Groningen wil ook meedoen
De vijfde TU
Een bachelor technische natuurkunde? Die wordt aangeboden door de technische universiteiten van Delft, Twente en Eindhoven. En door de RUG.
De bachelor technische bedrijfskunde? Twente, Eindhoven én Groningen.
Een master biomedical engineering dan? Of de engineering doctorates, een tweejarig promotietraject voor ingenieurs in samenwerking met de industrie? Ooit waren ze alleen te vinden bij technische universiteiten, maar nu ook in Groningen.
In de laatste vijftien jaar is de Faculty of Science and Engineering (FSE) gestaag van koers gewijzigd. Waar ze zich eerst vooral richtte op traditioneel en fundamenteel onderzoek en onderwijs in de traditionele natuurwetenschappen, begon ze zich steeds meer te focussen op technische richtingen. De naamswijziging in 2017 van Faculteit der Wis- en Natuurkunde naar FSE weerspiegelde die ambitie.
Het was overigens al sinds de jaren 50 mogelijk om in Groningen een ingenieurstitel in de natuurkunde en wiskunde te halen. ‘Maar dat wisten maar heel weinig mensen, zelfs in Groningen’, zegt FSE-decaan Joost Frenken.
En dus is het hoog tijd daar meer aandacht aan te geven. Onder andere de start van CogniGron, dat zich richt op het ontwikkelen van nieuwe soorten chips, bracht de ontwikkeling in een stroomversnelling. Maar daarvoor was ENTEG er al, het Engineering en Technology Institute Groningen, en ZIAM, het Zernike Institute for Advanced Materials waar nieuwe materialen en geleiders worden ontwikkeld.
Reputatie
Anno 2025 kan de faculteit zich meten met de grote jongens, denken Frenken en collegevoorzitter Jouke de Vries. Maar er is een probleem: Groningen heeft haar reputatie niet mee. ‘We zijn sterk in techniek, maar er is niemand die het weet.’
De gevolgen daarvan werden vorig jaar zichtbaar, toen de RUG en haar noordelijke partners als enige niet-TU mochten meedoen met het Beethovenproject om studenten in de chipsector op te leiden.
We zijn een bredere universiteit, dat vinden de TU’s toch wat lastig
Op zich prachtig, maar de teleurstelling volgde snel. Groningen kreeg uiteindelijk slechts 29 miljoen euro van het kabinet: 7 procent van het landelijke budget van 450 miljoen. Brainport Eindhoven – met daarin chipgigant ASML – krijgt maar liefst 63 procent.
Waarom? Het verdeelmodel was deels gebaseerd op het aantal mensen dat ASML in het verleden uit een bepaalde regio had aangenomen. ‘Het ging ervan uit dat dit in de toekomst ook zo is’, legt Frenken uit. Maar het hield geen rekening met het feit dat er in het Noorden misschien een enorm potentieel zat.
Een andere teleurstelling kwam vorig jaar, toen besproken werd of de RUG kan toetreden tot de 4TU, de organisatie van de vier technische universiteiten in Nederland. Na maanden overleg besloten die om Groningen voorlopig toch buiten de deur te houden. ‘Ze zien wel dat we elementen van een TU in huis hebben, maar we zijn een bredere universiteit’, zegt Frenken. ‘Dat vinden ze toch wat lastig.’
Maar, benadrukt hij, dat is niet terecht. Sterker nog: ‘In Groningen hebben we iets unieks in huis.’
Andere vakgebieden
Dat zit namelijk zo. Die andere technische universiteiten zijn enkel dát: technisch onderwijs en onderzoek. Alleen is dat vaak niet genoeg. Wat wordt bedacht aan een TU moet worden toegepast, en daarvoor zijn andere vakgebieden nodig. ‘Gedragswetenschappers bijvoorbeeld, die onderzoeken waarom mensen niet met een transitie bezig zijn terwijl de mogelijkheden er wel zijn’, legt De Vries uit. ‘Of je moet weten wat er juridisch gezien lastig zit waardoor de transitie niet sneller kan. Dat kan de RUG heel mooi combineren.’
Als we willen samenwerken, hoeven we niet naar een andere stad
Want Twente heeft weliswaar een psychologieopleiding en Delft een opleiding bestuurskunde, ‘maar Groningen heeft complete faculteiten staan die zich met sociale wetenschappen bezighouden en in de top meedraaien’. En dat is heel wat anders, stelt Frenken.
De FSE-decaan weet er alles van. Hij was voor zijn komst naar de RUG betrokken bij de opzet van Medical Delta, een samenwerkingsverband tussen de universiteiten in Delft, Rotterdam en Leiden. ‘Die hebben elkaar allemaal nodig, want de academische ziekenhuizen zitten in Rotterdam en Leiden, en de techniek in Delft. En als je iets samen wilt doen, moet je altijd over hekjes heen springen.’
In Groningen speelt dat allemaal niet. ‘Als wij willen samenwerken met andere wetenschapsgebieden, hoeven we niet naar een andere stad’, zegt De Vries.
Meer samenwerking
Bang dat andere faculteiten overschaduwd raken door techniekplannen is Frenken niet. ‘We werken al samen in de vier schools en daar wordt vanuit de andere faculteiten net zo hard aan bijgedragen als vanuit FSE. En de samenstelling van de directies is helemaal niet gedomineerd door mijn faculteit.’
Sterker nog: de RUG wil in de komende jaren meer inzetten op die koppeling tussen techniek, de medische wetenschappen, de social sciences and humanities en het bedrijfsleven. Door uitbreiding van samenwerking in de schools bijvoorbeeld. En door nauwere samenwerking tussen het Groningen Engineering Centre, de faculteiten en het bedrijfsleven.
‘We noemen ons de vijfdegeneratie-universiteit’, zegt De Vries. ‘De vierde generatie, dat is de koppeling van universiteiten met het bedrijfsleven, zoals Eindhoven, Delft en Twente al doen.’
Die interdisciplinariteit is belangrijk ook. Immers, de behoefte aan technische studenten is groot. ‘Technische ontwikkelingen zijn steeds relevanter in de maatschappij’, zegt De Vries. ‘Denk aan oprukkende artificial intelligence. En vanwege de maakindustrie, die we wegens geopolitieke kwesties vaker weer in eigen hand willen hebben, is hier steeds meer behoefte aan technisch talent.’
Profiel uitbreiden
En dus wil de RUG de komende jaren haar technische profiel uitbreiden, zodat niemand meer om de TU Groningen heen kan. FSE is nu al geen kleine faculteit. Met ruim 1500 fte is zij een van de grootste bètafaculteiten aan een Nederlandse algemene universiteit. En met een begroting van meer dan 200 miljoen euro per jaar heeft ze echt wel wat in de melk te brokkelen.
We moeten erop inzetten om de Apples en Googles hierheen te halen
Maar de TU’s hebben minimaal 400 tot 500 miljoen (Eindhoven, Wageningen) tot maar liefst 900 miljoen (Delft) op de begroting staan. ‘De techniekrichting is bij de TU’s breder dan wij in de aanbieding hebben’, zegt Frenken. ‘Dus we gaan op dat terrein ook zeker niet proberen te concurreren door alle studierichtingen aan te bieden die zij hebben.’
De RUG gaat dus focussen op de richtingen die ze al in huis hebben. ‘Op bijvoorbeeld het gebied van autonome systemen en materiaalkunde zijn wij wereldwijd gewoon een van de topspelers’, stelt Frenken. ‘Daarvoor moet je naar Groningen komen.’
En waar alleen FSE zich voorheen profileerde als TU, wordt nu het techniekprofiel van de gehele universiteit benadrukt.
Werving
Daarnaast zal de RUG zich volop richten op werving. Het aantal studenten uit de regio dat voor natuurwetenschappen kiest, is op dit moment nog lager dan elders in Nederland. Meer techniekonderwijs moet dat veranderen. Daarvoor is Frenken op zoek naar geld voor een brede bachelor engineering, naast de master die er nu al is. ‘Daar stromen studenten in vanuit andere technische opleidingen, dus we denken dat er potentie is voor die bachelor. Zeker omdat we langzaamaan nationale bekendheid krijgen op techniekgebied.’
Maar hij zet ook in op techniekstudenten uit het buitenland. Nadat buitenlandse werving op een laag pitje was gezet in opdracht van de overheid, is die nu weer hervat. ‘We krijgen een uitzonderingspositie, vanwege de vraag uit de arbeidsmarkt en omdat we in een krimpregio liggen’, zegt Frenken.
Tot slot hoopt hij dat het extra geld dat via Nij Begun – het compensatiepakket voor de gevolgen van de gaswinning – in Groningen beschikbaar komt, meer hightechbedrijven naar de regio trekt. ‘We moeten erop inzetten om de Apples en Googles hierheen te halen en de basis te leggen voor de hightech-giganten van de toekomst’, zegt Frenken.
En het gaat de goede kant op. Hoewel de RUG als ‘vijfde TU’ vorig jaar een brug te ver was, is er al wel een andere toezegging binnen vanuit de technische universiteiten. Bij de 4TU-onderdelen waarin de RUG meedoet, wordt de naam aangepast naar 4TU-plus. ‘En wij zijn de plus’, zegt Frenken. ‘We sluiten aan bij het onderwijs en de onderzoeksinstituten van de TU’s en we zitten ook bij de techniekdecanen van die universiteiten aan tafel.’ Zo kunnen ze ook samen beurzen aanvragen en nog meer onderzoek gaan doen.
Het doel? ‘Over maximaal vijf jaar moet wijd bekend zijn dat je hier techniek kunt studeren’, zegt De Vries. ‘Dat wordt ook vastgelegd in het nieuwe strategische plan.’