• Offers en rituelen

    De geheimen van de Santal

    Maandenlang woonde Lea Schulte-Droesch bij de Santal stam in India om over hun religieuze rituelen te leren. Ze zag talloze dierenoffers, maar ook oprechte verbinding tussen mensen.
    in het kort

    Maandenlang woonde Lea Schulte-Droesch bij het inheemse Santal volk in India. Ze wilde meer weten over hun rituelen, en wat die rituelen zeiden over hun godsdienst, hun maatschappelijke structuur en relaties.

    De Santal gemeenschap, die uit acht tot tien miljoen mensen bestaat, mag dan groot zijn, maar er is weinig over geschreven, en wat er over ze is geschreven is oud. Ze wilde praktijkonderzoek doen.

    Ze kwam erachter dat de bossen een speciale betekenis voor de Santal hadden. Het is er gevaarlijk, vol met tegenstrijdige goden. Maar de bossen zijn van absoluut belang voor regen op het juiste moment.

    De goden uit het Heilige Bossen van ieder dorp, evenals de veldgoden, zijn veel vriendelijker. Ze vragen echter allemaal om dierenoffers.

    Ze woonde ooit een jom sim bonga bij, waar minstens 40 geiten werden geofferd in een ritueel dat vierde hoe hun voorvaders het bos hadden neergekapt en op die plek het eerste dorp hadden opgericht.

    Dit soort rituelen dragen bij aan de gemeenschap, en verbinden mensen ook met het land and hun geschiedenis, zegt Schulte-Droesch.

    volledige versie

    Leestijd: 9 minuten (1587 woorden)

    Daar zat ze dan, op haar allereerste avond in het huis van de Santal in India. Een huis gemaakt van modder, met geen ramen – enkel deuren. Het licht was de hele nacht aan en ze lag in bed met een andere jonge vrouw. De jonge antropologe Lea Schulte-Droesch vond het maar niks, maar ze moest het er mee doen. Ze hield zichzelf voor dat de familie waarbij ze logeerde er alles aan deed het haar zo comfortabel mogelijk te maken, en dat zíj alleen slapen verafschuwden. Ze waren bang in het donker: wie weet wat voor kwade geesten hen te na zouden komen in het holst van de nacht.

    En dus deed ze haar uiterste best om vol te houden, want juist die geesten vormden een deel van de reden dat ze naar dit inheemse volk was gekomenvoor haar studie. Ze wilde meer weten over hun rituelen, en wat die rituelen vertelden over hun godsdienst, hun maatschappelijke structuur en relaties. Ze bezocht de Santal drie keer en bleef telkens een paar maanden.

    Deze maand promoveerde ze op haar onderzoek over de rol van locaties in de rituelen van de Santal.

    Nachtelijke drums

    Gebrek aan privacy was – achteraf – het allermoeilijkste te verdragen. Ze kwam erachter dat het concept individualiteit voor de Santal nauwelijks bestaat. ‘Deze mensen zijn graag samen in grote groepen, daar voelen ze zich het fijnst.’ Een privéleven, tijd voor jezelf kenden ze niet.

    Ze raakte gefascineerd door de Santal toen ze in India stage liep bij een kleine niet-gouvernementele organisatie (ngo), toen ze nog antropologie studeerde aan de universiteit van Heidelberg. Drie maanden lang gaf ze Engelse les op een school met voornamelijk Santal kinderen. ‘Ze kwamen ‘s ochtends binnen en gingen aan het eind van de dag weer weg, maar ik leerde ze niet echt kennen’, zegt Schulte-Droesch. ‘Soms hoorde ik het geluid van nachtelijke drrums vanuit mijn bed op het schoolterrein,  maar ik had geen idee hoe die mensen leefden, of welke festivals ze bezochten.’

    Dus toen ze weer thuis kwam, focuste ze haar studie op deze Santal, die claimen dat hun voorvaderen al in India leefden ver voor de hindoes er kwamen.

    ‘Het is een grote gemeenschap’, zegt Schulte-Droesch. ‘Ongeveer acht tot tien miljoen mensen. Ze wonen voornamelijk op het platteland, als boeren. Hun godsdienst omvat veel geesten, of goden, die in het bos leven. Ieder dorp heeft dan ook zijn eigen Heilig Bos, en dan zijn er ook nog de voorvaders die in de huizen zelf wonen.’

    Jachtritueel

    Ze kwam erachter dat de Santal weliswaar een grote gemeenschap vormden, maar dat er weinig literatuur over hen bestond. Het meeste was decennia oud. Bovendien hadden de schrijvers de rituelen die ze beschreven vaak niet eens zelf gezien. Dus toen ze haar master had afgerond besloot ze een promotieonderzoek over de Santal te starten – en zij zou wel veldwerk gaan doen.

    Ze was vooral gefascineerd door een jachtritueel waarover ze had gelezen. Ieder jaar gaan mannen naar het bos om daar dierenoffers te brengen aan de god van de jacht. Wat vooral bijzonder was, was dat het bos soms ook als decor voor een rechtbank diende. ‘Daar werden de ergste overtreders aan de goden overgeleverd zodat die hen konden berechten’, vertelt Schulte-Droesch. ‘Maar de laatste gedetailleerde beschrijving van zo’n rechtbank dateerde uit de jaren veertig.’

    Tijdens het ritueel voor de berggod wordt de berg aangeduid als de ‘zitplaats van de god.’ Foto door Lea Schulte-Droesch.

    En dus ging ze eerst naar Ranchi in India om de taal te leren, om daarna op zoek te gaan naar een ritueel waarvan ze niet eens zeker was of het nog wel bestond.

    Het goede nieuws: ze kwam erachter dat het ritueel nog altijd plaatsvond. Het slechte nieuws: ze was er nooit persoonlijk getuige van. ‘Heel veel mensen hebben me erover verteld. Maar het wordt in het bos uitgevoerd en vrouwen zijn niet toegestaan’, zegt ze.

    Olifanten en tijgers

    Voor de Santal is het bos gevaarlijk, en vrouwen hebben er niets te zoeken. ‘Ik vond het soms best grappig’, zegt ze. ‘Al die stoere mannen met pijl en boog die bang waren voor het bos. Er zitten natuurlijk wel olifanten en vroeger wel tijgers, maar het leek me allemaal niet zo heel erg gevaarlijk.’

    Maar het zijn ook de vele goden in het bos waar de Santal bang voor zijn. En die zijn niet altijd even vriendelijk. ‘Je weet het maar nooit. Je moet een wederkerige relatie met ze aangaan door middel van dierenoffers’, zegt ze, ‘zodat ze je beschermen en geen gevaarlijke dieren jouw kant op sturen.’

    Bovendien zijn het de goden uit het woud die regen moeten sturen aan het begin van het regenseizoen. ‘Dat is heel belangrijk. Als de regen te laat is, verdrogen de zaailingen uit en mislukt de rijstoogst.’ De goden gaan echter hun eigen gang. Je weet niet of het ritueel zal werken.

    De goden die in het Heilige Bos van een dorp leven zijn heel anders. Zo is er bijvoorbeeld een belangrijke god, die De Grote Berg wordt genoemd. Of zijn vrouw, Moeder van het Heilige Bos. Ook zij eisen dierenoffers, niet omdat ze kwaadwillen zijn – zij zijn er juist om dorp en akkers te beschermen. Maar dat betekent natuurlijk niet dat je ze niet kwaad kunt maken.

    Gelukkig voor Schulte-Droesch waren er vele rituelen die ze wel mocht bijwonen. Bij sommigen waren vrouwen weliswaar verboden, maar werd er voor haar een uitzondering gemaakt. ‘Ze waren er heel trots op dat ik van hen wilde leren en over hen wilde schrijven. Ook omdat ik een buitenlander was mocht ik dingen zien die voor Santalvrouwen verborgen bleven.’

    Dierenoffers

    Alle rituelen hadden één ding gemeen, ontdekte ze: er werden dieren geofferd. En veel ook. Dat niet altijd even makkelijk voor Schulte-Droesch, die snel misselijk wordt bij de aanblik van bloed. Zeker in het begin. ‘Dat vonden ze grappig’, zegt ze. ‘Dieren doden is hier zo normaal. Ze vroegen me: hoe maken jouw mensen dieren dood dan? En ik moest bekennen dat ik dat niet eens wist. Dat we ons vlees gewoon in de supermarkt kochten.’

    Het meeste indruk maakte een speciaal ritueel dat maar eens in de tien jaar gehouden wordt, de jom sim bonga. ‘Dit ritueel wordt gehouden door the People of One House, een groep ‘broers’ – mensen die verwant zijn en niet met elkaar mogen trouwen’, zegt Schulte-Droesch. ‘Ik hoorde erover van één van de buren van de deelnemers. Ik wilde het heel graag zien en uiteindelijk probeerde de hele familie die ándere familie, die ik niet kende, over te halen mij toe te laten.’

    Vrouwen dansen in het Heilige Bos van het dorp terwijl de dorpspriester de offerplek voor het bloemenfestival in de lente klaar maakt. Foto door Lea Schulte-Droesch

    Uiteindelijk mocht ze mee, en op een vroege ochtend keek ze toe hoe de ‘broers’ – gekleed in gele lendedoeken – twintig ongecastreerde geitenbokken meenamen naar de plek waar het ritueel moest plaatsvinden. Daar was de oudste ‘broer’, een magere oude man die wel honderd jaar leek, bezig de grond te zuiveren met een mengsel van koeienmest en water, waarna hij met rijstebloem en het kruid fenegriek een cirkel op de grond trok.

    Een andere groep – gasten of ‘aanverwanten’ – bracht ook geitenbokken mee, maar die waren wel gecastreerd. Er werd een stok in de grond gezet, en hars verbrand die welriekende rook produceerde. ‘Tenslotte offerden ze alle geiten met een grote bijl. De hoofden werden binnen de cirkel gelegd, de lichamen erbuiten, en daarna knielden ze en spraken ze de god aan.’

    ‘Het is niam’

    Het ritueel is een afspiegeling van de maatschappelijke structuur van de Santal: je ziet het in manier waarop de ouderen de leiding nemen, of hoe de broers zich verhouden tot de gasten, zegt Schulte-Droesch. Ook de plaats van het ritueel is van belang.Het is de plek waar de voorvaders voor het eerst het bos zouden hebben gekapt en waar ze hun dorp vestigden. Het helpt hen te herinneren, maar bevestigt ook steeds de band tussen de ‘broers’. ‘De stok staat symbool voor de broers.’

    Dit soort rituelen verbinden mensen met het land en hun geschiedenis, zegt Schulte-Droesch. Maar ze beseft ook dat de Santal dit niet op deze manier zien. ‘Als je ze vraagt waarom ze deze dingen doen zoals ze ze dan, zeggen ze enkel: ‘het is niam.’ Het is een gebruik, een traditie, een manier om te zeggen ‘zo is het nou eenmaal’.’

    Dat ze dit allemaal mocht zien, meer inzicht kreeg in de manier waarop deze mensen leven, was een geweldige ervaring en een bijzonder geschenk,  zegt Schulte-Droesch. Toch was ze dankbaar dat haar gastheren haar een uiteindelijk een eigen kamer in het huis gaven, die ze zelf mocht inrichten. ‘Ik heb zelfs een bed laten maken’, zegt ze, ‘wat ik heb achtergelaten voor de familie toen ik wegging.’

    Wel jammer, dat ze – toen ze een jaar later terugkwam – moest constateren dat de wormen het bed grotendeels hadden opgevreten.