Geen visum, geen congres
Beperkt door je paspoort
Weer dik honderd euro lichter. Sayoni Santara heeft net haar portemonnee getrokken om een afspraak te kunnen maken voor een visumaanvraag bij haar ambassade. Over anderhalve maand mag de sociologiepromovenda haar publicatie presenteren op een conferentie op Princeton. Dat is niet vanzelfsprekend, want de bijeenkomst is heel prestigieus binnen haar vakgebied.
Haar muis klikt een aantal keer. Oké, opletten nu. Deze maand? Niks. Volgende maand? Niks. Ze scrollt langs volgeplande tijdsloten, op zoek naar een vrij plekje. Eerstvolgende mogelijkheid? Over zeventig dagen.
Zwakke paspoorten
Niet elk paspoort is evenveel waard. De Henley Passport Index rangschikt landen op basis van ‘sterke’ en ‘zwakke’ paspoorten: hoe sterker je paspoort, hoe meer landen je kunt bezoeken zonder visum. Als je uit India komt, zoals Santara, heb je pech: slechts 58 landen laten haar zonder meer toe – ter vergelijking: met een Nederlands paspoort heten 188 landen je ook zonder visum van harte welkom.
Dat de uitnodiging van Princeton haar zóveel stress zou opleveren, had Santara niet verwacht. ‘Ik dacht dat zo’n brief wel voor nieuwe mogelijkheden zou zorgen in het visumproces, maar dat was niet zo.’
Ze probeerde alles. ‘Ik heb me bij consulaten in Nederland, België en Duitsland aangemeld.’ Maar de wachttijd was overal lang. Té lang. Dus uiteindelijk moest ze de conferentie aan zich voorbij laten gaan. ‘Ik heb contact opgenomen met Princeton om te vragen of er ook een hybride optie was, maar het was alleen een fysieke bijeenkomst. Dus ben ik maar naar een congres in Bulgarije gegaan.’
Gedoe
Santara is geen uitzondering. Meer academici ervaren problemen met hun visum, zoals Shamiso Musarurwa. ‘Mijn aanvragen zijn tot nu toe nog nooit afgewezen’, zegt de promovendus filosofie, opgegroeid in Zimbabwe (64 visumvrije landen). ‘Maar ik durf er nooit op te vertrouwen dat ik een visum krijg. Het eerste waar ik aan denk als ik een congres uitkies, is hoe ingewikkeld het gaat worden om een visum te krijgen.’
Universitair docent migratiebeleid Stephen Adaawen uit Ghana (67 visumvrije landen) woont al zestien jaar in Europa en heeft nog steeds gedoe met visa. ‘Zelfs binnen Afrika is het lastig voor me om naar andere landen te reizen, alleen maar omdat ik een Ghanees paspoort heb.’
Ik durf er nooit op te vertrouwen dat ik een visum krijg
Maar ook als een visum wel relatief makkelijk te krijgen is, kan de reis hobbelig verlopen. Toen Adaawen nog een promovendus was, bezocht hij een grote conferentie in Yokohama, samen met een collega. ‘Op het vliegveld daar kregen we problemen.’
De grenspolitie hield ze tegen. Ze vroegen of de academici drugs of andere illegale spullen Japan in brachten en ze moesten een bewijsbrief van de conferentie laten zien. ‘We waren er minstens een uur mee kwijt.’
Het frustreert Adaawen enorm en maakt dat hij vliegreizen het liefst vermijdt. ‘Ik word er gewoon constant aan herinnerd dat ik er niet bij hoor’, zegt hij. ‘Ik ben nu meer gemotiveerd dan ooit om Nederlands te leren, zodat ik een Nederlands paspoort kan aanvragen en makkelijker kan reizen.’
Ook Santara merkt dat ze meer moeite heeft om Nederland binnen te komen dan haar Nederlandse collega’s. ‘Mijn Nederlandse collega’s komen zonder problemen door de douane, maar ik word altijd tegengehouden op het vliegveld en dan moet ik met iemand praten’, zegt ze. ‘Dat voelt niet fijn.’
Lang en duur proces
Om een visum aan te vragen maak je een afspraak met een ambassade van het land waar je heen wilt en vul je een vragenlijst in. Die van de Verenigde Staten is berucht, vertelt Musarurwa. ‘Ze vragen bijvoorbeeld naar je stamboom, welk land je vandaan komt, of je visum wel eens geweigerd is, en ze willen links naar je sociale media.’
Daarna volgt een interview waarin je nog een keer de vragen langs loopt. Dat proces kan soms wel een jaar duren. ‘Een promotietraject duurt vier jaar, en daarvan ben ik ongeveer twee maanden druk geweest met stressen om visumgerelateerde zaken’, zegt Santara.
Mijn Nederlandse collega’s komen zonder problemen door de douane, maar ik word altijd tegengehouden
Aan een aanvraag zit ook een flink prijskaartje; minstens honderd euro. Soms uit eigen zak, soms uit het scholingsbudget van de promovendi. ‘En dan moet je ook nog vliegtickets en een hotel boeken voordat je een visum hebt, want die gegevens heb je nodig voor je aanvraag’, legt Musarurwa uit.
Ook willen sommige ambassades uitgebreide bankinformatie, wat lastig kan zijn als je niet uit een rijke familie komt. Adaawen is opgegroeid in een klein boerendorp in Noord-Ghana en kon enkel door middel van een studiebeurs studeren in Europa.
Maar visumkosten zaten hier niet bij. ‘Ik had geen geld voor een visum of om de huur te betalen. Dat geld moest ik lenen en later terugbetalen’, vertelt Adaawen. ‘Als ik me niet naar boven gevochten had, zat ik hier nu niet met je te praten.’
Studievisum
Voor een buitenlandse studie is een visum soms makkelijker, maar lang niet altijd. ‘Toen ik een visum aanvroeg om in Europa te studeren, waren er wat problemen’, zegt Santara. ‘Ik kon pas een maand later beginnen. Dus toen had ik de inauguratie gemist en had iedereen al clubjes gevormd.’
En bij het zusje van Musarurwa werd haar visumaanvraag afgewezen, omdat ‘ze niet genoeg interesse in de Duitse taal toonde’, vertelt Musarurwa. ‘Het helpt als je interesse toont in de taal van het land waar je naartoe gaat, maar dat vind ik nogal veel gevraagd als je niet eens weet of je visum wel wordt goedgekeurd.’
Ik kon pas een maand later beginnen met mijn studie
Omdat een visum als internationale student gekoppeld is aan een inschrijving bij de universiteit, voelen ze extra druk om na hun afstuderen snel een baan te regelen. Hoogopgeleide mensen kunnen zich aanmelden voor een oriëntatievisum, dat een jaar geldig is.
Voor Santara was dit een erg stressvolle periode. ‘Ik had veel moeite om werk te vinden.’ Solliciteren voor een promotieplek duurt lang, waardoor je maar op een beperkt aantal vacatures kan reageren. Santara: ‘Ik heb de afstudeerceremonie van mijn master gemist omdat ik een sollicitatiegesprek had in Groningen. Ik wilde ze niet vragen of het ook op een andere dag kon.’
Verbeteringen
Adaawen pleit voor een soepeler visumbeleid ten behoeve van internationale samenwerkingen. ‘Je kunt dan makkelijker naar congressen en projectbijeenkomsten en het is gewoon veel efficiënter’, legt hij uit. Maar ook buiten de academische wereld biedt het kansen voor het uitwisselen van kennis en vaardigheden.
Wel ziet hij dat het iets makkelijker wordt. ‘De RUG heeft nu reisbeurzen voor studenten en gastdocenten uit sub-Saharaans Afrika.’ Maar er is zeker ruimte voor verbetering. ‘Ze krijgen 1500 euro, maar soms is het vliegticket al duurder dan dat.’
In september staat er bij Musarurwa een conferentie op de planning, waar ze nu al mee bezig is. ‘Ik zet geld opzij, ik kijk al naar accommodatie en vluchten.’
Ook Santara is al druk bezig met november, wanneer ze haar promotie afrondt. ‘Ik zou weer voor een oriëntatievisum kunnen gaan, of ik zou een permanente verblijfsvergunning kunnen aanvragen hier in Nederland’, zegt ze. ‘Het is frustrerend, want een PhD is al veel werk en dan wil je niet ook nog bezig hoeven zijn met visumdingen. Maar ik moet wel.’
Immigration Service Desk
Ook om aan de RUG te studeren of werken hebben sommigen een visum nodig. Vorig jaar kregen ze zo’n 1500 aanvragen voor studievisums of verlengingen hiervan, vertelt Fonne Muilwijk van het Immigration Service Desk (ISD). Voor medewerkers was dit aantal ongeveer hetzelfde.
Bij het ISD houden ze zich bezig met inkomende visumaanvragen; mensen die naar Groningen komen dus. Zij krijgen vragen over bijvoorbeeld de status van de aanvraag of over het proces zelf, vertelt Muilwijk. Ook hebben ze contact met faculteiten wanneer een aanvraag te lang lijkt te duren en een student later moet starten met zijn studie.
Maar bij uitgaande visumaanvragen, zoals in het geval van Santara, kan het ISD weinig doen. Deze komen namelijk bij andere landen binnen, waardoor zij geen zicht hebben op het proces of de status, legt Muilwijk uit.