Studenten
Abchazië, 1981. Drie zusjes op een rij. Rechts de moeder van Mariam.

Mariam moest huis en haard
verlaten

Mijn leven als ontheemde

Abchazië, 1981. Drie zusjes op een rij. Rechts de moeder van Mariam.
De Russische invasie van Oekraïne roept pijnlijke herinneringen op bij student-redacteur Mariam. Zij en haar familie werden van huis en haard verdreven in Georgië. ‘Het trauma van ontheemd zijn slijt niet met de jaren.’
22 maart om 10:27 uur.
Laatst gewijzigd op 23 maart 2022
om 9:34 uur.
maart 22 at 10:27 AM.
Last modified on maart 23, 2022
at 9:34 AM.
Avatar photo

Door Mariam Jamureli

22 maart om 10:27 uur.
Laatst gewijzigd op 23 maart 2022
om 9:34 uur.
Avatar photo

By Mariam Jamureli

maart 22 at 10:27 AM.
Last modified on maart 23, 2022
at 9:34 AM.
Avatar photo

Mariam Jamureli

We zullen gauw weer thuis zijn.

Die ene gedachte blijft rondgaan in het hoofd van mijn moeder terwijl ze aan boord stapt van de helikopter waarmee ze, samen met haar vierjarige zusje, op het punt staat te vluchten.

Russen en Tsjetsjenen zijn net haar woonplaats Gudauta binnengevallen. Het is er niet veilig meer voor Georgiërs, vooral niet voor vrouwen en jonge meisjes.

Separatisten in Georgië 

Toen Georgië nog deel uitmaakte van de Sovjet-Unie, was Abchazië een autonome deelregio binnen het land. Rond het uiteenvallen van de unie in 1991 verklaarde Abchazië zich – gesteund door Rusland – onafhankelijk. Ook Zuid-Ossetië, met als hoofdstad Tskhinvali, deed dat. Oplopende spanningen aan de grens van Zuid-Ossetië in 2008 leidden tot de Russische invasie van Georgië. Later dat jaar erkende Rusland beide republieken. 

De weg naar het vliegveld was moeilijk begaanbaar. Op elke hoek verwachtten ze aangevallen te worden, terwijl ze ondertussen de kogels boven hun hoofden hoorden suizen. Gelukkig werden ze de hele rit vergezeld door Abchazische vrienden van mijn familie, waardoor ze op de grond veilig waren. In de lucht zouden ze die bescherming moeten missen.  

In de helikopter klampt mijn moeder haar kleine zusje vast. ‘We zullen gauw weer thuis zijn’, zegt ze terwijl ze Abchazië achter zich laten en daarmee ook hun bezittingen, hun huis en hun vader. Ze keren er nooit meer terug. 

Oorlog

De oorlog in Abchazië begon in augustus 1992. Hij duurde dertien maanden en dertien dagen. ‘Na de val van de Sovjet-Unie had Rusland militaire infrastructuur op diverse plekken, waaronder Abchazië’, vertelt Adrian Rogstad, hoogleraar internationale betrekkingen en expert in post-Sovjetpolitiek. ‘Dat maakte het makkelijk voor de Russen om in te grijpen in 1992.’ De interventie leidde uiteindelijk tot de bezetting van Abchazië.    

Honderdduizenden etnische Georgiërs werden van huis en haard verdreven

Honderdduizenden etnische Georgiërs werden van huis en haard verdreven. Oekraïne evacueerde talloze vluchtelingen met behulp van zijn marine en luchtmacht. Zij die het waagden om door de besneeuwde bergen van Svaneti te trekken, hadden minder geluk. Baby’s die in de ijskoude temperaturen naar veiligheid werden gedragen, moesten bij aankomst begraven worden. Volwassenen die aan onderkoeling stierven, kregen ter plekke hun graf.    

In de helikopter voelt mijn pas zestienjarige moeder zich verscheurd. Aan de ene kant kijkt ze er naar uit om herenigd te worden met haar twee oudere zussen en haar moeder in Tbilisi, maar ze denkt ook aan haar vader, die achterbleef om voor hun huis te zorgen.

Propaganda

Het leven in Abchazië was zoet voor de bezetting. Mijn moeder en haar zusters kwamen thuis van school en gingen dan gauw hun huiswerk maken. Want wat ze eigenlijk wilden doen was poppenkastvoorstellingen opvoeren met de andere kinderen uit de buurt. De hele buurt keek naar die shows in hun achtertuinen, terwijl ze ijs en khachapuri – Georgisch kaasbrood – aten en luisterden naar de golven van de Zwarte Zee die op de kust sloegen. 

Tijdens de oorlog veranderden die achtertuinen in executieterreinen. Huizen werden binnengevallen, waarna Georgiërs mee naar buiten werden gevoerd en doodgeschoten.

De propaganda uit die tijd zorgde er mogelijk voor dat de situatie escaleerde. Separatistenregio’s gesteund door Rusland zijn meer ontvankelijk voor propaganda tegen hun vaderland.

Volgens Rogstad ‘worden verhalen in de media in deze meer geïsoleerde regio’s zwaar beïnvloed door Russische narratieven’. Zo worden er nu bijvoorbeeld talloze pogingen gedaan om het narratief in Oekraïne te veranderen. Maar, zegt Rogstad: ‘Propaganda werkt niet in Oekraïne. De verslagen die we binnenkrijgen gaan over onbeholpen pogingen van Russische soldaten die flyers uitdelen waarop staat dat zij de mensen komen bevrijden van de fascisten in Kyiv.’ 

Maar in regio’s waar dit soort verhalen regelmatig verspreid worden, kan desinformatie desastreuze gevolgen hebben. 

Geen zeggenschap

Mijn opa hield zes maanden stand in zijn huis. Zes maanden waarin hij doodsbang was. 

Rebellengroepen kwamen regelmatig langs en dreigden hem te vermoorden als hij niet wegging. Vaak hadden ze wapens bij zich. Avond aan avond gebeurde dat. Maar hij liet zich niet van zijn stuk brengen: hij was er zeker van dat de oorlog gauw over zou zijn en zijn vrouw en dochters terug naar huis konden komen.  

In die periode werd hij beschermd door zijn Abchazische buren. Zonder hen was hij dood geweest. Maar de situatie werd steeds precairder en toen de doodsbedreigingen gewelddadiger werden, moest hij wel vluchten.   

Zonder zijn Abchazische buren was mijn opa dood geweest

Jannis Kreienkamp, psychologiepromovendus aan de RUG, biedt inzicht in de psyche van vluchtelingen en de effecten van ontheemd zijn. Volgens hem is de weigering van mijn opa om te vertrekken een veel voorkomende reactie. 

‘De ervaringen van vluchtelingen lopen enorm uiteen’, zegt hij. ‘Maar wat veel van hen wel voelen is een verlies van zeggenschap.’ Ze hebben geen controle meer over hun dagelijkse leven en hun veilige thuis.  

‘Als je ontheemd bent geraakt, houdt wat jij als je identiteit beschouwt, wie je bent en wat jou jou maakt, vaak op te bestaan.’ Dat heeft weer een negatieve invloed op het gevoel dat ons leven zin heeft.  

Mijn opa kon niets anders doen dan stand proberen te houden. Hij beschermde daarmee zijn identiteit en die van zijn familie. Hij wist dat als hij weg zou gaan, er weinig kans op terugkeer zou zijn. En het ‘trauma van ontheemding’ zou doorgegeven worden aan zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. 

De opa en oma van Mariam in 1973 met hun oudste dochter, een van Mariams tantes.

Appartement 

Ondertussen probeerde mijn oma in Tbilisi wanhopig onderdak te vinden voor haar dochters. Twee van hen verbleven samen met haar in het huis van een familielid. De andere twee, mijn moeder en haar kleine zusje, waren in Kutaisi beland. 

Maandenlang maakte mijn oma hotels en ziekenhuizen schoon en bakte taarten in een bakkerij. Zo wist ze genoeg geld bij elkaar te schrapen om brood voor haar kinderen te kopen. De meeste dagen leefden ze van voedselbonnen. 

De meeste dagen leefden oma en haar dochters van voedselbonnen

Half november gaf de regering haar een kamer, waarin de vier zussen herenigd werden. Dat gaf heel eventjes lucht. Op dat moment konden zich ze geen voorstelling maken van moeite die het zou gaan kosten om hun levens opnieuw op te bouwen. 

Al sinds mijn kindertijd zei mijn oma altijd tegen me: ‘Binnenkort krijgen we een appartement van de regering en dan kunnen we met zijn allen bij elkaar komen en feestvieren, en de kleinkinderen kunnen lekker rondrennen.’ Mijn opa bleef dan stil. Hij zweeg altijd. Hij was als een pilaar die standvastig en stilletjes de liefde observeerde die mijn familie op de been hield in die kamer van 20 vierkante meter. 

Mijn oma kreeg haar appartement 26 jaar na de oorlog; drie jaar nadat mijn opa was overleden. Ze woont alleen in dat appartement en luistert naar het verkeer onder haar raam, terwijl de Zwarte Zee deint en golft en er niemand is om het te horen.

Steun

Veel vluchtelingen maken een periode van liminaliteit door, vertelt Jannis Kreienkamp: een overgangsfase waarin je ‘niet helemaal op de ene plek thuishoort en ook niet op de andere’. Dit zie je bij vluchtelingen die niet naar hun oude huis terug kunnen keren, maar zich ook niet welkom voelen op de plek waar ze beland zijn.   

‘We moeten inzien dat vluchtelingen onderdeel van onze gemeenschap zijn’, zegt hij. Maar vaak worden er juist tactieken ingezet om mensen die gedwongen zijn te migreren actief te weren. ‘Wij deelden vroeger voedselbonnen of voedselpakketten uit in plaats van geld, zodat migranten het slecht zouden hebben.’ 

Het is cruciaal dat we mensen die al hun sociale kapitaal zijn kwijtgeraakt oprecht steunen, op een manier die houdbaar is op de lange termijn. ‘De eerste familie die aankomt is altijd een noviteit, maar hun vrienden en familie komen daarna nog en hebben ook steun nodig’, zegt Kreienkamp. 

Mijn moeders lip trilt, dit heeft ze eerder meegemaakt 

Terwijl we huilen om onze Oekraïense broeders en zusters, moeten we terugblikken op het verleden om te bepalen hoe we hen het beste kunnen steunen. 

Kreienkamp ziet positieve tendensen in de behandeling van de Oekraïense vluchtelingen, maar er moet meer gedaan worden. We kunnen alleen maar leren van ervaringen uit het verleden en door mensen die gedwongen zijn te vluchten te vragen wat ze nodig hebben. ‘Het is geen mysterie’, zegt hij. ‘Als we mensen die dit proces zelf hebben meegemaakt vragen hoe we hen kunnen ondersteunen, kunnen we hen beter van dienst zijn.’ 

Zowel Kreienkamp als Rogstad hopen dat de positieve manier waarop de EU omgaat met de Oekraïense vluchtelingen ook zal gelden voor toekomstige vluchtelingen.

Volgende generatie

Het trauma van ontheemd zijn slijt niet met de jaren. Het sijpelt door naar de volgende generatie, zeker als we gedwongen zijn het te herleven.

Op 5 augustus 2008 vielen Russische troepen Georgië opnieuw binnen. Deze keer via de regio Tskhinvali, bezet gebied waar mijn vader vandaan komt. Ze stootten door naar Gori. Mijn familie en ik bevonden ons ten westen van Gori en moesten evacueren naar Tbilisi in het oosten.

Onze auto kruipt langzaam door de vuurlinie. Gebouwen staan in brand en rookwolken stijgen op in de verte.

Ik kijk naar mijn moeder en haar kaak is gespannen, haar lip trilt. Dit heeft ze eerder meegemaakt. Ze kijkt achterom naar mij en slikt haar tranen weg. ‘We zullen snel weer thuis zijn.’  

Engels