Vijf jaar na coronaVerenigingen
Narigheid is nu bespreekbaar
De coronapandemie ligt ruim achter ons, het leven gaat z’n gewone gang weer. Maar welke blijvende effecten heeft het virus gehad op en rond de universiteit? In welke opzichten zijn we er beter uitgekomen, en wat is nooit meer als vanouds geworden? UKrant onderzoekt dit in een serie artikelen over onder meer het onderwijs, het verenigingsleven en ons sociale gedrag.
‘Het bestuur wist niet wat ze overkwam.’ Normaal verwelkomde Cleopatra vijftig, zestig nieuwe leden aan de start van een studiejaar. Maar in de zomer van 2020 waren dat er opeens 140. ‘Op een vereniging van 500 mensen is dat echt heel erg veel’, zegt extern Danique Schuiling.
Ook andere studentenverenigingen zagen hun aanmeldcijfers stijgen. Bernlef, dat er normaal twintig tot dertig nieuwe leden bij kreeg, had er opeens vijftig op een totaal van 120 leden. ‘Best wel een uitdaging voor het bestuur, omdat je opeens vijftig mensen hebt voor wie je verbinding moet faciliteren in een tijd waarin dat op zijn moeilijkst is’, zegt Jildou Bouma, voorzitter van Bernlef.
Loten
Grote verenigingen als Vindicat, Albertus en Dizkartes moesten voor het eerst in jaren een lotingsysteem introduceren. Zo had Dizkartes in 2021 1090 voorinschrijvingen en maximaal 300 plekken vrij. Bij Albertus waren het er toen 1632 voor in totaal 500 plekken.
‘Dat we moesten gaan loten, dat kenden we gewoon niet’, zegt ook Wibe Kaak, rector van Vindicat. De vereniging verhoogde het maximale aantal nieuwe leden naar 450, maar ook dat was te weinig. ‘En eerlijk gezegd is het nog niet terug naar vroeger. Wij hebben nog steeds ieder jaar ongeveer twee keer zoveel aanmeldingen als dat we mensen toe kunnen laten.’
Hij zou het graag een jaartje anders zien. De ruimte hebben om iedereen die lid wil worden, ook te accepteren. ‘Wij doen onze loting bij een notaris die ons vervolgens een lijst geeft met wie wel en niet is ingeloot.’ En hoewel mensen die het voor een tweede keer proberen een dubbel lot krijgen om meer kans te maken, moet je altijd iemand teleurstellen. ‘Als je als bestuurder je broertje moet vertellen dat hij er niet bij kan, is dat echt zuur.’
Gek moment
Gezelligheidsverenigingen floreerden tijdens corona. Ondanks de lockdowns, de anderhalvemeterregel, de gesloten kroegen en het gebrek aan activiteiten zochten studenten massaal hun heil in het verenigingsleven. In de zomer van 2020 begonnen de aanmeldcijfers te stijgen en die groei zette het jaar erop alleen maar door.
Een paar commissies kwamen niet meer vanzelf tot leven
‘Ik ben zelf ook van die lichting’, zegt Schuiling. Voor Cleopatra betekende de grote aanwas dertien ‘stammen’ (Cleo’s jaarclubs) in plaats van zo’n zes of zeven en veel mensen die het ‘gewone’ verenigingsleven niet kenden.
‘Het was een gek moment om lid te worden’, blikt ze terug. ‘Want het ene moment kon je gezellig dansen, kletsen, samen zijn op de vereniging en het volgende moment mochten we er helemaal niet zijn.’ En dat kan bepalend zijn voor een vereniging zonder eigen huizen, waar mensen elkaar vooral opzoeken op de vereniging. ‘Ik denk dat in de grotere lichtingen meer leden inactief zijn geworden, of weer lid-af.’
Daar staat tegenover dat degenen die lid bleven extra enthousiast waren. ‘Wij zijn natuurlijk een vereniging zonder verplichtingen, waar je alleen naartoe komt als je zin hebt. Ik denk dat juist daarom iedereen ook echt weer graag langs wilde komen. Toen we weer open mochten, zaten we meteen vol.’
Even wennen
Toch waren er wel verschillen te merken, zoals toen er weer activiteiten georganiseerd mochten worden en daarvoor commissies werden opgetuigd. ‘Normaal worden de commissies van het ene jaar op het andere doorgegeven. Maar een paar commissies kwamen niet meer vanzelf tot leven, die moesten echt teruggebracht worden’, zegt Schuiling. En zonder de ervaring van het voorgaande jaar voelde het alsof sommige commissies het wiel opnieuw moesten uitvinden.
Studenten die gewend waren geraakt aan een leven in het eigen studentenhuis moesten sowieso weer even wennen aan het ‘normale’ verenigingsleven. ‘We mochten weer naar college, we mochten weer naar de vereniging en we moesten opnieuw leren hoe dat met elkaar te combineren’, zegt Bouma. En het was ook weer aan elkaar wennen, zegt ze. ‘Je hebt elkaar heel lang niet gezien en dan kom je binnen en kom je opeens nieuwe leden tegen. Dan denk je toch: wie ben jij eigenlijk?’
Huisfeesten tegelijk met verenigingsevenementen, dat was ondenkbaar
Bij een vereniging als Vindicat, waar veel leden in verenigingshuizen wonen, zagen ze andere gevolgen. ‘Bij ons merkten we dat er een verschuiving was van de kroeg naar de verenigingshuizen’, zegt Kaak over Vindicat. ‘In het begin kwam het zelfs voor dat verenigingshuizen feesten organiseerden die tegelijkertijd waren met verenigingsevenementen. Dat was voorheen echt ondenkbaar geweest.’
En als je dan terug was op de kroeg, hoe hoorde je je daar dan eigenlijk te gedragen? ‘Je merkte dat mensen vooral verbinding hadden met hun eigen huis en Vindicat als naam, maar niet met de tradities en het verenigingsleven.’
Zoals tijdens borrelavonden, waarop ieder jaar zijn eigen jaarlied zingt. ‘Normaal gesproken was het dan stil en zong iedereen mee. En nu merkte je dat mensen de woorden niet eens kenden en gewoon door bleven praten.’
Ongehoord gedrag voor wie Vindicat voor corona al kende. ‘Het enige dat we kunnen doen om zo’n traditie in stand te houden, is de traditie doorzetten totdat iedereen er weer aan gewend is.’
Meer drugsgebruik
Een ander gevolg van veel thuis zijn en vooral huisfeestjes bezoeken? ‘Drugsgebruik is toegenomen en genormaliseerd bij studenten’, zegt Kaak. ‘Daar kunnen we gewoon eerlijk over zijn. Dat vind ik wel een van enge dingen die uit de coronaperiode is voortgekomen.’
Hij herkent het beeld dat waar studenten het voorheen misschien op een specifiek feestje deden, ze het nu ook en plein publique doen. ‘Dat het naar de woonkamer is gehaald heeft dat wel makkelijker gemaakt. Maar wij zijn als vereniging altijd zero tolerance geweest en gebleven’, zegt hij. Wat er in de huiskamer gebeurt, daar heeft hij geen zeggenschap over. Maar word je op de vereniging betrapt? Dan word je als lid geroyeerd.
Misschien is het ook nodig dat je een paar keer streng bent
Dat is sinds corona bij een handvol leden gebeurd, zegt Kaak. Het ging dan om mensen die op de vereniging positief op drugs werden getest. ‘Dat doen we niet zomaar, daar moet wel aanleiding voor zijn. Bijvoorbeeld als je echt laveloos op de vereniging bent’, legt hij uit.
En nee, leden die positief testen, hoeven niet per se drugs op de vereniging te hebben gedaan, maar desondanks zijn er gevolgen aan verbonden. ‘Misschien is het ook nodig dat je een paar keer streng bent om in de vereniging weer het juiste voorbeeld te geven’, zegt Kaak.
Bouma is dat met hem eens. Ook bij Bernlef waren wat voorvallen met drugs. ‘Wij hebben vier besturen geleden een drugsprotocol opgesteld met een zero tolerance-beleid. Nadat we hebben moeten handhaven, zijn de incidenten ook weer afgenomen. Soms moet je even ingrijpen.’
Bij Cleopatra nemen ze geen drugstesten af, maar ook daar zagen ze rond het einde van corona ‘een kleine piek in drugsgebruik’, zegt Schuiling. ‘Maar in de afgelopen jaren hebben we ook duidelijk gemaakt dat we dat niet tolereren en het is bij ons niet blijven hangen. Als iemand er nu strak uitziet, dan pikken we die er wel uit en wordt er een onderzoek gestart. Dat kan leiden tot een mogelijke schorsing.’
Open sfeer
Tegenover de normalisatie van drugs staat bij verenigingen ook de normalisatie van het praten over je gevoelens. Na een periode waarin studenten zich jarenlang steeds eenzamer en somberder voelden, bleek er veel behoefte te zijn om over die gevoelens te kunnen praten. Ook op de verenigingen.
‘Het is een van de dingen waar na corona echt de focus op is komen te liggen’, zegt Kaak. Zo zette Vindicat een welzijnscommissie op en stelde het interne en externe vertrouwenspersonen aan. ‘Je merkt dat er binnen de vereniging behoefte is om met iemand te kunnen praten, zoals een vertrouwenspersoon. En ook thema’s bespreekbaar maken als depressiviteit of een winterdip blijkt heel belangrijk. Ik ben blij dat wij daar na corona opener met elkaar over zijn gaan praten.’
Bij Cleopatra herkennen ze die behoefte. ‘Er is een steeds opener sfeer ontstaan rondom het bespreken van mentale gezondheid. We zijn nu op een punt dat het heel casual wordt besproken tijdens een kroegavond’, zegt Schuiling. ‘Het is makkelijker om met elkaar te praten’, beaamt Bouma. ‘Niet omdat je ertoe gepusht wordt, maar omdat er meer oog voor is. ‘Het is makkelijker geworden om gewoon even aan elkaar te vragen: “Hoe gaat het nu echt met je?”’
Als de pandemie dan toch iets moois heeft voortgebracht, stellen alle verenigingen, dan is het wel de open sfeer rondom mentale gezondheid die daardoor is ontstaan. ‘Verenigingen zijn toch hechte groepen en daarin merk je wel dat als iedereen voelt dat iets naar is geweest, dat het ook makkelijker bespreekbaar wordt’, zegt Schuiling. ‘Dat is misschien wel de kracht van een vereniging tijdens periodes als corona.’