Een lesje geleerd
Het tussendoel is gehaald. 65 procent van de docenten heeft z’n BKO-diploma gehaald.
Een aantal grote faculteiten zit echter onder de norm, de bèta’s bijvoorbeeld en letteren.
Als ze niet opschieten, loopt de RUG ongeveer 3,3 miljoen euro mis.
Tijdgebrek is het grootste probleem. Docenten schuiven het voor zich uit.
De oplossing is goed overleg, met de faculteit. Of het organiseren van pizzabijeenkomsten met ervaren docenten.
Leestijd: 4 min (1091 words)
Het tussendoel is gehaald. 65 procent van de docenten aan de RUG heeft inmiddels zijn diploma binnen, ofwel: de basiskwalificatie onderwijs. Mooi toch?
Sommige faculteiten mogen inderdaad tevreden zijn. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde bijvoorbeeld zit al op 81 procent, de kleine faculteiten wijsbegeerte, ruimtelijke wetenschappen en godgeleerdheid doen het ook goed, medische wetenschappen zit al boven de tachtig procent.
Tijdgebrek is het grootste probleem
Maar de ‘olympische prestatie’ waar de universiteitsraad vorig jaar over sprak is nog niet gehaald. Want een aantal grote faculteiten zit onder de norm: de bèta’s bijvoorbeeld met 46 procent. Letteren met 56 procent. Als de docenten daar niet binnen enkele maanden hun papiertje halen, loopt de RUG straks ongeveer 3,3 miljoen euro mis.
Vicedecaan Greetje van der Werf van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen is zich daarvan bewust. ‘Acht van de tien kun je makkelijk aansporen’, zegt ze. ‘Bij ons, met honderden mensen, ligt het ingewikkelder. Maar we doen ons best, maken afspraken met leidinggevenden, sturen herinneringen en organiseren workshops. Ik zou niet weten wat ik nog meer zou moeten doen.’
Het is niet dat docenten niet willen, zegt ze. Tijdgebrek is het grootste probleem. ‘Docenten geven liever onderwijs dan dat ze achter hun bureau zitten opschrijven hoe ze dat doen. Ze schuiven het voor zich uit, denken: dat komt nog wel. Maar echte weigeraars zijn er bij ons niet.’ Ze vertrouwt erop dat ze de tachtig procent op tijd zullen halen.
Wat is de BKO?
De Basiskwalificatie Onderwijs is een diploma ‘onderwijs geven’ voor universitair docenten. Wil je een vaste aanstelling aan de RUG, dan zul je eerst je BKO moeten halen. Maar ook docenten die al langer college geven moeten eraan geloven.
Ze moeten een portfolio samenstellen met hun onderwijs CV, hun visie op goed onderwijs, een zelfanalyse en bewijsstukken zoals eigen onderwijsmateriaal, evaluaties van cursussen en beoordelingen van studenten. Een beoordelingscommissie van de faculteit bekijkt of het certificaat wordt toegekend.
De reden dat de universiteit zoveel haast maakt, is dat de minister van Onderwijs in de Prestatieafspraken eist dat in december 2015 tachtig procent van alle docenten zijn papiertje binnen heeft. Als bewijs van kwaliteit zeg maar. Haalt de universiteit dat getal niet, dan kan dat de RUG ongeveer 3,3 miljoen euro gaan kosten.
Docent onderwijsbeleid, onderwijsorganisatie en onderwijskunde Ralf Maslowski herkent zich in het werkdrukdilemma. ‘Tussendoor ben je wel bezig met informatie verzamelen, maar het is ook druk op andere terreinen.’ Hij probeert het voor de kerst voor elkaar te krijgen. ‘Ik ben een jaar à anderhalf jaar geleden begonnen, maar heb zo’n drie weken geleden pas echt de draad weer opgepakt. De tijd begint nu te dringen.’
Of hij zo’n BKO nodig heeft? Want hij geeft immers al achttien jaar college. ‘Dat wil niet per se zeggen dat ik dat ook goed doe. Ik vind dat we wel meer mogen doen aan docentkwaliteit. Alleen denk ik dat daarvoor iets meer nodig is dan alleen het invoeren van de BKO. Je kunt wel papieren overleggen en duidelijk maken dat je hebt nagedacht, maar dat is wat anders dan voor een groep staan en een inspirerend verhaal houden.’
Ruimtelijke Wetenschappen staat er iets beter voor in de statistieken. De voortgang wordt in Excelsheets op de voet gevolgd en 68 procent van de docenten heeft het papiertje al binnen. De BKO zorgt ervoor dat docenten met meer plezier en zelfvertrouwen college geven, denkt vicedecaan Terry van Dijk.
Snel naderende deadline
Toch zijn er nog altijd mensen die hun kwalificatie moeten halen en hij is zich bewust van de snel naderende deadline. ‘Ervaren docenten vinden het vaak niet nodig en zeggen: ga jij eens even lekker buiten spelen. Maar ik heb goede hoop dat we het gaan halen. Het is ook te kostbaar om het niet te proberen.’
De oplossing is goed overleg. ‘Een universiteit is een gekke organisatie. Er is veel vrijheid; het forceren van het laatste restje hoort daar niet bij. Docenten meer tijd geven om het traject ook daadwerkelijk af te ronden wel. Het is soms een ruil.’
De bètafaculteit heeft met een fikse achterstand te kampen en bungelt onderaan de BKO-statistieken van de RUG. Maar ook vicedecaan Klaas Poelstra van Wiskunde en Natuurwetenschappen zit er dicht bovenop. ‘Dat we nog maar net over de helft zijn, komt omdat veel docenten met de laatste opdracht bezig zijn’, legt hij uit. ‘Dat is de groep die we nu nog even moeten aanjagen. Maak dat ene kleinigheidje dan ook af.’
Docente kunstmatige intelligentie Jennifer Spenader is bijvoorbeeld vorig jaar begonnen met het BKO-traject. Ze geeft al vijftien jaar college en twijfelt aan de effectiviteit van deze prestatieafspraak. ‘Als de bedoeling alleen is om bewijs te leveren van je eigen kwaliteiten als docent, dan is dat gelukt’, zegt ze. ‘Maar als de bedoeling is om het onderwijs echt te verbeteren, dan had het anders gekund. Het meest waardevolle aan de BKO vond ik de discussie die op gang kwam toen we twee dagen op een andere locatie aan ons portfolio werkten. Toen hoorde je steeds: “Heb jij dit probleem ook?”
‘Jammer van die negatieve sanctie’
Maar over de hele linie was er weinig discussie en interactie, weinig feedback. De docenten moesten vooral heel veel pagina’s schrijven. ‘Bijvoorbeeld over leerdoelen en hoe die terugkomen in de powerpoints, de tentamens en het huiswerk.’
Ze schat dat ze nog vier uur nodig heeft voor ze haar dossier kan sluiten. Waarom ligt het dan nog niet bij de beoordelingscommissie? Spenader: ‘Het staat niet bovenaan de to-do lijst. Er is niet genoeg tijd in de dag. Ik heb zoveel dingen die op dit moment belangrijker en urgenter zijn, zoals tentamens nakijken.’
Vice-decaan Dirk Jan Wolffram van letteren vindt de BKO-eisen streng. ‘Die percentages zijn betrekkelijk willekeurig. Het is jammer dat er een negatieve sanctie op zit; je wordt gekort op je budget en krijgt dat terug als je beter je best gaat doen. Ik doe daar zelf nijver aan mee, ik geef de boodschap van het universiteitsbestuur en het ministerie door. Maar weet je hoe hard mijn staf werkt? Iedereen doet al enorm zijn best om studenten op zo hoog mogelijk niveau te begeleiden.’
Meer gekwalificeerde docenten
Godgeleerdheid en godsdienswetenschappen, wijsbegeerte, medische wetenschappen en economie en bedrijfskunde zijn de enige vier faculteiten die het doel al bereikt hebben. UMCG en FEB pakten het vooral slim aan. ‘We hebben pizzabijeenkomsten gehouden voor ervaren docenten die met het verkorte BKO-portfolio aan de slag moesten’, zegt Remko Bezema van het UMCG. ‘Zo konden lotgenoten ervaringen uitwisselen. Het is best een inspanning.’ Maar nu hebben ze zelfs dertig gekwalificeerde docenten meer.
En bij FEB werd er in het begin weliswaar gesputterd. ‘Reflecteren op je rol en je aanpak in het onderwijs, dat doe je niet dagelijks’, zegt bestuurssecretaris Alie van Arragon, maar vervolgens volgden hele vakgroepen tegelijk workshops. Met resultaat. Nog maar 31 van de 167 BKO-plichtigen hebben het certificaat niet. Van Arragon: ‘Als iets het FEB-geheim is, is dat het.’
De gerealiseerde percentages van docenten die een BKO gehaald hebben. Het doel is 80 procent in 2015.