Studenten

Herpublicatie uit 2014

Wat aan de invasie vooraf ging

De aanzet voor de Russische invasie van Oekraïne werd gegeven door de Euromaidan-protesten in 2013 en 2014, die leidden tot het aftreden van de Russisch-gezinde president Janoekovytsj. Student-redacteur Christiaan Triebert – tegenwoordig journalist bij de New York Times en in 2018 Alumnus van het Jaar van de RUG – deed in 2014 in Kyiv verslag voor UKrant.
Tekst en foto’s Christiaan Triebert
14 maart om 17:12 uur.
Laatst gewijzigd op 15 maart 2022
om 9:57 uur.
maart 14 at 17:12 PM.
Last modified on maart 15, 2022
at 9:57 AM.

De enorme flatgebouwen die zo kenmerkend zijn voor de buitenwijk van een voormalige Sovjetstad verwelkomen me. Microdistricten zijn het, met scholen en kerken, met vervallen clubs, cafetaria’s en speeltuinen. Mijn marsjroetka – een minibusje met tien plaatsen – slingert agressief over de snelweg.

Ik val tegen mijn vriendin aan, die wakker schrikt. Niet zo gek, want de chauffeur heeft twintig personen in het busje gepropt. Gelukkig is het winter, dan zweten mensen niet. Maar in de zomer is zo’n reis een plakkerige ervaring met een veelheid van interessante geuren.

Kunstenaars schilderen de gevolgen van de gebeurtenissen in Kyiv

Marsjroetka’s brengen je naar alle uithoeken van de voormalige Sovjet-Unie, maar deze tuft in een (niet zo) rechte lijn van het vliegveld, regelrecht naar Kyiv. Als student Internationale Betrekkingen met interesse voor oorlogsjournalistiek, leek het me een goed idee om ‘praktijkervaring’ op te doen in Kyiv. Mijn vriendin, die door haar Palestijns-Iraanse afkomst veel protesten meemaakte, wilde ook mee. Benieuwd naar de manier waarop het protest zich in Oekraïne ontwikkelt.

IJsvissers turen in donkere gaten

De antiregeringsprotesten in de Oekraïense hoofdstad haalden alle voorpagina’s, maar wanneer ik de stad binnenrijd, lijkt alles zijn gangetje te gaan. Kinderen lopen van school naar huis, terwijl de politie de middagspits regelt. In de stoel voor me zit een stelletje te zoenen. Jongens met snowboards lopen lachend richting met sneeuw bedekte heuvels.

Aan de zijkant van de weg kun je voor een paar hryvnja een bontmuts kopen van een vrouw die in Nederland al lang en breed in het bejaardentehuis zou zijn opgeborgen. Maar misschien kijk ik niet goed – ik gok dat mijn raampje sinds het bouwjaar van het taxibusje niet meer is schoongemaakt.

Wanneer we de bevroren rivier de Dnjepr oversteken, zie ik tientallen mensen naar donkere gaten in het ijs turen: ijsvissers. Moedertje Moederland, het reusachtige standbeeld dat aan de oevers oprijst, schittert in de winterzon. Er ligt nog een dunne deken van sneeuw over de stad, maar de vrieskou is voorbij en de dooi doet voorzichtig zijn intrede. De vissers staan op dunner wordend ijs, dat dreigt te breken – net als het land, als we sommige politici mogen geloven.

Shoppen op hoge hakken

‘Oekraïne staat op de rand van een burgeroorlog’, waarschuwde oud-president Leonid Kravtsjoek het Oekraïense parlement eind januari. Dat was nadat de eerste doden tijdens de Euromaidan-protesten waren gevallen.

De protestbeweging begon eind vorig jaar toen de Oekraïense president Viktor Janoekovytsj een associatieverdrag met de Europese Unie (EU) afwees. In de plaats daarvan zocht en kreeg hij toenadering tot Rusland, dat 11 miljard euro aan staatsleningen aanbood. Tot woede van honderdduizenden Oekraïners. Maar de aanhoudende protesten gaan over meer dan Europese integratie. Veel belangrijker zijn de wijd verspreide corruptie en mensenrechtenschendingen door het regime.

Het is bizar om te hoe zien hoe aan het begin van Khreschatyk – de hoofdstraat – deftige dames op hoge hakken shoppen bij dure modezaken, terwijl aan het eind van diezelfde straat demonstranten met hooivorken en alarmpistolen oog in oog staan met de politie. Het door tenten, barricades en wachttorens afgezette gebied van Euromaidan is een soort festival geworden. Mensen komen van heinde en verre om het protest te bekijken. Als je wilt, kun je voor vijf hryvnja met Tijgertje of een Minion op de foto.

Op het Onafhankelijkheidsplein staat een podium waar poëten, politici en muzikanten elkaar afwisselen. Nog even verder ligt het Europlein. Links ligt het bezette Oekraïense Huis en rechts ‘de barricades van Hrushevskoho’ – het epicentrum van geweld tijdens de rellen eind januari. Als je foto’s van brandende bussen en molotovcocktails zag, zijn ze waarschijnlijk op deze paar vierkante meters gemaakt.

Demonstranten zwaaien op een uitgebrande bus met de Oekraïense vlag

Nieuws is uitzondering op de regel, weet ik. De foto’s van ‘een brandend Kyiv’ gingen de hele wereld over. De bezette ruimte is maar een klein stukje van Kyiv, maar het gaat wel om de hoofdweg- en plein van de stad. Hrushevskoho is de weg naar andere overheidsgebouwen.

En nu? Er is een soort van wapenstilstand tussen demonstranten en politie ontstaan en de sfeer is soms bijna gemoedelijk. Mensen fotograferen vanaf de barricaden. Vrouwen delen broodjes jam en kaas uit. Veel van de bivakkerende demonstranten dragen Russische helmen uit de Tweede Wereldoorlog, waarop ze het wapen van Oekraïne hebben geschilderd, of de naam van hun stad.

EU-vlaggen op krakkemikkige barricaden

Een oudere man met ‘L’viv’ op zijn helm, zit bij een vuurkorf. Hij heeft zijn baan als jurist opgezegd om hier te vechten voor een beter land. Op de achtergrond dagen jongere jongens de politie uit. Per shift verblijven het slechts om een stuk of twintig, dertig demonstranten, maar die halen alle foto’s.

Weliswaar zijn er meer dames op hoge hakken, maar we willen hooivorken zien en walkietalkies, zwartgeblakerde monumenten en gasmaskers, wapperende EU-vlaggen op krakkemikkige barricades. Uit boxen aan beide kanten, klinkt luide muziek. Soms punk, soms klassiek – als het maar harder is dan dat van de tegenstander.

De demonstranten hebben een beamer op een scherm tussen de barricade gericht en tonen het nieuws. De politie kijkt er de hele dag naar. Wanneer er een priester langs komt, zetten beide partijen de muziek uit om hem te laten spreken. Maar wanneer een demonstrant piano begint te spelen, gaat de muziek aan politionele kant snel harder. Het een stand-off waarbij (foto)journalisten soms in grotere getale aanwezig zijn dan demonstranten.

De beste en slechtste tijd

‘Ik vergelijk de revolutie met A Tale of Two Cities van Charles Dickens’, zegt Asia, de 27-jarige redacteur van een kunsttijdschrift in Oekraïne. ‘It was the worst of times, it was the best of times. Er zijn mensen gestorven voor deze revolutie, maar tegelijkertijd strijden mensen voor hun rechten.’

Ze straalt en ik glimlach. Vijf jaar geleden ontmoette ik haar via een vriend in Boedapest. Afgelopen zomer zag ik haar voor het laatst. Toen was ze depressief, moe en teleurgesteld dat corruptie en mensenrechten schendingen haar landgenoten koud lieten. Maar Euromaidan bracht daar verandering in.

Zij geeft ons de komende dagen onderdak. Asia is een romanticus, die haar gesprekken met een ‘love and peace’ afsluit. Jammer alleen dat zulke gevoelens al te vaak op te rooskleurige ideeën zijn gebaseerd. Gelukkig weet ze dat zelf ook wel. ‘Over politiek kan je beter met mijn huisgenote spreken, die is veel rationeler dan ik.’

Toegangspoort tot het voetbalstadion, die als barricade dient.

Huisgenote Hanna is een fotografe die onder andere voor de officiële Facebookpagina van Euromaidan fotografeert. Met haar rode lokken – ‘geverfd, hoor’ –, kleurrijke jurk, en zwarte kisten is ze gemakkelijk te herkennen. Wanneer we samen langs het bezette stadhuis lopen, raken we aan de praat met een van de bezetters. Hij is gekleed in camouflagekleding en draagt behalve zijn helm, een kogelvrijvest. Op zijn arm herken ik het embleem van de Zelfverdediging van het Oekraïense Volk – extreem rechts dus.

Voordat hij zich in dat pak hees, was hij het hoofd van een plattelandsgemeenschap. Hij hoort dat ik uit Nederland kom en begint meteen over ons drugsbeleid. ‘Je moet een morele grens zetten en dit niet toelaten, net zoals ik niet toelaat dat het regime mij probeerde om te kopen als hoofd van het dorp. In het nieuwe democratische Oekraïne moet dit veranderen, we moeten dezelfde morele grens hebben. Drugs, prostitutie en corruptie zijn allemaal fout.’

Hanna reageert scherp. ‘Je rookt zelf in een publieke ruimte. Ik houd niet van die sigarettenrook en democratie gaat over compromissen. Je moet andere mensen niet beschuldigen van een gebrek aan een uniforme morele grens, als je die zelf niet hebt.’

De man lacht schamper, drukt zijn sigaret uit en schudt ons de hand. Terwijl we verder lopen door de majestueuze hoofdstraat, vertelt Hanna over haar collega’s bij het mediabedrijf waar ze voor werkt. Die kregen vandaag bezoek van de Oekraïense politie. Ze denkt dat haar een kruisverhoor bespaard is gebleven omdat ze nog op haar oude adres staat ingeschreven. ‘Ik had echt niet verwacht dat dit me zou overkomen in mijn land.’

Ook maakt ze zich zorgen over de verdeeldheid onder de oppositie. Het kwam al tot een fysiek conflict tussen twee verschillende groeperingen in het Oekraïense Huis. ‘Ik hou mijn hart vast voor wat er zal gebeuren in het post-Janoekovytsj tijdperk.’

Snoepjes van de nationalisten

Naast het geel-blauw van de Oekraïense, Europese en Svoboda-vlaggen (anticommunistische, nationalistische partij), vallen ook veel rood-zwarte attributen op. Het zijn de kleuren van het Oekraïne Opstandelingleger (UPA), dat in de jaren ’30 streed tegen de Sovjetoverheersing. Voor de aanhangers van deze groep werd mijn vriendin gewaarschuwd door Oekraïense vrienden. ‘Met jouw licht getinte huidskleur zullen ze je niet mogen’, werd haar verteld.

Zicht op het Onafhankelijkheids-plein in Kyiv waar de grote protesten plaatsvinden.

Niets blijkt minder waar. Mannen die onherkenbaar zijn door hun rood-zwarte bivakmutsen, drukken haar toffees en snoepjes in de handen. ‘Is ze al getrouwd’, vraagt eentje, terwijl ik een hooivork met varkensvet onder mijn neus krijg.

Asia maakt zich niet zo druk over de nationalistische demonstranten. ‘Het is niet zo dat ze de straat op gaan om Russisch-sprekenden aan te vallen. Ze willen zichzelf gewoon Oekraïens noemen en Oekraïens spreken.’

Zowel zij als Hanna komen allebei uit Oost-Oekraïne geboren, waar men voornamelijk Russisch spreekt. ‘Daar houden ze op het ook moment niet van Janoekovytsj’, zegt Asia, ‘maar ze houden nog minder van West-Oekraïners, die een guerrillastrijd begonnen tegen het Sovjetregime.’

De dooi zet door

Te snel vliegen de dagen voorbij. Op de laatste ochtend blijkt de goedkope wodka van de kiosk om de hoek harder ingeslagen dan verwacht. Een marsjroetka verdraag ik dit keer niet. Een taxichauffeur van in de vijftig geeft in gebrekkig Duits zijn mening over Euromaidan. ‘Net khorosho’, zegt hij. Niet goed. De waarde van de hryvnja is gekelderd en levensmiddelen zijn duur geworden. Belangrijke wegen zijn afgesloten. ‘Euromaidan Problem’, benadrukt hij nog maar eens. ‘Aber Janoekovytsj auch Problem.’

Vijf dagen na onze aankomst passeren we opnieuw de Dnjepr – nu in omgekeerde richting. Nog steeds zie ik de ijsvissers in de gaten in het ijs turen. Maar het zijn er minder; het ijs wordt fragiel door de stijgende temperaturen. Dat betekent ook dat de barricades van zakken gevuld met sneeuw, gaan verzakken tot een trieste hoop van plastic, realiseer ik me.

Maar de protesten bliezen een oud gezegde nieuw leven in, vertelde Asia me vlak voordat we vertrokken: ‘Het kost een Oekraïense man twee dagen om een plank vast te timmeren in het huis, maar binnen een half uur bouwt hij een barricade.’

Christiaan bezocht ook de Student Assembly in het bezette Oekraïense Huis en sprak daar met de net afgestudeerde Nina.

Engels