Dood? Ik dacht het niet!
Cardioloog Pim van Lommel gelooft dat bewustzijn ook buiten ons lichaam kan bestaan.
Hij publiceerde in 2001 een beroemde studie naar bijna-doodervaringen (BDE) in medisch toptijdschrift The Lancet.
Het onderzoek kreeg veel lof uit de wetenschappelijke wereld. Zijn daaropvolgende boek, Eindeloos bewustzijn, kreeg echter veel kritiek.
Uittredingservaringen, ontmoetingen met overledenen en de beleving van de tunnel kunnen alleen verklaard worden als het bewustzijn zich niet in de hersenen bevindt, zegt Van Lommel.
Het lichaam is slechts de hardware die nodig is om het bewustzijn, de software, te ontvangen, zegt Van Lommel.
De traditionele wetenschap is te vastgeroest in oude concepten om zijn ideeën te accepteren. Er zijn meer dwarsdenkers nodig, vindt hij.
Leestijd: 8 minuten (1589 woorden)
Wat nou als het waar is? Wat nou als al die duizenden ‘materialistische’ onderzoekers gewoon vastzitten in de dogma’s en concepten die er gedurende tientallen, zo niet honderden, jaren in zijn gestampt. Wat als bewustzijn geen toevallig bijproduct is van onze hersenfuncties en ook buiten ons lichaam kan bestaan?
Wat als Pim van Lommel gelijk heeft?
Pim van Lommel. Dat is de Nederlandse cardioloog die in 2001 wereldberoemd werd door een artikel in medisch toptijdschrift The Lancet over bijna-doodervaringen (BDE’s). De man die in 2007 kwam met het boek Eindeloos bewustzijn over BDE’s, waarvan intussen wereldwijd zo’n 250 duizend exemplaren zijn verkocht. Maar hij is ook de man die van hersenonderzoeker Dick – ‘Wij zijn ons brein’ – Swaab weliswaar lof kreeg voor zijn onderzoek, maar vanwege zijn bewustzijnstheorie is weggezet als pseudowetenschapper. Iemand die te vuur en te zwaard wordt bestreden door de sceptici van Stichting Skepsis.
Hallucineren
Dinsdag geeft Van Lommel een lezing bij Studium Generale in de serie Zicht op de dood.
Voor zijn Lancet-onderzoek ondervroeg de cardioloog 344 mensen die gereanimeerd waren na een hartstilstand. 62 daarvan meldden herinneringen te hebben aan de tijd dat ze gereanimeerd waren en vertelden over donkere tunnels met licht aan het einde, over uittredingservaringen waarbij ze boven hun dode lichamen zweefden en zagen hoe de artsen met hen aan het werk waren. Ze hadden het over een ‘overview’ van hun leven en ontmoetingen met overleden familieleden.
De ervaring is vaak positief, maar er worden ook negatieve BDE’s gerapporteerd. Mensen die het gevoel hebben te verdrinken of achtervolgd worden. ‘Een soort Dantes inferno’, zegt Van Lommel. ‘Ja, ook dat komt voor.’
Maar goed of slecht, de ervaringen zijn echt, constateerde Van Lommel. Het curieuze is echter dat ze ontstaan op een moment dat de patiënt klinisch dood is. En dan kún je helemaal geen ervaringen hebben, herinneringen opslaan of bewustzijn ervaren. Je kunt zelfs niet hallucineren, want je bent immers dood.
Geen lichaamsreflexen
‘Als je hart ermee ophoudt, ben je in een paar tellen bewusteloos. Je hebt geen lichaamsreflexen meer, je hersenstamreflexen vallen uit, je ademhaling stopt. Je bloedstroom gaat binnen enkele seconden naar nul, je EEG heeft binnen tien tot twintig seconden een rechte lijn. Bij dieren blijkt dat ook de diepere hersenlagen geen activiteit meer vertonen. En niemand wordt binnen twintig seconden gereanimeerd.’
Van alle tijden
De oudste rapportage van een bijna-doodervaring (BDE) is 2400 jaar oud en afkomstig uit boek 10 van De Staat van Plato. Hierin wordt verteld over de soldaat Er, die sneuvelt op het slagveld. Nog voor zijn lichaam op de brandstapel kan worden geplaatst, komt hij weer tot leven. Hij vertelt dan over tunnels die de zielen toegang geven tot de hemel of de hel. Zuivere zielen hebben hem verteld over een prachtig land en heerlijke gevoelens. Anderen echter moeten een tienvoudige straf ondergaan voor hun immorele daden.
Ook de bekering van de apostel Paulus kun je zien als een BDE. Hij wordt als door een donderslag getroffen en valt van zijn paard. Als door een fel licht verblindt, tast hij rond en ontmoet Jezus. Daarna gooit hij zijn leven om.
Schilder Jheronimus Bosch schilderde de bekende ‘tunnel’ in een van de panelen Visioenen uit het hiernamaals. Verder zijn vele religieuze visioenen als BDE te verklaren.
Dat er tegenwoordig veel meer BDE’s worden gerapporteerd dan vroeger, heeft te maken met de mogelijkheid van externe defibrillatie. Hierdoor worden vaker mensen succesvol gereanimeerd nadat ze klinisch dood zijn geweest en is er meer ‘kans’ op een BDE.
Wat is er dan wel aan de hand? vroeg Van Lommel zich af.
Hij bestudeerde alle gangbare verklaringen voor het fenomeen. Waren het hallucinaties wegens zuurstoftekort? Waren medicijnen de oorzaak? Herinnerden de mensen zich gebeurtenissen aan het begin of einde van hun reanimatie – toen ze dus nog niet of niet meer klinisch dood waren? Was het wishful thinking? Waren ze misschien bang voor de dood en had dat ermee te maken?
Hij kon ze allemaal afvinken, zegt Van Lommel. ‘Het is nog nooit gelukt om een BDE te induceren.’ Ervaringen die erop lijken zijn weliswaar mogelijk, maar nooit die echte, diepgevoelde ervaring van maar enkele minuten, die hele levens op de kop zet.
Verhoogde intuïtiviteit
Want daar ligt de kern, zegt Van Lommel, die zelfs negen jaar na het verschijnen van zijn boek nog zeker dertig e-mails per dag krijgt van mensen die hem hun ervaringen willen vertellen. ‘Als je met mensen spreekt, dan word je geraakt. Hun problemen om woorden te vinden, die oprechte emotionaliteit. Je voelt het ongemak om erover te praten, hoe overweldigend het is geweest.’
Iemand die een BDE heeft gehad, is daarna niet meer hetzelfde. Niet alleen verliezen mensen hierdoor hun angst voor de dood – mits hun BDE positief is geweest. ‘Ze ontwikkelen een verhoogde intuïtiviteit, geld is niet meer belangrijk, een grote auto is niet meer belangrijk. Persoonlijk contact wordt daarentegen essentieel. Alles draait om liefde, zorgzaamheid. De transformatie is permanent. Dat is uniek.’
Het zijn dezelfde waarden die Van Lommel ook zelf probeert toe te passen in zijn eigen leven: de liefde voor de natuur is zichtbaar in de prachtige tuin rond zijn huis, het bewust leven in de biologisch dynamische voeding die hij eet. Hij heeft weliswaar nooit een BDE meegemaakt, maar de verhalen die hij hoorde zijn meer dan genoeg. ‘Ik resoneer mee met de mensen die ik spreek. Het besef dat alles wat je doet in het leven uiteindelijk bij je terugkomt.’
Recent onderzoek
Nog altijd wordt er onderzoek gedaan naar bijna-doodervaringen en geprobeerd waarnemingen tijdens de reanimatie te verifiëren. In 2008 begon de AWARE-studie, waarbij 2060 patiënten in vijftien ziekenhuizen in Groot-Brittannië, de VS en Oostenrijk betrokken waren. De resultaten verschenen in 2014 in het tijdschrift Resuscitation.
Volgens onderzoeksleider Sam Parnia en de zijnen rapporteert 46 procent van de onderzochte patiënten een zekere mate van bewustzijn. Slechts 9 procent had ervaringen die worden geassocieerd met een BDE. Slechts 2 procent kon werkelijk dingen zien of horen.
‘While it was not possible to absolutely prove the reality or meaning of patients’ experiences and claims of awareness, (due to the very low incidence (2 per cent) of explicit recall of visual awareness or so called OBE’s), it was impossible to disclaim them either and more work is needed in this area.’
Toch maakt zo’n kernervaring het leven niet altijd eenvoudiger. Partners hebben vaak moeite met de nieuwe normen en waarden. Soms geloven ze hun geliefde ook niet, waardoor die er niet meer over durft te praten. In 70 procent van de gevallen leidt de ervaring tot echtscheiding. Tegelijk zijn ze zelf diep overtuigd van de echtheid van hun ervaring. Of er leven na de dood is? ‘’Ik geloof niet meer, ik weet’, zeggen mensen.’
In de cloud
In de ruim twintig jaar sinds hij in 1986 zijn onderzoek begon, ontwikkelde Van Lommel zijn eigen theorie over bewustzijn, waarmee hij niet alleen BDE’s, maar ook andere fenomenen kan verklaren. Zoals contact met overledenen of de staat van verlichting die na jarenlange meditatie bereikt kan worden.
Bewustzijn, zegt hij, is non-lokaal. Het is iets wat zich in principe buiten én binnen het lichaam bevindt. ‘Op dit moment, in deze kamer, bevinden zich de talloze bits en bytes van alle gegevens die in de cloud zitten’, legt hij uit. ‘Maar we hebben een computer nodig om ze te kunnen waarnemen. Maar de computer ís niet de informatie.’ Zo zit het ook met bewustzijn, denkt hij. Ons lichaam is de hardware. Als dat lichaam wegvalt, dan maken we deel uit van een soort allesomvattend geheel waarin tijd, ruimte en ‘ik’ zijn weggevallen.
Je hoeft niet per se klinisch dood te zijn om dat te voelen. Boeddhisten bereiken die staat van verlichting door jarenlange meditatie, maar ook extreme isolatie kan het veroorzaken, of een beroerte – zoals het geval was bij de Amerikaanse neurologe Jill Bolte Taylor. ‘Het is een universele ervaring.’
Van Lommel noemt zijn overtuiging een ‘innerlijk weten’. Maar dat niet iedereen hem op voorhand gelooft, verbaast hem niet. Ook hij heeft getwijfeld en alle vragen gesteld die nu aan hem worden voorgelegd. Wat hij vraagt, is dat mensen – vooral wetenschappers – zich openstellen voor het idee dat bewustzijn mogelijk is als het lichaam niet meer functioneert. ‘Zeg niet ‘het kan niet’’, pleit Van Lommel. ‘Vraag ‘hóe kan het?’. Want het is een feit dat het mogelijk is.’
Er zijn talloze verhalen bekend van waarnemingen die geverifieerd kunnen worden. Iemand die tijdens zijn BDE zijn stiefvader zag roken op de stoep van het ziekenhuis, bijvoorbeeld, terwijl hij al jaren tevoren gestopt was. ‘Of de man die zijn gebit kwijt was en de verpleegster vroeg waar ze het had gelaten’, zegt Van Lommel. ‘Ik heb acht ordners met duizenden gevallen waar je niet omheen kunt.’
Wilful ignorance
Sceptici kan hij echter maar moeilijk verdragen. Ze maken zich schuldig aan ‘wilful ignorance’, aldus Van Lommel. ‘In het begin ging ik nog met ze in discussie. Nu? Ik lees het niet meer. Ze zijn niet in staat iets anders te accepteren dan hun eigen mening.’
Hij noemt het beledigend voor de mensen die een BDE hebben meegemaakt. ‘Ze mogen alles zeggen, maar het heeft niets te maken met wetenschappelijk onderzoek’, zegt Van Lommel.
Hij verwijst herhaaldelijk naar de Australiërs Barry J. Marshall en J. Robin Warren die ontdekten dat een bacterie verantwoordelijk is voor maagzweren. ‘Ze werden volkomen belachelijk gemaakt. Tot ze er in 2005 een Nobelprijs voor kregen.’
De wetenschap, wil hij maar zeggen, heeft dwarsdenkers nodig. Mensen die het aandurven om oude concepten en dogma’s in twijfel te trekken. Maar gemakkelijk is dat niet. ‘Ik gaf de colleges over BDE altijd aan tweedejaars geneeskundestudenten. Daarna zitten ze al te vast.’