• Wetenschap en de massa

    Waar is het feestje?

    Je kunt geen festival meer bezoeken zonder over de wetenschappers te struikelen. Wat doet een hardcore bèta op Lowlands en de trekvogelprof op Into the Great Wide Open? 
    in het kort

    Hoogleraar kwantumfysica Caspar van der Wal stond in 2012 op Lowlands om het ‘halfdronken’ publiek te overtuigen van de relevantie van kwantummechanica.

    Het gaf hem een goed gevoel. De wetenschap is een miljoenenbusiness, aldus Van der Wal, en het publiek heeft recht om te weten wat er gebeurt met het belastinggeld.

    Van der Wal werd eropuit gestuurd door ScienceLinx, dat de zogeheten outreach verzorgt voor de Groningse bètafaculteit. Dit clubje stuurde in de afgelopen jaren ook wetenschappers naar festivals als Into the Great Wide Open, Down the Rabbit Hole en Welcome to the Village.

    ‘Zo’n festival zorgt voor een reality check, maar op een goede manier’, zegt Bart van de Laar van ScienceLinx. ‘ Ze komen er ineens achter dat er belangstelling is.’

    Sociaal psychologe Aafke van Mourik Broekman gebruikt festivals juist als een levensgroot lab. Bijvoorbeeld door op Noorderzon te onderzoeken hoe publiek reageert op een theatervoorstelling.

    Trekvogelprofessor Theunis Piersma gebruikt festivals voor zijn eigen persoonlijke missie om de met uitsterving bedreigde grutto te redden.

    ‘Door kunst en wetenschap samen te brengen kun je mensen op een andere manier aanspreken en kun je ze laten voelen dat het verschríkkelijk is wat er met de trekvogels gebeurt’, aldus Piersma.

    volledige versie

    Leestijd: 10 minuten (1678 woorden)

    Daar stond hij dan. Op enkele tientallen meters van hem vandaan bevond zich de grote tent waar de Foo Fighters optraden. Bassen dreunden door tot diep in zijn lichaam. Sterker nog: ook de opstelling waarmee hoogleraar kwantumfysica Caspar van der Wal kwantumgeleiding wilde demonstreren aan de bezoekers van Lowlands trilde constant. Linke soep voor het één atoom brede gouddraadje dat zich in de kast bevond.

    Gelukkig was de opstelling bestand tegen het geweld van de Foo Fighters en Van der Wal tegen de ‘halfdronken festivalgangers’ van Lowlands. Het viel allemaal reuze mee, zegt hij. Het publiek was inderdaad ‘erg gevarieerd’: ‘Dronken, scherp, zweverig en kritisch, maar ook opvallend enthousiast en geïnteresseerd. Mijn collega’s en ik startten om twaalf uur ’s middags en waren aan één stuk bezig tot acht uur ’s avonds’, zegt hij. ‘En in een uur kon ik zo’n zes praatjes houden voor een groepje.’

    Goed gevoel

    Hij schat dat ze uiteindelijk zo’n 500 mensen hebben ingewijd in de geheimen van de kwantumgeleiding. Hij vertelde ze hoe telefoons enkel nog sneller kunnen werken als we ‘zijn’ techniek gebruiken, want het maximum van gewone geleiders is bereikt. Hij laat ze zien wat er gebeurt als je een elektrisch stroompje door een gouddraadje van één atoom leidt. En hoe – als je het nog dunner maakt – er een raar soort ‘stapjes’ optreden in die geleiding. En dat dat natuurkundige constanten zijn, onafhankelijk van materiaal of de sterkte van de stroom.

    ‘We maakten echt contact. Ze stelden allerlei vragen en aan het eind gingen ze met een goed gevoel weer weg. En ook de wetenschappelijke lezingen van Lowlands University waren gigantisch populair.’

    Het geeft een goed gevoel om de ivoren toren van de universiteit even achter je te laten en te vertellen over je vak. ‘Dat je kan laten zien dat kwantummechanica daadwerkelijk invloed heeft op de wereld om ons heen. Dat je mensen kunt prikkelen.’

    Maar Van der Wal heeft meer redenen om af te reizen naar Biddinghuizen als hem dat wordt gevraagd. De wetenschap, zeker het soort dat hij bedrijft, is een miljoenenbusiness. Het publiek heeft recht om te weten wat er gebeurt met het belastinggeld. Door te laten zien hoe zijn kwantummechanica en nanotechnologie de wereld om ons heen beïnvloeden, toon je aan dat ze relevant zijn. ‘Als je wilt dat je telefoon nog sneller wordt dan nu bijvoorbeeld, dan heb je daar kwantumgeleiding voor nodig. Ik wil mensen een idee geven van hoe dat werkt, zodat ze zich een mening kunnen vormen die op iets anders gebaseerd is dan onderbuikgevoelens.’

    Reality check

    Dat is het precies, beaamt Bart van de Laar van ScienceLinX, dat voor de bètafaculteit de zogenaamde outreach verzorgt en dus ook Van der Wal naar Lowlands stuurde. Het clubje dat zich enkele jaren geleden nog voornamelijk bezig hield met voorlichting op scholen, is de laatste jaren uitgegroeid tot een forse groep enthousiastelingen die voortdurend manieren verzinnen om het grote publiek te bereiken. En die dus hardcore bèta’s afvaardigen naar Lowlands, Into the Great Wide Open, Down the Rabbit Hole of Welcome to the Village. ‘En dan zijn er ook nog de meer cultureel gerichte happenings: Noorderzon en natuurlijk de Nacht van Kunst en Wetenschap’, zegt Van de Laar.

    Het publiek is echt niet alleen maar geïnteresseerd in oneliners

    Wetenschap wordt namelijk enorm gewaardeerd. Veel méér dan veel onderzoekers zich realiseren. ‘Zo’n festival als Lowlands zorgt voor een reality check, maar op een goede manier’, zegt hij. ‘Ze komen er ineens achter dat er belangstelling ís. We hebben vaak het idee dat het publiek alleen nog maar geïnteresseerd is in oneliners, maar dat is echt niet zo.’

    Dat ondervond ook Steven Hoekstra toen hij vorig jaar optrad bij de Nacht van Kunst en Wetenschap. De man die al tien jaar zijn best doet om moleculen tot stilstand te brengen in een deeltjesvertrager, zat ineens in een kamer te brainstormen met choreograaf Guy Weizman van Club Guy & Roni en techniekkunstenaars van WERC. Samen maakten ze een voorstelling waarbij Hoekstra’s wetenschappelijke betoog werd ondersteund door dans en videoprojecties.

    festival-vg
    Aanwezigheid van ScienceLinX op Noorderzon

    ‘Het viel erg goed samen’, zegt Hoekstra. ‘Zowel vanuit wetenschappelijke hoek als vanuit het grote publiek waren de reacties positief.’ Natuurlijk waren er dingen die uit natuurwetenschappelijk perspectief onzin waren – voor Guy was het stilzetten van het molecuul ook een metafoor voor onthaasten bijvoorbeeld – maar juist dat associatieve denken vond Hoekstra bijzonder stimulerend. ‘Je gaat even op een andere manier naar de wereld kijken.’

    Hij heeft niet de illusie dat de mensen die zijn optreden bijwoonden na afloop echt begrepen waar hij mee bezig was. Maar dat hoeft ook niet, vindt hij. ‘De voorstelling maakte het mogelijk om de fascinatie en verwondering over te brengen. Dat is leuk, maar ook belangrijk voor de wetenschap als geheel.’

    Levensgroot laboratorium

    Toch zijn lang niet alle wetenschappers die volle zalen trekken bezig met het afleggen van verantwoording voor uitgegeven belastingcenten. Aafke van Mourik Broekman gebruikt festivals als levensgroot laboratorium. Drie jaar geleden startte ze een onderzoek naar de manier waarop het publiek reageert op een theatervoorstelling. Dansgroep Random Collision zette drie voorstellingen op de planken op Noorderzon, waarna Van Mourik Broekman, haar begeleider Tom Postmes en geluidsonderzoeker Tjeerd Andringa de relatie tussen publiek en performers onderzochten.

    De voorstellingen waren in no-time uitverkocht. Het jaar erna herhaalde Van Mourik Broekman het onderzoek en weer een jaar later ging ze mee met reizend dansfestival Moving Futures. Het is ideaal, zegt ze, om op die manier festival en wetenschap te verbinden. Vooral Noorderzonpubliek is breed – heel geschikt onderzoeksmateriaal voor een sociaal psychologe. ‘Maar je brengt wetenschap ook heel dicht bij de mensen, meer nog dan bij een lezing.’

    Mensen blijken het enorm leuk te vinden om proefpersoon te zijn, merkte ze al snel. Zelfs al wekte een van de drie voorstellingen – eentje waarin nauwelijks samenhang zat – soms woede bij het publiek. ‘Dan reageerden ze geërgerd. Zo van: heb ik híer nu voor betaald? Maar als ze daarna uitleg kregen en vragenlijsten invulden, gingen ze toch nog met een goed gevoel weg.’

    Mensen blijken het enorm leuk te vinden om proefpersoon te zijn

    Het maakte Van Mourik Broekman tot een van de bekendere psychologen van de RUG. Ze heeft inmiddels zelfs meer festivalpraatjes gehouden dan wetenschappelijke verhandelingen.

    Ideologische missie

    Ook trekvogelprofessor Theunis Piersma ‘gebruikt’ festivals – al is dat dan niet met een wetenschappelijk doel, maar als deel van een ideologische missie. Hij ging naar Into the Great Wide Open met zijn ‘gebed voor de grutto’. Hij maakt de voorstelling Music of Migration, met multi-instrumentalist Sytze Pruiksma en de Friese fadozangeres Nynke Laverman. En – ook met Pruiksma – het recente King of the Meadows. Piersma stond ermee op het Trekfestival in het Lauwersmeergebied, liet zich zien op Noorderzon en deze week op het Sense of Place Seminar dat aan Oerol is verbonden.

    Waarom? Omdat hij een verhaal te vertellen heeft, omdat hij soms los wil komen van de knellende conventies van het wetenschappelijke werk, maar ook – en vooral – omdat hij een boodschap wil overbrengen waarvoor de artikelen en tabellen van een wetenschappelijk tijdschrift niet geschikt zijn. ‘Ik wil mensen iets laten voelen. Ik wil ze laten horen wat het betekent als grutto’s uitsterven.’

    Hij ging zelfs zover om Music of Migration op te voeren tijdens een conferentie van het Wereld Natuurfonds in Shanghai. ‘Er was daar een Chinese projectmedewerker die we er enthousiast voor kregen’, zegt hij. ‘We zaten daar met elkaar in dat rothotel en wij wilden de bezoekers laten voelen waar het over ging.’

    Ivoren toren

    Het was, zegt Piersma, een enorm succes. ‘Ik bespeel de hoofden en Sytze de harten’, zegt Piersma. ‘Door kunst en wetenschap samen te brengen kun je mensen op een andere manier aanspreken en kun je ze laten voelen dat het verschríkkelijk is wat er met de trekvogels gebeurt.’

    Ik wil ze laten horen wat het betekent als grutto’s uitsterven

    En dat is meteen waarom het zo jammer is dat een vergelijkbaar project, voorafgaand aan Oerol dit jaar, maar zo weinig aandacht trok. Piersma organiseerde een tweedaags seminar waar hij alle beleidsmakers, politici en lobbygroepen rond het waddengebied wilde samenbrengen. Twee dagen waarin de obligate lezingen werden vervangen door projecten met kunst, dans en muziek. Maar slechts een handjevol van de grijze pakken schreef zich in. Waarom?

    ‘Misschien snappen ze het niet’, zegt Piersma. ‘Of misschien is het te nieuw. Maar ja, altijd krijg je het verwijt dat je uit je ivoren toren moet komen. Doe je dat, dan komen ze niet.’

    Wat hielp was het feit dat Hoekstra – zoals zoveel wetenschappers tegenwoordig – veelal dezelfde tools gebruikt als de jongens van WERC: lasers, grote datasets, computers. En Hoekstra’s fascinatie met – onzichtbare – zwarte materie vond weerklank in hún fascinatie voor onzichtbare data.

    Het eindresultaat was een dansvoorstelling op de Nacht van Kunst en Wetenschap van vorig jaar, visueel ondersteund met projecties die de deeltjesvertrager van Hoekstra verbeelden. Lichtbundels schoten op de dansers om te verbeelden wat er binnenin Hoekstra’s vertrager gebeurt. ‘We wilden zo de fascinatie delen’, zegt Valk. Huizer knikt: ‘Wij vormden de brug tot dit lastige pakket van Steven en het grote publiek door ons inlevingsvermogen eraan te koppelen.’

    Wetenschap versus kunst

    Hoe pak je dat aan wanneer je als videoperformer wordt gevraagd om samen te werken met een deeltjesfysicus? Zijn dat niet twee totaal andere grootheden?

    Jelle Valk en Olav Huizer denken van niet. Natuurlijk, een wetenschapper moet bewijs hebben, een kunstenaar kan iets aannemen en daardoor grotere stappen maken. Maar de basis van waaruit ze werken is hetzelfde. Het stellen van grote vragen en een diep verlangen om die te beantwoorden.

    De twee werden meteen geraakt door de fascinatie waarmee Steven Hoekstra zijn werk doet. ‘Die man is al tien jaar bezig om deeltjes stil te zetten’, zegt Huizer. ‘Daar heb je echt een gigantische drive voor nodig. Tegelijk is iemand zoals Guy van Club Guy & Roni ook al jaren bezig om zijn dans helemaal goed te krijgen, en wij zijn met ons werk niet anders. We jagen op iets wat we niet kunnen definiëren, iets ontastbaars.’

    Toen Valk en Huizer gevraagd werd of ze Hoekstra’s onderzoek naar donkere materie wilden verbeelden, gingen ze eerst uitgebreid bij hem langs. Ze stelden eindeloos vragen – en Hoekstra gaf eindeloos antwoorden, tot ze in essentie begrepen wat hij wilde overbrengen. ‘Maar zijn middelen beperken zich tot tekst, grafieken en powerpoints.’