Universiteit

Strip over RUG-giganten

Getekende wetenschappers

Acht belangrijke wetenschappers van de RUG, van Aletta Jacobs tot Ben Feringa, zijn vereeuwigd in een stripboek: Masterminds. Het is onderdeel van de gelijknamige tentoonstelling die nu in het Universiteitsmuseum is te zien.
12 oktober om 13:01 uur.
Laatst gewijzigd op 14 oktober 2021
om 11:36 uur.
oktober 12 at 13:01 PM.
Last modified on oktober 14, 2021
at 11:36 AM.
Avatar photo

Door Rob van der Wal

12 oktober om 13:01 uur.
Laatst gewijzigd op 14 oktober 2021
om 11:36 uur.
Avatar photo

By Rob van der Wal

oktober 12 at 13:01 PM.
Last modified on oktober 14, 2021
at 11:36 AM.
Avatar photo

Rob van der Wal

Lang werkte Mark Hektor niet voor het universiteitsmuseum toen hij al zijn eigen stripboek mocht gaan maken. Hij liep stage vanuit zijn RUG-studie wetenschapscommunicatie en mocht eigenlijk direct part-time aan de slag. Toen hij afgestudeerd was, kwam de vaart er echt in, en nu ligt er dus een stripboek.

Voor elk verhaal gebruikte hij een andere stijl. Hij bekeek ook uitgebreid naar de portretten van de wetenschappers die hij ging tekenen. ‘Ik kijk of ik zo’n gezicht ergens kan versimpelen, dat ik bepaalde gelaatstrekken hoekig maak, of juist wat ronder. Juist die afwisseling van stijlen maakt het leuk om eraan te werken.’

Naast het stripboek maakte Hektor ook een kinderboek voor het Universiteitsmuseum over astronoom Eise Eisinga en diens planetarium in Franeker. Dat boek, Het Hemelbouwertje, komt vrijdag uit. Masterminds is al te koop, bij het Universiteitsmuseum en de Universiteitswinkel. 

Huisarts en feministe Aletta Jacobs (1854 – 1929)

‘Het voordeel van zo’n strip ten opzichte van de tentoonstelling, is dat je de hoofdpersoon dingen laat zeggen en doen. Dan komt het verhaal echt tot leven’, zegt Hektor. ‘Alle hoofdpersonen zijn volwassenen, behalve Aletta. Die wilde ik expres jong laten lijken, omdat het stripverhaal echt over haar jeugd gaat. Aletta is namelijk de eerste vrouw die afstudeerde in Nederland, als 18-jarige. De portretten waarop ze al wat ouder is, heb ik dus geprobeerd te verjongen.’

‘Er is veel informatie te vinden over hoe Aletta was als kind. Ze was echt een beetje rebels, van het buitenspelen. Dus dat stoere heb ik erin verwerkt. Maar daarnaast vond Aletta het geven van modeshows met haar poppen ook leuk, hoor.’

Sterrenkundige Jacobus Cornelius Kapteyn (1851 – 1922)

‘Kapteyn was een beetje op zichzelf, wat stil. Hij had een vrij zware jeugd, werd vaak gepest en kreeg niet veel aandacht van zijn ouders. Daardoor raakte hij vaak naar de achtergrond en was veel met dieren aan het spelen. Dat zijn de wat serieuzere thema’s die ik in de strip probeer te verwerken.’

‘Bij het tekenen van Kapteyn liep ik een beetje tegen tijdsdruk aan. De strip over Aletta Jacobs kostte erg veel tijd, omdat ik uitgebreid aan details als schaduwen en lijnen heb gewerkt. Daarom wilde ik deze strip zo efficiënt mogelijk maken. De snor van Kapteyn kon ik bijvoorbeeld hergebruiken uit een eerdere strip, en alle onderdelen van zijn hoofd waren makkelijk op de computer aan te passen.’

Medicus Petrus Camper (1722 – 1789)

‘Camper wordt beschreven als een heel erg zelfverzekerd persoon. Op een gegeven moment kwam hij een fossiel tegen van een dinosaurus, de mosasaurus. Op dat moment waren dino’s nog niet bekend, en Camper was er stevig van overtuigd dat het een walvis was. Zo’n beschrijving vind ik leuk, want dan kan ik in de strip inspelen op zijn ego.’

’Het probleem bij hele oude personen, zoals Petrus Camper, is dat er alleen portretten van zijn. Alle portretten lijken ietsje anders, en niet elke schilder was ook even goed in het afbeelden van zo’n persoon. Toen ik Petrus Camper wilde tekenen, was dat nog een hele uitdaging: moet ik het gemiddelde van alle portretten nemen, of gewoon eentje kiezen?’

Psycholoog Gerard Heymans (1857 – 1930)

‘Heymans was ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van de psychologie. Eerder waren psychologen vooral bezig met nadenken over nadenken. Hij dacht: daar kunnen we geen resultaten uit trekken, en dus heeft hij psychologische experimenten opgezet. Daarom was hij de ideale man om in een strip de werking van wetenschappelijk onderzoek uit te leggen. Als het even kon, zette hij zelfs studenten uit zijn klas én zijn eigen vrouw in voor een onderzoek.’

Natuurkundige Frits Zernike (1888 – 1966)

‘Zernike zat eens opgesloten in een lift. Volgens het verhaal raakte iedereen in paniek, maar hij niet. Zernike bleef rustig, repareerde de lift zelfs, en ze konden weer verder. Daarom dacht ik: het is leuk om in de strip een enorm irritant en druk figuurtje tegenover hem te zetten, gewoon om te kijken wat er gebeurt. Dat is Zernike’s fictieve achter-achter-achterkleindochter geworden. Ze is een rond figuurtje met een brede, hoekige jas en stelt alleen maar vragen. Zernike zet haar uiteindelijk buiten de deur en gaat dan weer rustig door met zijn werk.’

De echte kleindochter van Zernike had mijn strip gezien en zei: ‘Goh, dat is precies mijn opa!’ Daar ben ik erg blij mee.’

Botanicus en geneticus Tine Tammes (1871 – 1947)

‘Tammes was hoogleraar genetica, maar ook botanicus. Ze was dus druk in de weer met bloemen en planten. Daarom heb ik over haar een fotostrip gemaakt met de achtertuin van mijn ouders als omgeving. Tammes staat naast de kastanjeboom die ik zelf als klein kind plantte, en toevallig kwam er een lieveheersbeestje voorbij tijdens het maken van één van de foto’s. Dan heb je echt geluk. Alle figuurtjes in deze strip heb ik zelf op papier getekend en daarna ingekleurd.’

‘Ik vond een foto van Tammes waarop ze een lange jurk aan had, maar dat is onpraktisch als je door de natuur wandelt. En dus heb ik haar laarzen gegeven, en een wat korter jurkje.’

Scheikundigen Sibrandus Stratingh (1785 – 1841)
en Ben Feringa (1951)

‘Feringa is het enige figuurtje dat wij voor de strip om toestemming moesten vragen, al weet ik trouwens niet wat hij uiteindelijk van de strip vond. Stratingh vind ik heel leuk, omdat ik twee keer zijn initialen, de letter S, in zijn haar heb verwerkt. Dat moet je maar net opvallen.’

‘Zowel Feringa als Stratingh hebben een autootje gemaakt, maar dan compleet anders. Feringa maakte een zelfrijdende auto op microniveau, terwijl Stratingh de uitvinder van het allereerste elektrische wagentje was. Het meest logische wat je dan kan doen, is ze tegen elkaar te laten racen. Dus dat heb ik in de strip gedaan.’

Engels