Waarom je dat straatje liever mijdt
Enge plekken
Tussen het station en het centrum zijn al een paar enge plekken. De eerste vind je aan de zijkant van de Pathé, in de Ubbio Emmiusstraat naast de Subway. Daar zitten vaak daklozen te bedelen of er staan mannen weggedoken in capuchons op de hoek naar voorbijgangers te fluisteren. ‘Ik hoor veel verhalen van vrienden die daar lastiggevallen zijn’, zegt Eline Santema, die American Studies doet. Als ze er langskomt, fietst ze extra hard door.
Iets verderop, op de kruising van de Folkingestraat en de Nieuwstad – de rosse buurt van Groningen – is er ook een, zegt geneeskundestudent Anne. Er staat regelmatig een groepje mannen die zorgen voor een nare sfeer, zegt ze. Een keer werd het wel heel dreigend. ‘Ik kwam lopend vanaf het station om acht uur ’s avonds richting de stad, toen er een man achter me aan begon te lopen en fluisterde: Waar slaap je vanavond? Kom je met me mee?’
Ook Noor, student internationale betrekkingen, wijst naar de Nieuwstad en vertelt dat mensen naar haar roepen als ze langsloopt. ‘Ik loop er met mijn sleutels tussen mijn vingers.’
In de Ubbio Emmiusstraat naast de Subway staan mannen weggedoken in capuchons naar voorbijgangers te fluisteren.
Handhaving
De kruising is een bekend probleem bij de gemeente, zegt gemeentewoordvoerder Hans Coenraad. Zowel bezoekers als Stadjers melden dat ze overlast hebben van het volk dat daar ronddwaalt. ‘Sinds een half jaar zijn er camera’s geplaatst en we proberen het aan te pakken door er bovenop te zitten met handhaving.’
Die is vooral gericht op preventie, zegt Coenraad: daklozen of verslaafden worden bijvoorbeeld aangesproken en ze krijgen een hulptraject aangeboden.
Ik loop met mijn sleutels tussen mijn vingers
Maar meer verlichting zou het gevoel van veiligheid ook verbeteren, zegt geneeskundestudent Emma. Zij voelt zich überhaupt onprettig als ze in het donker door de stad fietst, waar dan ook. Ze houdt daarom steeds zichtbaar een telefoon aan haar oor, zodat mensen zien dat ze in contact is met iemand. ‘Ook al riskeer ik dan een boete.’
Het maakt volgens veel – veelal vrouwelijke – studenten niet uit waar je bent, de nacht voelt gewoon onveilig. Vooral in steegjes, vindt Nynke de Boer, die een premaster klinische psychologie doet.
Lege gebouwen
Volgens universitair docent ruimtelijke ordening en milieu Elen-Maarja Trell komt dat omdat de ‘buzz’ van de dag dan voorbij is. ‘De mensen die in gebouwen aan het werk waren zijn weg en wie wakker was gaat naar bed, dus er zijn geen ogen op de straat die jou te hulp kunnen schieten als het nodig is.’
Om die reden voel je je ook sneller onveilig als de achterkant van een gebouw naar een straat gekeerd staat. Het tegengaan van enge plekken begint dus al bij het ontwerp van een stad of wijk. Daarbij is nu vooral aandacht voor de economische of milieuvriendelijke kant van ruimtelijke inrichting, zegt Trell, zoals het gebruik van zonnepanelen en de vraag of er bomen op de markt komen of niet. Maar het verbeteren van de sociale cohesie is net zo belangrijk, vindt ze.
Zoals in het Noorderplantsoen, waar nu tafels staan waaraan je kunt zitten zonder dat je ergens een drankje hoeft te bestellen. ‘Zo verminder je de anonimiteit en hoef je niet bang te zijn voor ‘de ander’.’ Groen in een wijk toevoegen verbetert het gevoel van veiligheid ook, zegt Trell. ‘Groene plekken zorgen voor vermindering van stress.’
Met je sleutels in de hand langs de Nieuwstad.
Niet opvallen
Maar ongure types hangen juist graag rond op plekken waar zo min mogelijk ogen op de weg zijn, zegt Trell. Die vallen daar niet zo op voor het publiek, terwijl er wel mensen komen voor hun handeltjes. Het Martinikerkhof is zo’n plek: afgesloten van de doorgaande wegen door de achterkanten van de Martinikerk en het gemeentehuis.
Marielle, die Engelse taal en cultuur studeert, mijdt het kerkhof dan ook liever. Ze liep daar eens met haar moeder toen een groepje mannen naar haar begon te roepen. Ze maakten seksuele opmerkingen, vertelt ze, ‘en ze vroegen aan mijn moeder of ze nog een schoonzoon nodig had.’
Er zijn geen ogen op de straat die jou te hulp kunnen schieten als het nodig is
Maar ook als er constant ogen op de weg zijn, kan het onveilig voelen. In de Poele- en Peperstraat, bijvoorbeeld. Het hangt daar vol met camera’s van de politie, met slimme sensoren die alarm slaan als er heibel is. En er loopt ook politie rond. Maar dan nog worden er mensen lastiggevallen en nageroepen door dronken mensen. Volgens student American Studies Veerle van de Put zou het helpen ‘als Stadstoezicht daadwerkelijk mensen zou aanspreken als die anderen lastigvallen’.
Het zou haar gevoel van veiligheid ook ten goede komen als er gewoon meer handhavers rondliepen, zegt Veerle, maar ze beseft dat dit niet zo makkelijk te realiseren is. ‘De capaciteit is beperkt’, beaamt de gemeentewoordvoerder, ‘dus je moet het verdelen en zo slim mogelijk inzetten.’
Welke plekken prioriteit hebben, wordt bepaald ‘door eerdere ervaringen en door mensen op straat die een goed beeld hierover hebben’, legt Coenraad uit. Uiteindelijk beslist ‘de driehoek’ – de burgemeester, de korpschef en de officier van justitie – waar handhaving wordt ingezet.
Uit het zicht op het Martinikerkhof.
Omstanders
Andra Buciu, masterstudent internationaal recht en mensenrechten, werd eens gered door een omstander. Ze was na het uitgaan eten aan het halen, toen een oudere man haar naar zich toe trok en vroeg of ze met hem mee ging. ‘Ik moest hem van me af vechten, totdat de jongen die bij het eettentje werkte me te hulp schoot.’
Dat is precies waarom een camera minder veilig voelt dan echte ogen, zoals van mensen die naar buiten kijken, zegt Trell. Zij kunnen direct reageren, een camera niet.
Het zou helpen als omstanders beter opletten of mensen zich onveilig voelen
Maar omstanders helpen niet altijd. Student economics and business economics Samantha Rogerson werd eens aan het begin van de avond aangevallen door een man met een schroevendraaier in de Folkingestraat. De man liet haar uiteindelijk ongehavend gaan, maar flink schrikken was het wel. En hoewel het nog licht was en er mensen op straat waren, deed niemand iets. ‘Het zou helpen als omstanders beter opletten of mensen zich onveilig voelen. En dat ze ook willen ingrijpen.’
Privacy
Studiegenoot Maria Nguyenova kan dit beamen. Zij had een vervelende ervaring in de Oosterstraat, waarbij ze lastiggevallen werd door een vrouw die duidelijk onder invloed was van het een of ander. ‘Het was aan het eind van de middag in september. Er waren genoeg mensen op straat, maar dat maakt dus niet altijd uit.’
Zouden er dan toch meer camera’s moeten komen om het gevoel van veiligheid te verbeteren? Dat gebeurt dus al wel op de Nieuwstad, maar dit gaat niet zomaar, zegt Coenraad. Camera’s maken namelijk een flinke inbreuk op de privacy. De gemeente zet daarom liever in op preventief handelen.
Maar camera’s ophangen – volgens Coenraad het sluitstuk van de handhaving – staat wel op de agenda. Burgemeester Koen Schuiling wil het aantal camera’s namelijk uitbreiden. Zo wil hij dat ze op de Grote Markt komen, op de Vismarkt en op de wegen naar deze markten toe. Maar vanwege het privacyaspect is daar discussie over in de gemeenteraad. En als die het niet wil, gaat het niet door.
Bij nacht is het Noorderplantsoen een stuk minder aantrekkelijk.