Studenten
Foto Reyer Boxem

Herman is student en foodtrucker

‘Ik houd van lekker koken’

Foto Reyer Boxem
Herman van Vliet is 63 jaar, student geschiedenis, hobbyboer en met zijn foodtruck zelfbenoemd ambassadeur van Noord-Nederlands eten. ‘Als mensen op straat beter eten, dan gaan ze dat thuis ook doen.’
6 juli om 11:28 uur.
Laatst gewijzigd op 26 september 2022
om 12:38 uur.
juli 6 at 11:28 AM.
Last modified on september 26, 2022
at 12:38 PM.
Avatar foto

Door Giulia Fabrizi

6 juli om 11:28 uur.
Laatst gewijzigd op 26 september 2022
om 12:38 uur.
Avatar foto

By Giulia Fabrizi

juli 6 at 11:28 AM.
Last modified on september 26, 2022
at 12:38 PM.
Avatar foto

Giulia Fabrizi

Van uit de hand gelopen studentenfeestjes tot bezette universiteitsgebouwen en van kamertekorten tot dreigende bezuinigingen: Giulia houdt al het nieuws in de gaten. Ze praat graag met de mensen die het aangaat, schrijft erover en begeleidt freelancers bij het maken van nieuwsartikelen. Eerder werkte ze als stadsredacteur Groningen en gemeenteverslaggever Haren voor Dagblad van het Noorden.

Dat Van Vliet veel meer is dan een geschiedenisstudent met een foodtruck, blijkt tijdens de eerste minuten van het telefonische interview al. ‘Ik sta net eieren in de broedstoof te doen’, zegt hij. 

Een van zijn dertig kippen is die ochtend van een nest afgestapt waar nog zes bebroede eieren in liggen. Normaal gesproken wacht moederhen geduldig tot alle kleintjes uitgekomen zijn, maar ‘in dit nest legde een andere kip ook af en toe een ei’. En als de tijd tussen het uitkomen van de eieren te groot is, worden de eerstgeboren kuikens hongerig.

‘Na een dag of twee gaat ze dan toch eten voor ze zoeken. Dus nu doe ik ze in de broedmachine, zodat ze alsnog uitkomen. En dan mogen ze terug bij moeder.’

Hij en zijn vrouw wonen op drie hectare grond in Friesland, waar behalve die kippen ook geiten, ganzen, eenden, schapen, kalkoenen en honden wonen.

Allemaal oude, Nederlandse rassen: van Hollandse kwakers (eenden) tot Drentse heideschapen. En van Twentse landganzen tot Ardenner rooien (kalkoenen). ‘Ik vind het belangrijk dat oude rassen blijven bestaan’, zegt hij. 

Gestampte pot

Het enthousiasme voor lokaal en lekker eten kreeg Van Vliet niet van huis uit mee. ‘Ik groeide op in een gezin met negen kinderen met gestampte pot. Ik moest altijd de aardappelen schillen, kun je je dat nog voorstellen? Dagelijks drie tot vijf kilogram?’ zegt hij lachend. 

Ik vind het belangrijk dat oude dierenrassen blijven bestaan

De liefde voor het eten groeide pas echt in zijn huwelijk. ‘Mijn vrouw en ik kunnen allebei lekker koken en we houden ervan gasten uit te nodigen’, zegt hij. En waar hij aan het begin van zijn huwelijk nog zonder nadenken de kiloknallers vlees van de supermarkt kocht, leerde hij met de jaren de waarde van eten kennen. ‘Dat begon bij de culinair historische academie waar ik een cursus deed. Dat greep me zo, dat ik me daar verder in wilde verdiepen.’

In eerste instantie deed hij dat op eigen initiatief. Maar toen hij vijftig was en zo’n vijf jaar op de boerderij woonde, wilde hij meer. ‘Ik heb mijn hele leven gezegd dat ik nog eens geschiedenis wilde studeren en toen dacht ik: als ik het nu niet doe, dan wordt het nooit meer wat.’

Dus schreef hij zich in 2009 in voor de deeltijdopleiding geschiedenis en verdiepte hij zich in de culinaire geschiedenis van met name Friesland. 

Aardappel

Als bachelorstudent schreef hij een scriptie over de aardappel en de demografische ontwikkeling in Friesland en Vlaanderen tussen 1750 en 1850. ‘En wat bleek, de bevolking was in die regio’s verdubbeld. Alleen door de aardappel. Die conclusie was nog niet eerder getrokken.’

Het is een van de vele ontdekkingen die Van Vliet in zijn zoektocht naar een culinair leven deed. ‘Ik raakte op gegeven moment ook ontzettend ongerust over onze aarde en hoe we ermee omgaan’, zegt hij. ‘En dan ga je denken: de grootste bijdrage die we kunnen leveren, is van dichtbij eten en met de seizoenen mee.’

Hij zag een kans om die boodschap, naast zijn werk, de boerderij en zijn studie, uit te dragen: met een foodtruck.

Foto Reyer Boxem

Foto Reyer Boxem

Straatrevolutie

‘Ik werd geïnspireerd door de street food revolution van Richard Johnson’, zegt hij. ‘In Nederland hebben we eigenlijk weinig verstand van lekker eten, terwijl er hartstikke veel producenten zijn die fantastische producten verkopen.’ Johnson gaf hem het idee om de ‘gewone man’ op straat te verleiden. 

De grootste bijdrage die we kunnen leveren, is van dichtbij eten en met de seizoenen mee

‘Als mensen op straat beter eten, dan gaan ze thuis ook beter eten’, zegt Van Vliet. En zo zette hij samen met zijn zoon LekkereTrek op: een foodtruck die vaak door het Noorden van Nederland reist en alleen lokaal geproduceerd voedsel verkoopt. Hamburgers van de Fries roodbonte koe, bijvoorbeeld.

‘Ik vertel mensen terwijl ze eten ook altijd iets over wat ze eten’, zegt hij. ‘Bijvoorbeeld dat de roodbonte een oud ras is, waar er nog maar 750 van zijn en die je moet eten om ze in stand te houden.’

Dat klinkt misschien wat tegenstrijdig. Maar, zo zegt Van Vliet, als de boer er niets aan verdient, sterven ze uit. ‘En dat terwijl het een dubbeldoelkoe is: die zowel goede melk als goed vlees geeft.’

Eetcultuur

Als zelfbenoemd ambassadeur van Noord-Nederlandse producten, gaat het Van Vliet aan het hart dat zoveel mogelijk mensen leren dat je niet naar een ver buitenland hoeft om lekker te eten.

Sterker nog, van het buitenland kunnen we leren. ‘Als je aan een Italiaan uit Piëmont vraagt waar hij vandaan komt, dan zegt hij dat hij Piëmontese is, niet Italiaans. En dat hij Piëmontees eet.’

De eetcultuur zit daar zo ingebakken, zegt hij, dat mensen er trots op zijn. En dat zou hij ook graag zien voor het Noorden van Nederland. ‘Ik ken hier zo twintig kaasproducenten in het Noorden die de concurrentie aankunnen met wat we uit Italië halen.’

En waarom zouden we het van ver halen, en daarmee onze aarde vervuilen, als we het ook van dichtbij kunnen krijgen? 

Misschien om dezelfde reden dat de Friese adel vroeger de Franse kok Vincent la Chapelle naar het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden liet komen: om bij te dragen aan de prestige van de stadhouder.

Het is een deel van het scriptieonderzoek dat Van Vliet voor zijn masterstudie uitvoert. En terwijl hij de draadjes van het verleden opnieuw bestudeert, hoopt hij de mensen in de toekomst te kunnen overtuigen van het goede eten in de buurt.

Foto Reyer Boxem

Foto Reyer Boxem

Engels