Studenten
Rawan Altakriti Foto Zuzana Ľudviková

De aardbeving verwoestte Rawans thuis

‘Ik moet niet bij college zijn, maar dáár’

Rawan Altakriti Foto Zuzana Ľudviková
De aardbeving van vorige week verwoestte niet alleen de straat in Turkije waar pre-masterstudent kunst, cultuur en media Rawan Altakriti woonde voor ze naar Groningen kwam, maar ook haar vaderland Syrië. ‘Mijn hoofd en mijn hart liggen ergens tussen Kahramanmaras en Damascus onder het puin.’
14 februari om 15:23 uur.
Laatst gewijzigd op 14 februari 2023
om 17:11 uur.
februari 14 at 15:23 PM.
Last modified on februari 14, 2023
at 17:11 PM.
Avatar photo

Door Rawan Altakriti

14 februari om 15:23 uur.
Laatst gewijzigd op 14 februari 2023
om 17:11 uur.
Avatar photo

By Rawan Altakriti

februari 14 at 15:23 PM.
Last modified on februari 14, 2023
at 17:11 PM.

Het is maandag 6 februari, 9 uur ’s ochtends. Het is de eerste dag van het tweede semester en ik heb teksten om te lezen, een college om bij te wonen en taken die ik in de komende drie maanden wil afronden. Ik kijk naar de grijze lucht en ik voel me optimistisch.

Ik pak mijn telefoon en zie dat die ontploft is met WhatsAppberichtjes. Meer dan zestig nieuwe berichten in de familiegroep waarin mijn ouders, ooms en tantes, neefjes en nichtjes zitten. Zij wonen nog altijd in Damascus, de stad die ik zeven jaar geleden ontvlucht ben. Vast weer een bombardement, denk ik. Die zijn nog altijd aan de orde van de dag in Syrië.

Wanneer ik ze lees, realiseer ik me dat het niet om een bombardement gaat. Ze hebben een aardbeving gevoeld en nog een zware ook. Een vriendengroep uit Gaziantep, de Turkse stad waar ik sinds mijn vlucht woonde, appt er ook over. Drie weken geleden was ik er nog om mijn spullen te verkopen en mijn appartement over te dragen aan een nieuwe huurder. Ik vermoed nog steeds niets bijzonders: aardbevingen komen zo vaak voor.  

Bekend beeld

Maar dan open ik Facebook en besef ik dat dit niet zomaar een aardbeving is. Ik heb er zelf twee jaar geleden eentje gevoeld met een magnitude van 5,9 en dat was al verschrikkelijk. Ik was op de zesde verdieping, het hele gebouw stond te schudden en we konden nergens heen en niets doen, alleen maar schuilen onder de tafel en bidden. Maar deze beving had een sterkte van 7,7 en trof zowel het noorden van Syrië als het zuidoosten van Turkije.  

Mijn beide vaderlanden.

Dit is mijn straat, mijn huis, de plek die ik drie weken geleden achter me liet

Ik spring uit mijn bed, want op het telefoonscherm zie ik opeens een bekend beeld. Het is een foto van een ingestort gebouw in de sneeuw en ik realiseer me dat ik deze straat ken. Dit is mijn straat, mijn huis, de plek die ik drie weken geleden achter me liet. En die nu voor altijd veranderd is. 

Mijn hart breekt.

Het is onmogelijk te beschrijven wat er op zo’n moment in je omgaat. Je wilt niet geloven wat er gebeurt, je wilt het ontkennen, je telefoon wegsmijten zodat je kunt blijven geloven dat alles nog steeds is zoals je het achterliet. Toen ik uit Damascus wegging, verloor ik al een plek waar ik enorm van hield. Dat kan me niet nog eens gebeurd zijn. Dat kan gewoon niet.  

De straat in Gaziantep waar Rawan woonde.

Wanhopig op zoek

Ik begin verwoed berichtjes te sturen aan iedereen die ik ken. Sommigen antwoorden meteen en vertellen dat ze nog leven, maar dat ze buiten in een besneeuwd park staan, of naar een moskee of gemeentelijke opvang zijn gegaan op zoek naar warmte en veiligheid. Van anderen hoor ik niets, waarna ik wanhopig op zoek ga naar informatie. Ik probeer contact te leggen met vrienden van vrienden, familieleden. En ondertussen blijven de foto’s van ingestorte gebouwen en mensen die onder het puin vastzitten maar binnenstromen.  

Ik voel me volkomen nutteloos. Ik wil daar zijn om te helpen, te zoeken, iets te doen. Maar ik heb lessen, werk- en hoorcolleges die nu volkomen onbelangrijk voelen. Mijn hoofd en mijn hart liggen ergens tussen Kahramanmaras en Damascus onder het puin. Mensen sterven. Ik moet niet bij college zijn, maar op de plek van de aardbeving. 

Ik wil daar zijn om te helpen, te zoeken, iets te doen

Maar hier in Groningen gaat alles gewoon zijn normale gangetje. Natuurlijk, het is op het nieuws, mensen hebben erover gehoord, sommigen appen me om te zeggen hoe erg ze het vinden, of dat ik sterk moet blijven. Tegelijkertijd hebben ze geen idee wat ik doormaak, of mijn medestudenten uit Turkije en Syrië. 

Ik zoek naar initiatieven waar ik me bij kan aansluiten, fondsenwervingscampagnes, maar ik kan ze niet vinden. Ik kijk op de website van de universiteit, waar ik ten minste een statement verwacht te vinden dat ze ons steunen en met ons meevoelen, maar er staat niets. Ik neem contact op met een paar mensen die voor de universiteit werken om te vragen of ze iets weten. Maar zij kunnen me ook niet helpen. ‘We proberen iets te regelen’, zeggen ze. ‘We laten het je weten als er iets gebeurt.’   

Helemaal niets

En al die tijd sterven er mensen onder het puin en bevriezen ze in de sneeuw. Nog erger is de realisatie dat hoewel de Turkse regering snel in actie komt, de mensen in Syrië helemaal niets hebben en dat niemand ze komt redden. De Syrische regering heeft niets te bieden en ik denk niet dat het ze iets kan schelen. Het voelt als een soort meevaller voor de regering dat een aardbeving zoveel van de mensen die nog over waren gedood heeft. 

Ik ga naar de les. Niet omdat het me iets kan schelen, maar omdat ik me aan het opvreten ben. Ik probeer mijn aandacht erbij te houden, maar ik kan me niet concentreren. 

Deze ramp lijkt de mensen hier niet echt te raken

Ik besluit niet naar het tweede college te gaan. Het heeft geen zin om daar aanwezig te zijn als de woorden die door de ruimte klinken niet binnenkomen in mijn brein. 

De dagen erna wordt het alleen maar erger. Elk uur komen er nieuwe namen bij me op van mensen van wie ik nog altijd niet weet of ze veilig zijn. Elk uur bezinkt de omvang van de ramp een beetje meer. Ik mis nog meer werkgroepen – die zijn verplicht, maar mijn Groningse agenda past gewoon niet meer in mijn hoofd. Ik mail de docent een excuus en uitleg. Ik krijg geen antwoord.  

Berichtje

Het voelt alsof je hier in Groningen moet doorgaan met wat je aan het doen was – werken, college volgen – ongeacht hoe je je voelt. Gelukkig heb ik vrienden die achter me staan en die me hielpen. Maar het zou zoveel gescheeld hebben als een docent gewoon een berichtje gestuurd had om te zeggen: maak je geen zorgen, het is oké.  

Ik denk aan het moment dat koningin Elizabeth doodging. Het leek wel alsof de wereld een ogenblik stopte met draaien. Haar beeltenis was overal en iedereen leek mee te voelen met haar familie. Maar hoewel deze ramp op het nieuws is, lijkt het mensen niet te raken. Niet echt. 

Na twaalf jaar oorlog is ‘verdriet’ een licht woord om te beschrijven wat Syriërs doormaken. Het leven kan nog zwaarder zijn dan het al was. Dingen waarvan we dachten dat we ze verwerkt hadden zitten nog altijd in ons en door deze aardbeving maken we ze weer opnieuw door.

Zelfs nadat we ons evenwicht hervonden hebben, zal de rouw nog heel lang bij ons blijven. Syriërs en Turken zullen zich deze zwarte dag herinneren met tranen en angst. En ik zal altijd het gevoel houden dat ik daar niet kon zijn op het moment dat mijn landen mij het hardste nodig hadden. 

Engels