‘Rechter moet getuige beschermen’
De blijvende pijn van een oorlogstrauma
Ja. Ze geeft het onmiddellijk toe. Er zijn van die momenten dat ze het even niet meer trekt. Momenten dat de transcripten die ze leest in haar bronmateriaal zo hard binnenkomen dat ze even moet stoppen.
‘Dan ga ik hardlopen of een wandeling maken’, legt ze uit. ‘Dan moet ik even verwerken wat ik heb gelezen. Afstand nemen. Maar ik kan dat doen.’
Ze beseft: de mensen die de verklaringen aflegden die zij nu leest, kunnen dat niet. Zij dragen de pijn en het trauma van wat hen is overkomen bij zich. Altijd.
Intieme verhalen
Vier jaar lang verdiepte Suzanne Schot zich in de verklaringen van getraumatiseerde getuigen. De overlevenden van Srebrenica bijvoorbeeld, die voor het Joegoslaviëtribunaal hun verhaal deden. Getuigen die verschenen voor het Internationaal Strafhof in Den Haag en nog een aantal internationale zaken die ‘gewoon’ in Nederland werden afgehandeld. Maar steeds ging het om grote, internationale, strafprocessen: zaken waarbij oorlogsmisdadigers en gevangenisbeulen ter verantwoording werden geroepen.
Je voelt de pijn van de moeder
Ze herinnert zich het verhaal van een moeder: getuige 51 ten tijde van de Joegoslaviëtribunalen. Acht jaar na dato, vertelde ze hoe zij – een Bosnische moslim – samen met haar dochter gevangen was genomen in Foča. Hoe zij was verkracht door soldaten. Hoe ze met een pistool op het hoofd gedwongen was haar dochter te zoeken, waarna het meisje werd meegenomen om vervolgens door een hele groep te worden verkracht. Hoe ze de kreten hoorde en niets kon doen. ‘Je voelt de pijn van de moeder’, zegt Schot. ‘Het zijn intieme, persoonlijke verhalen.’
Dat raakt ook haar. Want wat je óók ziet: de mensen die deze verhalen vertellen worden opnieuw geraakt. Het trauma dat ze jarenlang diep in zichzelf hebben meegedragen wordt opnieuw opgerakeld. ‘Ze kunnen hierdoor gehertraumatiseerd worden’, zegt Schot.
Overweldigd
En dat kan weer gevolgen hebben voor hun verhaal. Misschien raken ze zo geëmotioneerd dat ze hun verhaal niet kunnen afmaken, of wordt hun verhaal zo verward dat het niet meer goed bruikbaar is. Beroemd is het getuigenis van de joodse schrijver Yehiel Denur tijdens het Eichmannproces in 1961. Al tijdens zijn openingsstatement raakte Denur zo overweldigd door de gebeurtenissen dat hij volkomen instortte.
Zo’n getuige moet bovendien allemaal vragen beantwoorden: wie deed wat? Hoe? Weet je het zeker? Hoe ging het precies? En dan kan het verhaal ook nog in twijfel getrokken worden. Dat doet wat met ieder mens, laat staan met mannen en vrouwen die zulke afschuwelijke gebeurtenissen hebben meegemaakt.
Ook na het proces kan er van alles gebeuren: verergering van de posttraumatische stressstoornis bijvoorbeeld. Slapeloosheid. Herbelevingen. ‘Maar dit soort grote, internationale strafzaken zijn vaak ook afhankelijk van getuigenverklaringen’, zegt Schot. ‘In veel gevallen is er nauwelijks documentatie of forensisch bewijs.’ Het zijn dus de verklaringen van de overlevenden die ervoor moeten zorgen dat de schuldigen gestraft worden.
Dus hoe zorg je dat je een evenwicht vindt? vroeg Schot zich af. Hoe ga je om met het trauma van een getuige, zodat je deze aan de ene kant beschermt voor nog meer leed, maar ook het recht van de verdachte op een goede verdediging waarborgt? Want er is onvoldoende zicht op hoe trauma de verhalen beïnvloed. Ook zijn er onvoldoende regels en richtlijnen waarop rechters kunnen terugvallen als ze getraumatiseerde getuigen voor zich hebben. ‘En dat is nodig’, zegt Schot, die deze maand op haar onderzoek promoveert.
Perifere details
Niet dat er helemaal geen oog voor is, benadrukt ze. Al in het voorstadium – als getuigen worden gezocht en geselecteerd – wordt goed gekeken of ze de mentale stress van een procesgang aankunnen. Ook is er een toenemend besef dat mensen niet alles juist kunnen onthouden.
Vaak is er nauwelijks forensisch bewijs
‘De stress van de situatie zorgt dat mensen zich richten op central details’, zegt Schot. ‘Je richt je op datgene wat het meest belangrijk lijkt – bijvoorbeeld het weapon focus effect.’ Hierbij is een slachtoffer zo gericht op het wapen dat op hen gericht is, dat ze geen aandacht hebben voor de peripheral details: wat voor schoenen droeg de dader? Wat voor kleren?
‘Het kan ook leiden tot gaten in een herinnering, die soms worden ingevuld door de getuige’, zegt Schot. ‘Maar daar wordt wel rekening mee gehouden in de rechtbank. Inconsistentie in de perifere details betekent niet altijd dat het verhaal niet gebruikt kan worden.’
Wat wel een probleem is, vindt ze, is dat rechters vaak niet duidelijk zijn in hoe hun beoordeling tot stand is gekomen en welke details ze als perifeer of centraal beschouwen. En dat kan beter. ‘Het zou goed zijn beter te kijken naar hoe je trauma kunt beoordelen.’
Geen handvatten
En dan is er misschien wel het meest centrale probleem dat opdook tijdens haar onderzoek: het feit dat er geen handvatten zijn voor rechters hoe ze om moeten gaan met de maatregelen die getroffen kunnen worden voor een ‘kwetsbare getuige’.
‘Kijk’, zegt ze. ‘De verdediging heeft natuurlijk het recht om de getuige aan de tand te voelen en te kijken hoe betrouwbaar die getuige is. Maar bij kwetsbare getuigen kan de rechter of aanklager inspringen om diens belang te beschermen. Soms is er ook een psycholoog aanwezig. Maar wie doet wat en wanneer?’
Ze verwijst naar een geval waarbij een getuige gevraagd werd zijn overleden vrouw te identificeren aan de hand van een foto. ‘Dat was een heftige foto, waarop ze al was overleden. Hij had haar al geïdentificeerd, maar in de rechtszaal werd hem gevraagd dat nogmaals te doen. Met het oog op het rechtsproces wil de rechter namelijk soms ook zien hoe de getuige reageert.’
De man wilde die foto niet meer zien. Het was te pijnlijk. ‘Op dat moment was het de verdediging die insprong’, zegt Schot. Zij gaven aan het niet nodig te vinden, als het oké was als ze de getuige nog wat extra vragen mochten stellen. ‘Dat laat al helemaal het spanningsveld zien’, zegt Schot.
Confronterend
Op dit moment zijn het meestal de rechters die inspringen bij kwetsbare getuigen. Ze zorgen dat de vragen die gesteld worden minder gênant of confronterend zijn. Dat is goed, vindt Schot, want het getuigenis kan erbij gebaat zijn. ‘Maar er zijn onvoldoende regels en richtlijnen om te zorgen dat dit consistent gebeurt.’
Het gevolg is dat bij de ene zaak een vrouw allerlei details moet geven over het seksueel geweld dat haar is overkomen, terwijl een andere rechter dit als te confronterend beoordeelt. ‘Ik zeg niet dat er een strikt protocol moet komen’, nuanceert Schot. ‘Maar wel dat er handvatten moeten worden opgesteld waar de rechter op kan terugvallen.’
De manier waarop ze de getuige bedanken is soms erg ongelukkig
Hetzelfde geldt voor het einde van de getuigenverklaring. Soms mag het slachtoffer nog een verklaring afleggen en vaak willen ze dat ook. Maar vervolgens kapt een rechter zo’n statement soms af, wat de getuige achterlaat met – op zijn minst – een bittere smaak in de mond.
Of de tenenkrommende onhandigheid waarmee een rechter soms afscheid neemt van een getuige als deze de rechtbank gaat verlaten. Zo trof Schot een rechter in de Joegoslaviëtribunalen. Tegen de getuige wiens vader hoogstwaarschijnlijk was omgekomen tijdens de genocide, zei deze: ‘Thank you, I hope your father will come back. Thank you.’
Tegen een vrouw die had verteld over seksueel misbruik: ‘I must say that you are now a free woman, and you do have an opportunity to enjoy life. There are always things that can be celebrated, for example, a birthday or things like that.’
Script
‘Ik denk dat ze de getuige willen bedanken’, legt Schot uit, ‘maar de manier waarop is soms erg ongelukkig.’ Ze pleit voor een script, waarbij de rechter de getuige nog altijd bedankt, maar zonder verwijzingen naar de gebeurtenissen zelf.
Het gaat erom, zegt ze, dat de rechter zorgvuldig omgaat met de getuige. ‘Zijn welzijn is van belang van de eerste tot aan de laatste seconde.’
Uiteindelijk zou dat leiden tot een betere procesgang, denkt ze. Beter voor de getuige. Beter voor de verklaringen. En uiteindelijk ook beter voor de rechter die krijgt wat hij nodig heeft. ‘Zo snijdt het mes aan twee kanten.’