Hebben zestig studenten echt gesjoemeld?
Fraude of toeval
Het is misschien wel de grootste fraudezaak in de geschiedenis van de universiteit. Zelfs toen de Faculteit Economie en Bedrijfskunde in 2020 tentamens ongeldig verklaarde, ging het ‘slechts’ om 116 studenten verdeeld over drie vakken.
Maar op 26 januari van dit jaar zouden minsten zestig studenten – van de 154 – gesjoemeld hebben met het online tentamen Sociology of Arts II. Het viel de supervisors op dat er opmerkelijke overeenkomsten zaten in de formuleringen van de studenten. En ze ontdekten nog iets anders: veel van de studenten hadden dezelfde IP-adressen, wat er op wijst dat ze op dezelfde locatie zaten.
De situatie leek helder. Ze lichtten de examencommissie in, die besloot dat met zoveel frauderende studenten de waarde van het examen in twijfel kon worden getrokken. En dus kregen alle studenten op 22 februari een email dat hun tentamen ongeldig was verklaard. Iedereen moest hertentamen doen, of ze nou op spieken waren betrapt of niet.
Maar de examencommissie weet nog steeds niet wie er precies gefraudeerd hebben. En dat roept de vraag op: hoeveel studenten hebben dat dan werkelijk gedaan? En is er ook een andere verklaring mogelijk?
Oneerlijk
De studenten denken van wel. Zij zijn woest. ‘Waarom scheren ze ons allemaal over een kam? Dat is gewoon oneerlijk’, zegt premasterstudent Wendy Zhao. ‘Ik had een ticket naar Praag gekocht voor 26 maart, maar ze kondigden het hertentamen aan voor 30 maart, dus moest ik m’n ticket annuleren. En daarnaast hadden we op die dagen ook nog eens ten minste drie deadlines.’
Het is onmogelijk om een op een met iedereen te spreken
Ze zijn ook verbaasd over de gang van zaken. ‘We dachten dat mensen aangewezen zouden worden en dat er met hen contact opgenomen zou worden. Maar niemand heeft iets gehoord’, zegt de 18-jarige Raphael Edde.
Er was een bijeenkomst op 23 maart waar de examencommissie en de docenten de situatie toelichtten, maar daar kregen de studenten nauwelijks details te horen, zegt Wendy. ‘We vroegen meerdere keren om hoeveel gevallen van fraude het precies ging, maar daar gaven ze geen antwoord op.’ Volgens Raphael was de teneur van de bijeenkomst ‘nogal neerbuigend’. ‘Een van de commissieleden zei: “We weten niet of mensen intelligent gefraudeerd hebben.”’
Boven enige twijfel
Volgens Quirijn van den Hoogen van de examencommissie was het ongeldig verklaren van het tentamen echt de enige mogelijkheid. ‘Er waren 160 studenten die dit vak volgden. Dan is het onmogelijk om een op een met iedereen te spreken. Op een gegeven moment concludeer je dat het hele tentamen gecompromitteerd is en dan hou je op met het onderzoek naar individuen.’
Ze hadden het belang van de studenten voor ogen, legt hij uit. ‘Als examencommissie is onze voornaamste zorg de geldigheid van de diploma’s van onze studenten. Die moet boven enige twijfel verheven zijn.’
De enige optie die de studenten hadden, kregen ze te horen, was om bezwaar in te dienen bij het Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten. Maar er zou dan pas na tien tot achttien weken een besluit vallen: te laat om nog iets aan de situatie te veranderen.
Vergelijkbare fouten
Er zijn andere verklaringen voor de overeenkomsten in hun antwoorden, denken de studenten. Een van hen vermoedt dat de antiplagiaatsoftware de referenties die ze gebruikten als plagiaat beoordeelde. En Wendy denkt dat de inhoud van het tentamen van invloed kan zijn geweest. ‘Als je naar definities en concepten vraagt, is het lastig om andere woorden te gebruiken in je antwoord.’ De studenten hadden ook een appgroep aangemaakt om aantekeningen te delen en zich samen voor te bereiden. ‘Dus maken we dan misschien ook vergelijkbare fouten’, zegt Wendy.
Raphael vindt het ook niet zo gek dat de antwoorden op elkaar leken. ‘Als je hetzelfde lesmateriaal hebt, geef je vergelijkbare antwoorden. We krijgen allemaal dezelfde informatie en en dezelfde tips over hoe je moet antwoorden.’ Studenten gebruiken daarnaast ook dezelfde oefententamens, zegt hij .
Als je hetzelfde lesmateriaal hebt, geef je vergelijkbare antwoorden
De IP-adressen van de studenten zijn ook niet bepaald sluitend bewijs, volgens Raphael. ‘Ik vond het onprettig te ontdekken dat ze die gebruiken om onze locatie vast te stellen zonder dat we dat weten’, zegt hij. Maar erger is dat de IP-informatie onterecht op fraude kan wijzen. Studenten kunnen hetzelfde IP-adres hebben omdat ze het tentamen op een openbare locatie maken of in studentenaccommodatie. ‘Het lijkt wel op confirmation bias’, vindt hij.
De veronderstelde fraude kan zelfs een gevalletje miscommunicatie zijn geweest. Tot op het laatste moment was namelijk onduidelijk of het een openboektentamen was of niet. ‘Toen ik dat aan een van de docenten vroeg, zei die: het is gelijk aan een openboektentamen, omdat we jullie er niet van kunnen weerhouden om bronnen te gebruiken, zegt een student.
Geen variatie
De examencommissie staat desondanks nog steeds achter zijn besluit. Het was géén openboektentamen, zegt Van den Hoogen. ‘Omdat de studenten thuis zijn, kunnen we niet controleren welke bronnen je tot je beschikking hebt en wat je tijdens het tentamen hebt gebruikt, maar de studentengelofte is duidelijk: daar staat in dat je ons jouw eigen werk toont. Dat betekent dat je geen antwoorden van anderen of uit externe bronnen mag kopiëren.’
Hij gelooft ook niet dat er andere verklaringen zijn voor de overeenkomsten. ‘Er zitten grote verschillen in hoe studenten definities formuleren of hoe ze een bepaalde term omschrijven’, zegt hij. ‘Die variatie was hier niet te zien, want daar lette de plagiaatscanner op.’
De IP-check was slechts het laatste puzzelstukje. ‘Als we niet al andere overeenkomsten hadden gevonden, hadden we ze niet hoeven checken. Daarom wilden we ook niet op individueel niveau naar fraudeurs zoeken.’
Dat de studenten overstuur zijn over de situatie lijkt hem een gezonde reactie. ‘Vanuit het perspectief van de commissie denk ik dat je juist wilt dat ze overstuur zijn, zodat ze begrijpen dat er een probleem is’, zegt hij. ‘We nemen dit heel serieus: knippen en plakken is gewoon niet toegestaan.’
Betere software
Van den Hoogen denkt dat het gebruik van betere software de belangrijkste reden is dat er tegenwoordig zoveel fraudegevallen ontdekt worden. ‘Voorheen hadden we misschien een of twee plagiaatgevallen per jaar en nu gaat het elke bijeenkomst over plagiaat. Maar misschien komt het ook doordat de jongere generaties meer gewend zijn aan kopiëren.’
In dit land ben je onschuldig tot je schuld bewezen is
Toch behandelen niet alle faculteiten dit soort gevallen op dezelfde manier. Toen die drie tentamens aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde ongeldig verklaard werden, had de examencommissie alle fraudeurs in het oog. De leden hadden vele uren besteed aan het onderzoeken van elk individueel geval.
En toen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen zag dat het aantal gevallen van tentamenfraude vorig jaar sterk toenam, zocht hun examencommissie ook precies uit hoe dat zat. ‘Volgens ons werd dat veroorzaakt door het gebruik van antiplagiaatsoftware’, zegt secretaris Erik Meijles van de commissie. ‘Maar dat betekent niet dat er meer fraudeurs zijn, omdat de software alleen maar overeenkomsten in teksten ontdekt.’
Onacceptabel
Meijles zegt dat het daarna aan de examencommissie is om na te gaan of het echt om fraude gaat. ‘We hadden een geval waarbij meerdere studenten hetzelfde antwoord gaven, maar het bleek dat ze een gedeeld document hadden om zich op het tentamen voor te bereiden en wat daarin stond kwam deels uit de aantekeningen van de docent. Dus uiteindelijk besloten we dat er geen sprake was van fraude.’
Het feit dat de examencommissie van letteren niet elke individuele fraudeur heeft aangewezen zou op zijn faculteit onacceptabel zijn, zegt hij. ‘De commissie zou heel goed moeten nadenken voor ze een tentamen volledig ongeldig verklaart, omdat je daarmee ook de studenten die niet gefraudeerd hebben raakt.’
Meijles begrijpt dat het aantal gevallen in deze situatie het onderzoek bemoeilijkt. ‘Maar ik zou heel voorzichtig zijn met claimen dat er fraude is gepleegd. Want in dit land ben je onschuldig tot je schuld bewezen is.’