Universiteit
Anneke Elzinga en haar vriend Janscho van Abel Foto Reyer Boxem

Geldgebrek houdt Oekraïnegangers thuis

‘Bereidheid om te doneren neemt af’

Anneke Elzinga en haar vriend Janscho van Abel Foto Reyer Boxem
Zeven keer reisden frontofficemedewerker Anneke Elzinga en haar vriend naar Oekraïne om hulpgoederen te brengen en mensen op te halen. Nu houdt geldgebrek hen in Groningen. ‘Maar als we morgen horen: hier is een bus en vijfhonderd euro, dan gaan we weer.’
31 oktober om 15:45 uur.
Laatst gewijzigd op 31 oktober 2022
om 15:45 uur.
oktober 31 at 15:45 PM.
Last modified on oktober 31, 2022
at 15:45 PM.
Avatar photo

Door Rob van der Wal

31 oktober om 15:45 uur.
Laatst gewijzigd op 31 oktober 2022
om 15:45 uur.
Avatar photo

By Rob van der Wal

oktober 31 at 15:45 PM.
Last modified on oktober 31, 2022
at 15:45 PM.

Onafgebroken klinkt een zachte ruis door de woonkamer van Anneke Elzinga en haar vriend Janscho van Abel. Het is de Europese kortegolfradio. ‘Zo kan ik horen of er bommenwerpers uit Rusland de lucht in gaan’, zegt Anneke, frontofficemedewerker bij letteren. Want ook al hebben zij en Janscho voorlopig hun laatste rit naar Oekraïne gemaakt, écht loslaten kunnen ze de oorlogsproblematiek nog niet.

Nee, toen ze zo’n dertig jaar geleden als beveiliger in het opvangcentrum in Ter Apel werkte, had ze nooit gedacht dat ze nog eens naar een land in oorlog zou rijden om er vluchtelingen op te pikken. De boosheid die haar nu drijft, voelde ze toen al wel. ‘Ik had echt met de vluchtelingen te doen. Maar ik kon ze niet helpen, geen spullen aanbieden, want dat was belangenverstrengeling. Je mag gewoon niks doen. Door naar Oekraïne te rijden, kan ik toch een stukje van die machteloosheid kwijtraken.’

Zeven keer ging ze samen met Janscho naar Oekraïne. Altijd in een gehuurd busje met op de buitenkant stickers van het Rode Kruis. In totaal namen ze ongeveer veertig mensen mee naar Nederland. Altijd gaan ze samen. ‘We zijn een goed team’, zegt Anneke. ‘Ik ben van de intelligence, houd Twitter, Facebook en de radar voor Russische gevechtsvluchten in de gaten. Janscho is meer van het nadenken en beslissingen nemen. En hij is nog professioneel rallycoureur geweest, dus hij kan ook nog hard rijden’, lacht ze.

Giften

Maar aan die ritten komt voorlopig een eind. ‘Elke rit kost ongeveer 1800 euro’, zegt Janscho. ‘We moeten een busje en de brandstof betalen en natuurlijk willen we de mensen ook een fatsoenlijke slaapplek bieden onderweg.’ 

Wij willen ervoor zorgen dat het geld bij de juiste mensen terechtkomt

Ongeveer de helft van de kosten wordt gedekt door giften van vrienden, familie en gulle gevers. Het restant betaalt het tweetal zelf. Daarnaast krijgen ze nog spullen gedoneerd. Ziekenhuisapparatuur van het Medisch Centrum Leeuwarden bijvoorbeeld, en gehoorbescherming voor het leger. Want veel soldaten in Oekraïne zitten zonder.

Blik op de verwoestingen in Irpin vanuit het autoraam

Sponsoring zoeken bij een grote organisatie zoals Giro555 om alle kosten te dekken, kunnen ze niet. ‘Die doen alleen zaken met vaste partners’, zegt Janscho. ‘En bovendien gaat een deel van hun geld naar managers en de verkeerde mensen. Wij willen ervoor zorgen dat al het geld bij de juiste mensen terechtkomt. Echt die corruptie tegengaan.’

Grens

Dat betekent ook: steeds verder Oekraïne in om de spullen af te leveren. ‘In het begin gingen we slechts tot de zwaarbewaakte grens om mensen op te pikken’, vertelt Anneke. ‘We durfden niet verder. Bovendien is het busje aan de andere kant van de grens niet verzekerd.’ 

Maar het tweetal merkte dat rond de grens handelaren actief waren die de hulpgoederen wilden doorverkopen. En dus besloten ze om de spullen zelf af te leveren bij de ziekenhuizen en militairen, en vanaf daar ook mensen mee terug te nemen. Altijd gingen ze mee de grens over naar Krakau, en soms ook door naar Groningen.

Je probeert te denken: de kans is heel klein dat er een bom op mij valt

De laatste rit was een spoedgeval. Anneke en Janscho waren nog maar twee dagen terug uit Oekraïne, toen ze via de appgroep van vrijwilligersorganisatie On My Way UA een bericht kregen. ‘Of we een zesjarig meisje konden ophalen’, vertelt Anneke. ‘Ze was door een Canadese militair met gevaar voor eigen leven bij haar vader uit bezet gebied gehaald en naar Kyiv gebracht. Haar moeder was al in Nederland.’

Even een zesjarige passagier oppikken om naar haar moeder in Nederland te brengen

En dus gingen ze opnieuw op weg naar Kyiv. In de verte hoorden ze af en toe raketten neerkomen en ze zagen rook opstijgen. ‘Je probeert toch te denken: de kans is heel klein dat er een bom op mij valt. Maar we waren hoe dan ook ontzettend opgelucht toen we op de terugweg opnieuw de Poolse grens bereikten.’

Brandstof

Ondertussen gaat het leven in Oekraïne gewoon door, merkten Anneke en Janscho. ‘We deden een biertje op het terras van een hotel in Lviv’, zegt Anneke. ‘Naast ons was een bruiloft bezig. Er werd uitgebreid gefeest en gedronken. Mensen vierden feest alsof het hun laatste dag was.’

Tijdens een eerdere reis kwamen ze nog bijna zonder brandstof te staan, midden in Oekraïens gebied. ‘We hoorden al dat er een tekort aan brandstof was’, zegt Janscho. ‘En we dachten: dat zal wel een beetje meevallen.’ Het viel niet mee. Voor de weinige tankstations die nog open waren, stonden kilometerslange rijen, waarin mensen dagen stonden te wachten voor tien liter brandstof. ‘Dat was voor ons geen optie.’

Toen ze de volgende ochtend uit het hotel kwamen, zat er een Oekraïense militair met zijn vrouw naast hen. ‘Ze vroegen wat wij hier eigenlijk deden. Toen vertelden we dat we mensen kwamen evacueren, maar dat onze tank bijna leeg was. De man belde direct met zijn commandant. Ik kon achter ze aanrijden naar een klein militair tankstation. “Gooi de tank maar vol”, zeiden ze.’

Wrak

Eén moment zullen ze nooit vergeten, zegt Janscho. ‘We waren mede-eigenaar van een auto met Nederlands kenteken die in Polen aan de grens stond. Die was bedoeld om Oekraïne in te gaan, maar het was echt een wrak.’ De auto ging al stuk in Lviv, zo’n zeventig kilometer over de grens. ‘Gelukkig konden we daar een auto huren, maar die moest natuurlijk bij terugkomst ook weer in Lviv ingeleverd worden.’

We hebben de chauffeur voor twintig euro omgekocht

Een taxi van het verhuurbedrijf bracht Anneke en Janscho met hun passagier, een zestienjarig meisje wier familie al in Nederland zat, naar de grens. De laatste kilometer naar hun eigen auto in Polen moesten ze zelf lopen. ‘Dat was echt niet fijn’, zegt Anneke. ‘Het was midden in de nacht, we moesten over een nare grens met veel controles.’

Bij de laatste checkpoint, eigenlijk al in Polen, werden ze tegengehouden. Anneke en Janscho moesten, net als de stroom vluchtelingen, een bus in. Ze zouden naar het aanmeldcentrum worden gebracht, om te worden geregistreerd. ‘Dat wilden we natuurlijk helemaal niet. Onze auto stond driehonderd meter verderop, na de grenspost. Maar er was eerst geen woord tegenin te brengen. Uiteindelijk hebben we de chauffeur voor twintig euro omgekocht. Hij heeft ons drieën keurig bij onze auto afgezet.’

Nederland

Hun werk heeft nooit onder de ritten naar het oorlogsgebied geleden. ‘Janscho kan werken op afstand, en ik kon vrije dagen opnemen’, zegt Anneke. ‘Mijn leidinggevende was heel flexibel. Hij heeft dagen in m’n rooster omgeruild zodat ik na een weekend reizen op de maandag niet direct werd ingepland. En ik kreeg niet alleen donaties van vrienden en bekenden, maar ook van collega’s.’

Maar de bereidheid om te doneren neemt af. ‘Bij het uitbreken van de oorlog reageerden veel mensen emotioneel en wilden ons helpen’, zegt Janscho. ‘Maar je merkt wel dat dit de laatste tijd verdwijnt. Daardoor is het voor ons nu financieel niet verantwoord om nog eens te gaan.’

Het tweetal helpt daarom nu vanuit Nederland. Ze houden contact met Oekraïners die in de buurt zijn ondergebracht. Als mensen spullen nodig hebben, zoals warme dekens, dan gaan ze er naar toe. Ook verzamelen ze jodiumpillen voor hulpverleners in de buurt van het Oekraïense Zaporizja. Als de kerncentrale die daar staat beschadigd raakt, kan er namelijk straling vrijkomen. ‘En de hulpverleners in de buurt hebben nu geen pillen of iets dergelijk, dus daar doe ik een oproepje voor op Facebook.’

Ook helpen op afstand geeft voldoening, vinden Anneke en Janscho. ‘Maar als we morgen horen: hier is een bus en vijfhonderd euro, dan gaan we weer naar Oekraïne. Zeker weten.’Na de oorlog gaan ze zeker nog eens terug. ‘Oekraïne is ook gewoon een prachtig land. Het leven is er ontzettend basic en overzichtelijk’, zegt Anneke. ‘En we hebben daar nu zoveel mensen ontmoet en geholpen waar we mogen logeren als alles weer normaal is. We kunnen daar nog jáááren op vakantie.’

Engels