Antieke geschriften en de bijbel van Erasmus
De schatten van de UB
‘Je zei dat je geïnteresseerd was in kaarten’, zegt Sharon van Dijk terwijl ze een groot, bruin boekwerk op tafel legt. De specialist wetenschappelijke informatie van de afdeling Bijzondere Collecties van de UB slaat het boek open en toont de kleurige pagina’s.
De handgeschilderde kaarten van een van de allereerste atlassen tonen in heldere rood- en blauwtinten hoe Europeanen de wereld zagen in 1571. Zuid-Amerika is als een blauwe klodder in een hoek van de pagina gepropt. Centraal-Afrika is een kanariegele leegte. Dit 450 jaar oude boek brengt de geschiedenis tot leven; z’n pagina’s onverwachts vrolijk achter de blanco omslag.
Daarin is het eigenlijk net als deze afdeling, waar ook bijzondere schatten schuilgaan achter een onopvallende toegangsdeur op de derde verdieping. Als er geen bordje boven hing, zou je niet doorhebben dat dit niet zomaar een studieruimte is.
Maar als je de drempel over stapt, merk je het meteen. Jassen, tassen, pennen en water zijn verboden. Er zijn speciale kussens om de objecten op neer te leggen, zodat de tere kaften niet beschadigd raken als wetenschappers ze bestuderen. Want dit is waar curator Adrie van der Laan en zijn team specialisten waken over de collectie antieke geschriften, handgeschreven manuscripten en zeldzame boeken van de universiteit.
Onderwijs en onderzoek
Bijna drieduizend jaar wereldgeschiedenis vind je hier, van antieke Griekse documenten tot een pas gedrukte poëziebundel. Maar veel mensen hebben geen idee wat de afdeling Bijzondere Collecties eigenlijk is, zegt Van der Laan. ‘Ze denken dat het een soort museum is. Ze weten helemaal niet wat we hier doen.’
Mensen denken dat dit een soort museum is
Dat is pijnlijk voor het team. De afdeling werd al opgericht in 1615, toen de universiteit pas een jaar bestond, om voor boeken te zorgen en ze beschikbaar te maken voor onderzoekers. ‘Al vanaf het begin zijn wij er voor onderwijs en onderzoek en dat is nu nog steeds zo’, zegt Van der Laan. ‘Onze belangrijkste taak is om deze documenten toegankelijk te maken, en verder doen we allerlei dingen. We digitaliseren ze, restaureren ze en catalogiseren ze en we publiceren erover.’
‘Onderwijs en onderzoek’ betekent niet dat ze er alleen zijn voor hoogleraren en promovendi: iedereen mag voorwerpen uit de collectie opvragen – studenten, medewerkers en zelfs het algemene publiek. ‘Ik hoor soms dat studenten denken dat ze hier niet welkom zijn’, zegt Van Dijk. ‘Maar je mag hier gewoon komen en zelf de boeken aanraken. Je hoeft niet naar iets te kijken achter glas.’
Favoriete voorwerpen
Hoewel Van der Laan en Van Dijk prozaïsche termen als ‘documenten’ en ‘voorwerpen’ gebruiken, weten ze maar al te goed dat de schatten in hun kluis allesbehalve gewoon zijn. Neem bijvoorbeeld het exemplaar van het Nieuwe Testament, ooit eigendom van de humanist Erasmus, waarin Maarten Luther in zijn ragfijne handschrift aantekeningen heeft gemaakt. ‘Dat maakt ons exemplaar uniek’, zegt Van der Laan. ‘Er zit een verhaal aan vast.’
Of neem de Griekse papyri uit de Romeinse en Byzantijnse tijd waar wetenschappers nog altijd hun hoofd over breken. ‘We weten dat eentje een brief is over een mummie’, zegt Van Dijk. ‘Maar van veel weten we niet waar ze over gaan.’
Wat Van der Laan betreft springen er een paar voorwerpen uit in de collectie die in ruim 400 jaar tijd is opgebouwd: ‘Dit is een van mijn favorieten’, zegt hij, terwijl hij een leergebonden werkje van de filosoof Cicero oppakt, niet groter dan een hedendaagse pocket. ‘Dit boek is van twee van de grootste intellectuelen geweest die Groningen gekend heeft, Wessel Gansfort en Regnerus Praedinius. Gewoon het besef dat zij allebei dit boek hebben vastgehouden en gelezen en dat ik het nu vast heb, dat is sensationeel.’
Ik houd iets vast dat Gansfort en Praedinius ook hebben vastgehouden
Maar Bijzondere Collecties omvat niet alleen maar antieke manuscripten en boeken. ‘Het is eigenlijk alles dat je niet mag uitlenen. En soms zijn dat ook heel nieuwe dingen.’
Als voorbeeld pakt Van Dijk een dun boekje met een paarse kaft en glimmend rode pagina’s. ‘Dit is Russische poëzie’, zegt ze. ‘Dichters in ballingschap hebben hun Nieuwjaarswensen voor 2025 hierin opgeschreven.’ Van de bundel, die gedrukt is in Groningen, zijn maar 175 exemplaren.
High-tech
De afdeling ziet er misschien niet zo spannend uit, maar is behoorlijk high-tech. Dat is ook nodig, want de voorwerpen hier moeten in optimale omstandigheden bewaard worden. Zo wordt het zuurstofgehalte in de kluis tussen de 15 en 18 procent gehouden, zodat vuur geen kans heeft, en worden er steeds meer stukken gedigitaliseerd.
Onze boeken zijn oud, maar onze onderzoekstechnieken zijn modern
Een nieuw project: duizenden documenten worden als linked open data beschikbaar gesteld. Zo ontstaat er een database die door computers afgespeurd kan worden op verbanden tussen data en datasets. Zo wordt het leven van onderzoekers een stukje makkelijker gemaakt.
Momenteel worden bijvoorbeeld de brieven van Ubbo Emmius, de oprichter van de universiteit, gedigitaliseerd. Wetenschappers van over de hele wereld kunnen ze daardoor straks doorzoeken op bepaalde termen. ‘Ze kunnen gewoon gedownload worden en dan kunnen mensen ze gebruiken voor allerlei big data-projecten’, zegt Van der Laan. ‘Onze boeken zijn oud, maar onze onderzoekstechnieken zijn modern.’
Verhaal van de mensheid
Toch zou je je in deze tijd van harde bezuinigingen kunnen afvragen waarom er zoveel geld gaat naar het vergaren, catalogiseren en conserveren van dit soort documenten.
Dat kan Van Dijk wel uitleggen. Het is immers niet alleen de inhoud die interessant is voor wetenschappers, maar ook de fysieke voorwerpen zelf. ‘We hebben boeken met aantekeningen erin en die zijn uniek’, zegt ze. Zulke persoonlijke notities zeggen iets over hoe mensen alledaagse voorwerpen gebruikten en daarmee ook over hun leven. ‘Je kunt zo het verhaal van het boek reconstrueren.’
Maar voor Van der Laan zit de echte waarde van de collectie hem niet alleen in de wetenschap, maar in het bredere belang voor de mens. ‘We zijn er natuurlijk om onderzoek mogelijk te maken, maar we vertellen ook het verhaal van de mensheid, van het wezen van de mens.’