoverkomelijke obstakels leken, zijn juist een toegevoegde waarde.
‘Er mogen dan culturele verschillen zijn, maar mij vallen ze niet meer op. We eten misschien op verschillende tijden en we hebben andere gewoontes, maar dat soort dingen zijn juist vaak positief’, zegt de Nederlandse student Gijs Hennen.
Kleine Roze voelt als een hechte gemeenschap, vinden ze allemaal. ‘Het is gewoon een unieke combinatie. Onze verschillen zijn heel waardevol en iedereen staat open voor nieuwe dingen. We hebben zo veel van elkaar geleerd’, zegt Florent.
‘Er is altijd wel iets nieuws om uit te proberen, zeker op het gebied van eten. Vrienden nemen eten uit hun eigen land mee om mee te koken. Je leert allemaal nieuwe tradities, en wij leggen ze vervolgens die van ons uit’, zegt Sarah.
Aziatisch eten
Zo maakte Florent een keer een quiche Lorraine, die iedereen heerlijk vond. Helaas kwamen ze er vervolgens achter dat zo’n quiche helemaal niet Frans is: het recept komt uit Duitsland. ‘Toen ik dat zag, trok ik echt mijn hele leven in twijfel’, lacht Florent.
Ook delen de Nederlandse studenten hun eten en recepten met de internationals. ‘Nederlands eten is helaas wel vaak een beetje teleurstellend’, zegt Carla met een glimlach. Zij houdt meer van smaken uit het Midden-Oosten en Azië. De rest van het huis is ook dol op allerlei soorten Aziatisch eten.
Ze maken dan wel grapjes over het Nederlandse eten, maar uiteindelijk vinden ze het heerlijk
‘Ze mogen dan grapjes maken over Nederlands eten, maar uiteindelijk vinden ze het allemaal heerlijk, vooral als ze dronken zijn’, dient Thomas haar van repliek.
Sinterklaas vieren
Het huis deelt ook tradities. ‘We hebben dit jaar samen Sinterklaas gevierd. Het was niet makkelijk om uit te leggen, maar het was wel heel leuk’, zegt Thomas. ‘Nederlanders vieren het traditioneel met familie en vrienden, dus we wilden onze internationale huisgenoten er ook bij betrekken.’
Sarah, Thomas en de andere Nederlanders probeerden uit te leggen hoe het traditie was om surprises te maken en hoe je een gedicht moest schrijven over iets wat je irriteerde aan de ontvanger, maar dat het wel lief en grappig moest zijn.
Florent staat er in het huis om bekend dat hij dingen heel langzaam doet. ‘Ik deed er ooit een uur over om boodschappen te doen. Vanaf dat moment had ik mijn bijnaam te pakken: Slak’, zegt hij lachend.
‘Vanwege zijn bijnaam gaf ik hem een klein beeldje van een slak voor Sinterklaas’, zegt Sarah.
Florent begreep het concept van Sinterklaas overigens goed. ‘Een voormalig huisgenootje vond altijd jongens die bij een studentenvereniging zaten leuk. Heel vaak waren dit jongens van Vindicat of Albertus. Dus voor Sinterklaas heb ik een klein draairad gemaakt met twee opties met daarop de vraag: Wie zal het deze keer worden?’
Gezellig
Carla heeft een van de kernbegrippen uit de Nederlandse studentencultuur leren kennen: gezelligheid. Ze is er dol op. Hoewel het woord eigenlijk niet te vertalen valt, is de strekking wel duidelijk: een positieve, ontspannende sfeer in combinatie met vrienden en lol.
‘Duitsers hebben altijd haast, daar kan je best gestrest van raken. Nederlanders zijn best wel chill, en dat vind ik heerlijk. Mijn Nederlandse huisgenoten hebben me geleerd om gezelligheid te omarmen’, zegt ze. ‘Het is fantastisch. Het hoogtepunt van mijn Erasmusuitwisseling is dat ik in dit huis heb mogen wonen.’
‘Groningen mag dan een internationale stad zijn’, zegt de Franse Florent, ‘maar dat betekent niet dat het makkelijk is om een band te krijgen met mensen, zeker niet tijdens een pandemie. Maar ik voelde direct een klik met al mijn huisgenoten.’
‘Het voelt echt als een thuis, en dat heb ik nog nooit eerder gevoeld bij een studentenhuis’, zegt Sarah, ‘Ik vond mijn vorige huizen ook heel leuk hoor, maar ik had gewoon niet dezelfde band met mijn huisgenoten daar.’