Studenten
Ibrahim A’mema

Protesteren bij Rafah

‘Een zwarte bladzijde in de geschiedenis’

Ibrahim A’mema
Wat kun je doen aan de ellende in de wereld? De een ziet het gelaten aan, de ander komt in actie. UKrant portretteert in de korte serie ‘De idealisten’ een aantal studenten die dat laatste doen. Deel 2: Ibrahim A’mema vloog naar Egypte om aandacht te vragen voor de situatie in Gaza.
16 juni om 14:44 uur.
Laatst gewijzigd op 23 juni 2025
om 15:02 uur.
juni 16 at 14:44 PM.
Last modified on juni 23, 2025
at 15:02 PM.
Avatar foto

Door Lotte Kruijer

16 juni om 14:44 uur.
Laatst gewijzigd op 23 juni 2025
om 15:02 uur.
Avatar foto

By Lotte Kruijer

juni 16 at 14:44 PM.
Last modified on juni 23, 2025
at 15:02 PM.
Avatar foto

Lotte Kruijer

Ibrahim A’mema (25) heeft het druk. Hij heeft vandaag – dinsdag 10 juni – al vier interviews gegeven, moet nog diarreeremmers en zonnebrand kopen en dan ook nog ergens een goede reistas vandaan zien te halen. Dat klinkt misschien als een student die direct na de tentamens zijn koffers pakt om de zomer te vieren, maar nee. Ibrahim vliegt morgen naar Egypte om mee te doen aan de solidariteitsmars naar de grens bij Rafah. 

Tenminste, dat is het plan.  

Het was zijn zus die hem erop wees.  Ze stuurde een Instagrambericht door. Ibrahim, student bedrijfskunde, hoefde er geen moment over na te denken: hij ging mee. De oorlog in Gaza raakt hem enorm. De hel op aarde, noemt hij het. Hij was al een tijd op zoek naar een manier om zich in te zetten, echt impact te maken. Daar dacht hij veel over na. ‘Met z’n allen naar zo’n grens lijkt me een heel krachtig protest, dat laat zien hoe wij naar de situatie kijken’, vertelt hij.  

Onmenselijk leed

Zo’n tweeduizend mensen uit 35 landen gaan meedoen aan de mars. Eerst vliegen naar Caïro en dan naar een dorp in de Sinaïwoestijn. Vanuit daar lopen ze drie dagen door de woestijn om vervolgens een tentenkamp op te zetten aan de grensovergang bij Rafah, uit solidariteit met de mensen in Gaza. 

Ik wil later kunnen zeggen dat ik mijn best gedaan heb

Er móet er nu iets gebeuren, benadrukt Ibrahim. ‘En als de overheid niets doet, dan doen we het zelf wel.’ Dit is geen oorlog meer, zegt hij, maar onmenselijk leed. ‘Ik denk dat wij hier later op terugkijken als een zwarte bladzijde in de geschiedenis en dat we ons afvragen waarom we niet meer hebben omgekeken naar deze mensen. Ik wil dan kunnen zeggen dat ik mijn best gedaan heb.’

De groep wil na de drie dagen in de woestijn nog vijf dagen bij de grens blijven, maar Ibrahim gaat een dag eerder terug, vertelt hij. ‘Ik moet nog een tentamen maken. Maar voor de rest ben ik er gewoon bij.’ 

Familie en vrienden maken zich wel zorgen. En dat begrijpt hij, maar het verandert niets aan zijn besluit om te gaan. ‘Het komt allemaal wel goed. We gaan niets geks doen: het is een mars, ik ga de grens niet bestormen ofzo.’

Hij voelt vooral gezonde spanning. ‘Ik heb er vaak over nagedacht hoe die plek eruitziet en over de situatie gedroomd, omdat ik er zoveel mee bezig ben. Ik ga het meemaken.’

Ibrahim gestrand in Caïro

Gedeporteerd

Maar het loopt allemaal anders. Al op het vliegveld in Caïro wordt Ibrahim tegengehouden, samen met de honderd andere Nederlanders die voor de mars zijn gekomen. Op verzoek van Israël, stelt hij. Hun paspoorten worden afgepakt en ze worden gedeporteerd, meldt Ibrahim terwijl hij op zijn terugvlucht wacht. Een dag later is hij alweer thuis; zijn paspoort kreeg hij terug toen hij eenmaal in het vliegtuig zat.

Op het vliegveld in Caïro was de sfeer grimmig en chaotisch, zegt hij. ‘Er hing veel onzekerheid in de lucht. Er werd ook geweld gebruikt, maar alleen als je niet meewerkte. Ik dacht, als ik mij niet misdraag, dan gebeurt er niets. Ik werd vastgegrepen, maar zodra ik liet zien dat ik meewerkte, was er niets aan de hand.’

Hoewel hij niet verder dan het vliegveld is gekomen, beschouwt Ibrahim de reis toch als geslaagd. Het belangrijkste is dat ze hebben laten zien dat ze bereid zijn om de wereld over te vliegen en zich in te zetten. ‘Het is zeker niet voor niets geweest.’

Veel liefde

Op Schiphol werden Ibrahim en de andere activisten wél warm ontvangen. Een groep mensen stond ze op te wachten met bloemen en eten. ‘Dat was heel bijzonder. Ik kende ze niet eens, en toch stonden ze voor mij klaar.’

Ik kreeg zelfs een berichtje van een Joodse vrouw die haar steun uitte

Sowieso voelde hij zich omringd door liefde. Naast bezorgd, waren zijn vrienden en familie ook heel trots en stuurden ze veel berichtjes om hem succes te wensen. Er waren zelfs wildvreemden die hun respect wilden betuigen. ‘Ik kreeg een berichtje van een Joodse vrouw uit Groningen die haar steun uitte, wat ik heel mooi vond.’ 

Nadat hij op het vliegveld in Nederland de media had toegesproken, ging Ibrahim snel weer terug naar Groningen. Hij had 24 uur nauwelijks gegeten of gedronken en niet geslapen en hij was kapot. 

Trots

Nu hij een paar dagen later alles een beetje heeft kunnen verwerken en weer redelijk op zijn benen kan staan, kijkt Ibrahim trots terug op wat de groep bereikt heeft. Hij heeft absoluut geen spijt van zijn reis. ‘Het draagt bij aan de bewustwording van de situatie, net als alle protesten, de muziek, de gedichten die er geschreven zijn, de gesprekken die gevoerd worden.’ Dat moet voor verandering zorgen, hoopt hij.

Ja, natuurlijk baalt hij dat hij niet verder gekomen is. ‘Misschien was het idealistisch om hieraan mee te doen. Maar ik leef al sinds het begin mee met Gaza.’ De situatie heeft zijn kijk op de wereld echt veranderd, zegt Ibrahim. ‘Ik dacht altijd dat de wereld over het algemeen eerlijk was en dat het allemaal wel goed zat. Dit is echt een reality check: het is toch allemaal krommer en onrechtvaardiger dan ik dacht.’

Maar, zegt hij ook: ‘Ik heb in ieder geval mijn best gedaan. Als ik het moet samenvatten: ik voel me voldaan.’

Engels