Leonie Hosselet (26), masterstudent journalistiek, maakt regelmatig zelf kleding. Of ze repareert kledingstukken. ‘Gewoon, met de hand hoor!’ Bijvoorbeeld als er een naadje bij de oksel gescheurd is. Zo gepiept, vijf minuten werk. Wat anderen misschien weg zouden gooien, probeert Leonie nog te repareren.
Ze heeft weleens een jurkje gemaakt en een T-shirt. Superintensief vond ze dat. Voor de bruiloft van haar ouders afgelopen zomer wilde ze nog even een jurk in elkaar zetten. ‘Ik was er tien uur mee bezig, maar kreeg hem niet af. Toen heeft een vriendin hem snel afgemaakt’, zegt Leonie.
De masterstudent koopt zelden kleding in gewone winkels. Veel te duur. Dan ziet ze een kledingstuk hangen van dertig euro en bedenkt ze dat ze dat zelf voor de helft van het geld kan maken. ‘Dat doe ik dan niet altijd, maar het feit dat ik dat bedenk, zorgt ervoor dat ik het toch niet koop’, legt ze uit.
Provisorisch
Ook het repareren of restylen van tweedehands kledingstukken is een grote hobby van Leonie. Ze loopt regelmatig de tweedehandswinkel binnen om vervolgens naar buiten te stappen met een jurk die veel te groot is. ‘Dan kort ik de jurk in, zodat hij precies past,’ zegt ze. ‘Het gaat wel provisorisch, hoor’, bekent ze. Maar dan heeft ze wel iets unieks.
Lotte Kwinten (22), student psychologie, houdt er ook van om bijzondere kledingstukken naar haar hand te zetten. Ze kruipt ook regelmatig achter de naaimachine om kleren van huisgenoten te repareren. ‘Komen ze bij me met een gat in hun spijkerbroek. Of ik dat even kan fiksen’, zegt Lotte.
Voor naaien heb je wel een fijne motoriek nodig en een flinke dosis doorzettingsvermogen. Lotte leerde alles van haar moeder, Leonie volgde twee verschillende cursussen. De eerste was bij een echte naaister. Zij legde alles stap voor stap uit. ‘Soms, als ik zelf aan de slag ga, sla ik wel eens een stapje over. Dat duurt me dan te lang’, bekent ze.
De tweede cursus was van twee jonge vrouwen, die hun eigen mobiele naaiatelier hadden. ‘Daar leerde ik vooral kledingstukken pimpen.’
Wachtlijst
Lotte en Leonie zijn niet de enigen die hun eigen kleren maken. Voor de derde keer is er dit jaar een cursus mode maken bij de Usva. En opnieuw zit hij helemaal vol. Er is zelfs een wachtlijst.
Student kunsten, cultuur en media Milou Wölfel (23) en marketingstudent Vera van der Wel (22) doen mee. Vroeger maakten ze weleens kleertjes voor hun Barbie, maar nu is het tijd voor het echte werk. Omdat ze hun eigen kleren willen maken. ‘En patroontekenen. Dat lijkt me echt gaaf’, zegt Milou.
Ze zijn nog niet in het bezit van een naaimachine, maar als het goed bevalt, schaffen ze er misschien wel eentje aan.
Fröbelen
Meteen bij binnenkomst zie je al zo’n duizelingwekkend patroon uit de Knipmode aan de muur met tientallen rode en blauwe lijnen. Toch begint de cursus eenvoudig. Op elke plek ligt een katoenen tasje dat mag worden versierd. Net als bij de kinderfeestjes, want die geeft Elisabeth ook. ‘Fröbelen’, noemt ze het. Met stiften, lintjes en stickers je eigen naaitasje maken om je fournituren in te bewaren. Stofschaar, knipschaar, garen, knoopjes, naalden en spoeltjes.
Daarna komt pas het echte werk. De cursisten maken kennis met de basisprincipes van mode maken. Dus patronen volgen en de naaimachine leren gebruiken. Ook oefenen ze met knoopsgaten. ‘Dat is echt handig hoor´, zegt Lysanne Jansen (22), lid van het USVA-bestuur.
Lysanne volgde de cursus vorig jaar. Ze besloot zich in te schrijven omdat haar moeder goed kan naaien en zij het ook wilde leren. Niet om geld te besparen. ‘Naaien is echt heel intensief’, zegt ze. ‘Ik wilde gewoon mijn eigen jurkje kunnen maken.’
Na afloop van de cursus kunnen de studenten dat dus. Of een blouse. Aan het aantal stippen op het patroon is de moeilijkheidsgraad af te lezen. Twee stippen is makkelijk, vijf stippen moeilijk.
Of Lysanne nu nog wel eens zelf kleding maakt? ´Nee, want ik heb geen eigen naaimachine´. Jammer.