DedoorbraakAline Douma
Da Vinci Code in de archieven
‘Jackpot!’ dacht Aline Douma toen ze een doos tegenkwam met maar liefst negen nog niet eerder bestudeerde documenten uit de middeleeuwen. Het was precies wat de docent historische letterkunde nodig had bij het dateren van een gedicht waarvan de periode van publicatie al sinds 1899 betwist werd.
Het gedicht was niet zomaar een document, maar had een belangrijke politieke functie. De schrijver – in dit geval overheidssecretaris George Ashby – voorzag de Engelse koning Henry VI van het Huis Lancaster van politiek advies.
Zo’n zogenaamde vorstenspiegel werd vaak geschreven door mensen zoals Ashby. Ze hadden wel verstand van politiek, maar konden de koning niet rechtstreeks adviseren. ‘Soms waren de boodschappen die ze overbrachten wat ongemakkelijk’, zegt Douma. ‘Maar op andere momenten was het een vorm van flattery, van hielen likken.’
Oorlog
Henry VI werd door het Huis York in een oorlog in 1461 verdreven naar Frankrijk, waardoor ook Ashby zijn baan kwijtraakte. In 1462 belandt hij in de gevangenis en mogelijk gaat hij daarna ook naar Frankrijk.
De exacte datering is van invloed op de betekenis van het gedicht
Als reactie op de oorlog schreef Ashby zijn vorstenspiegel aan de zoon van Henry VI, mogelijk als onderdeel van een campagne die de terugkeer van het Huis Lancaster naar Engeland moest voorbereiden. Wanneer precies, is onbekend. Eerdere theorieën houden het op ergens tussen 1460 en 1470.
Dat is echter niet specifiek genoeg. ‘Door de machtswisselingen tussen Lancaster en het rivaliserende koningshuis van York waren het politiek turbulente tijden’, zegt Douma. ‘De exacte datering is dus van invloed op de precieze betekenis van het gedicht.’
Onvindbaar
Dus ondernam Douma een reis naar Engeland om te zoeken naar documenten in de archieven. Ze had goede hoop iets over het leven van Ashby aan te treffen. ‘De middeleeuwse samenleving was ontzettend bureaucratisch’, zegt ze. ‘En documenten over iemands bezittingen bijvoorbeeld werden goed bewaard: ze gingen immers over geld.’
Ik was waarschijnlijk de eerste die deze documenten bestudeerde
Er was één hobbel op de weg: door gebrek aan budget hebben archieven niet alles gecatalogiseerd. Soms is van een doos met documenten alleen bekend uit welke periode of regio die komt. ‘Daarin graven voelt een beetje zoals in De Da Vinci Code’, zegt Douma. ‘Je zoekt in documenten waar misschien al honderden jaren niemand meer naar gekeken heeft.’
In de London Metropolitan Archives zijn twee dozen waarin volgens de catalogus drie of vier stukken over Ashby zitten, weet Douma vooraf. Bij aankomst in het archief blijkt het lastiger. ‘Eén doos was in 2020 uitgeleend en zou zijn teruggebracht. Maar hij bleek onvindbaar.’
Ruzie
In de andere doos zit in elk geval wat ze nodig heeft: documenten waarin Ashby genoemd wordt, waaronder stukken uit de periode 1460 tot 1470, de periode dat hij wellicht in Frankrijk zou zitten. Een nieuwe vondst, zegt Douma. ‘Ik was waarschijnlijk de eerste die deze documenten bestudeerde.’
Een van de stukken komt uit 1467 en gaat over een ruzie met iemand die een van zijn landgoederen in Engeland had bezet, zag ze. ‘Het document was in Ashby’s eigen handschrift geschreven. Daardoor kon ik met vrij veel zekerheid zeggen dat Ashby niet naar Frankrijk ging. Bovendien was hij in die tijd al oud en niet meer met politiek bezig, terwijl de vorstenspiegel wel over politiek gaat’, zegt Douma.
En dus is de vorstenspiegel waarschijnlijk al eerder geschreven. ‘Het meest waarschijnlijk is dat hij dateert van tussen maart 1461, toen Lancaster werd verdreven, en de herfst van 1462, toen Ashby gevangen werd genomen. Degene die eerdere dateringen van het gedicht van Ashby deed, was het met mij eens.’
Douma heeft nog een gelukje: de doos die kwijt was, is inmiddels weer terecht. ‘En misschien zit daarin een hele stapel onontdekte bronnen’, zegt ze. ‘Al heb ik nog niet de kans gehad die te bekijken.’