Onderwijs
Marcos H. D. Guimarães Foto Reyer Boxem

Geleefd door je agenda

De eindeloze dagen van een docent

Marcos H. D. Guimarães Foto Reyer Boxem
Een hoge werkdruk is niets nieuws voor docenten aan de universiteit, maar sinds ze moesten overstappen naar online lessen, is het nog een stuk erger geworden. ‘Ik word geleefd door mijn agenda.’
11 mei om 17:32 uur.
Laatst gewijzigd op 24 augustus 2021
om 14:45 uur.
mei 11 at 17:32 PM.
Last modified on augustus 24, 2021
at 14:45 PM.
Avatar photo

Door Yoana Petrova

11 mei om 17:32 uur.
Laatst gewijzigd op 24 augustus 2021
om 14:45 uur.
Avatar photo

By Yoana Petrova

mei 11 at 17:32 PM.
Last modified on augustus 24, 2021
at 14:45 PM.

Elke morgen om 7 uur staat Lukas Linsi op. Zijn kinderen zijn dan waarschijnlijk al wakker, dus hij moet snel zijn. Hij zorgt dat ze gewassen, aangekleed en gevoed worden; maakt hun lunchtrommels klaar. Voor hij ze naar de basisschool brengt heeft hij nog precies tijd voor een snelle kop koffie. 

Als hij terugkomt, gaat de universitair docent politieke economie aan de letterenfaculteit rechtstreeks door naar zijn laptop – hij heeft gelukkig een werkplek thuis – en begint zijn werkdag met het openen van Nestor. Misschien werkt hij dan aan het herzien van zijn vak voor het volgende blok. Dat heeft hij sinds de start van de coronapandemie al een paar keer gedaan, maar aangezien hij niet elk blok dezelfde vakken geeft, moet hij nog steeds aanpassingen maken. 

Of wellicht bereid hij de les voor die over een uurtje van start gaat. Hij checkt slides, stuurt herinneringen aan studenten, neemt YouTube-video’s op. Hoewel het niet zo onwennig is als in maart 2020, kost online lesgeven nog altijd veel meer tijd dan verwacht. 

Voor hij het weet is het 15 uur. Tijdens de lunchpauze zal hij snel een broodje naar binnen hebben gewerkt, want hij heeft niet veel tijd. Soms vergeet hij überhaupt om te eten. ‘Het werk neemt je gewoon compleet in beslag.’ 

Stroom emails

Dan komen de kinderen thuis. Het is geen doen om te werken als je twee kleine kinderen in huis hebt, heeft hij gemerkt. Ze hebben aandacht nodig, of hulp met hun huiswerk; ze moeten naar een vriendje of training gebracht worden. Dus doet hij misschien even snel boodschappen met zijn vrouw, maakt het avondeten klaar en gaat eten. Maar zelfs dan wurmt het werk zich ertussen, omdat de mails met kleine en grotere vragen blijven binnenstromen. 

Het werk neemt je gewoon compleet in beslag

Zodra de kinderen naar bed gaan begint het tweede deel van de werkdag, het deel dat hij opzij probeert te zetten voor onderzoek. Hij moet artikelen lezen en zelf stukken schrijven, data analyseren, subsidieaanvragen indienen. Momenteel werkt hij samen met collega’s van over de hele wereld – en in verschillende tijdzones – aan vier wetenschappelijke artikelen. En in de tussentijd bereidt hij nog twee onderzoeksvoorstellen voor.  

‘Ik hou van mijn academische carrière’, zegt hij. ‘Maar het is moeilijk om onderzoek en lesgeven met elkaar te combineren. Ik ben bijna al mijn officiële werktijd kwijt aan lesgeven, maar als je verder wilt komen in je carrière draait het allemaal om publiceren. Daar hebben we nauwelijks tijd voor.’

De meeste dagen werkt hij door tot 23 uur. De weekenden gebruikt hij om onderzoek te doen of papers te becijferen, ‘als die tijd weer aangebroken is’. 

Overwerk

Linsi werkt per week tien tot twintig uur over. ‘Het is één ding om af en toe een lange dag te maken, om een project af te ronden of een crisis te bezweren, maar het is iets heel anders om steevast tot laat door te gaan’, zegt hij.

Hij is niet de enige die dat doet. De Groningse studentenbeweging DAG berekende dat alle RUG-docenten samen meer dan tienduizend uur overwerken per dag. Dit probleem bestaat al jaren, maar sinds corona is het nog eens verergerd. ‘We moesten uitvinden hoe je online lesgeeft. Dat vraagt om heel wat denkwerk en voorbereiding, maar daar hebben we de tijd niet voor’, zegt Jessica de Bloom, universitair hoofddocent aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. 

De tentamens moesten ook aangepast worden, want die deden studenten nu in hun eigen kamer en dan was het veel te makkelijk om te sjoemelen. ‘We moesten met open vragen gaan werken. Maar het is een enorm karwei om al die antwoorden na te lopen.’  

Korte vragen

En dan zijn er nog de vele, vele vragen die studenten stellen, vooral met de tentamens in zicht. ‘Het wil maar niet lukken om studenten zover te krijgen dat ze hun microfoon aanzetten en hun vragen na de les stellen’, zegt Marcos Guimarães, universitair docent aan de Faculty of Science and Engineering. ‘Dus krijg ik véél emails met hele korte vragen.’ 

Voor een lunchafspraak zou ik tijd moeten inboeken

Het is niet dat hij ze niet wil helpen, maar als een student hem iets vraagt tijdens de les, is hij binnen tien seconden klaar. Als ze hem mailen, kost het hem twee of drie minuten. En zo glijdt er zomaar weer een uur voorbij terwijl hij vragen beantwoordt. ‘Ik sla mijn lunchpauze vaak over zodat ik tenminste rond 20 uur klaar ben’, vertelt hij.  

Guimarães kan zich niets voorstellen bij het idee om spontaan uit lunchen te gaan. ‘Dan zou ik daar tijd voor moeten inplannen in mijn agenda’, zegt hij. ‘Ik word in feite geleefd door die agenda.’ 

Ook Guimarães is dol op zijn werk, en hij vindt het geweldig om les te geven. Hij trekt alle trucjes die hij maar kan bedenken uit de kast om de aandacht van zijn studenten vast te houden: digitale peilingen, interactieve presentaties, ongebruikelijke lesstof. Maar dat betekent ook dat hij zijn weekenden nodig heeft ‘voor de dingen waar ik en mijn vrouw, die ook aan de universiteit werkt, doordeweeks niet aan toekwamen’.

Foto Reyer Boxem

Continu doorgaan

Het afgelopen jaar viel hem zwaar. Het klonk aanvankelijk best oké om vanuit huis te werken, aangezien hij niet meer naar het werk hoefde te fietsen en misschien zijn gezin vaker zou zien, maar het heeft zijn tol geëist. ‘Soms heb ik twee of drie lessen op een rij en dat is verschrikkelijk! Ik kan niet eens even van de ene naar de andere kamer lopen om mijn zinnen te verzetten’, zegt hij.

De Bloom herkent dat. ‘Je huis wordt je werkplek en het is dan zo makkelijk om continu door te gaan.’ Het komt vaak voor dat ze eigenlijk al afgerond had, langs haar bureau loopt en haar laptop ziet en toch besluit om nog iets te checken. Wat een snelle blik had moeten zijn, kost vaak een uur. 

En dan is er nog het onderzoek dat ze moeten doen om carrière te maken. Nogmaals, ze vinden het allemaal geweldig. Maar aan de ene kant is er de druk van het lesgeven en de studenten die mogelijk zakken voor hun tentamens als de docenten het erbij laten zitten, en aan de andere kant wordt er van hen verwacht dat ze publiceren in gerenommeerde tijdschriften. Zo is de wetenschap veranderd in een ratrace, zegt Linsi, ‘waarbij iedereen zoveel mogelijk papers probeert te publiceren.’

Schema

De Bloom probeert haar werklast zo goed mogelijk te beheren. Ze werkt met een schema in Google Calendar zodat ze dingen niet zelf hoeft te onthouden. En ze staat zichzelf lange pauzes toe als het zonnig is. Dan antwoordt ze dus niet altijd meteen op emails, maar dat verwacht ze ook niet van haar collega’s en studenten. In haar mails staat een vaste zin: ‘Mijn werkdag ziet er misschien anders uit dan die van jou. Voel je alsjeblieft niet verplicht om buiten jouw werktijd op deze mail te antwoorden.’ 

Ik rond elke dag maar 80 procent van mijn taken af

Guimãeres heeft zichzelf een uitdaging gesteld: elke dag om 19 uur stoppen met werken. Maar na twee maanden was het tentamentijd en moest hij weer overwerken. 

Linsi probeert takenlijstjes te maken die realistischer zijn. ‘Ik rond elke dag maar iets van 80 procent van mijn taken af. De rest schuif ik door. Maar het is enorm frustrerend om toe te moeten geven aan jezelf dat je het werk niet af hebt kunnen krijgen.’ 

Ze hopen allemaal dat de vaccinatiecampagne betekent dat hun werklast verlicht wordt, al is het maar voor even. Maar hoewel ze ernaar uitkijken om weer fysiek les te kunnen geven, hebben ze er weinig vertrouwen in dat ze echt ontlast zullen worden. ‘Het aantal studenten groeit ieder jaar weer’, zegt De Bloom. ‘En er is te weinig onderwijspersoneel. Er moet absoluut iets veranderen.’  

Engels