• Breeuwsma

    Contact

    Bij psychologie kregen wij ‘van hogerhand’ (i.c. de onderwijsdirecteur) het verzoek om onze spreekuurtijd met ingang van volgend jaar te verdubbelen, om op die manier te kunnen voldoen aan de 480 contacturen (van docenten met studenten welteverstaan) die we op jaarbasis moeten zien te realiseren. De onderwijsdirecteur had het op zijn beurt ook weer ‘van hogerhand’, i.c. het College van Bestuur, en die zal het wel van Onze Lieve Heer hebben want iets hogers is er niet, dus ik heb onmiddellijk, zonder nadenken, mijn spreekuurtijd verdubbeld, naar twee uren per week.

    Kennelijk zijn voor het CvB 480 contacturen per jaar de norm voor goed onderwijs. Dat is 120 uren per blok = 12 uren per week, rekende de directie ons voor en dat was zo concreet dat ik er toch nog over na ging denken. Is dat veel of is dat weinig, 12 uur, vroeg ik me af? Heb ik zo veel contacturen wel met mijn bloedeigen kinderen, of met mijn vrouw? En als ze die 12 uren zou opeisen, zou ik daar dan aan kunnen (of willen) voldoen? Ik geef toe, er zijn vormen van contact die ik best met een zekere regelmaat zou willen onderhouden, maar zelfs dan zijn 12 uren best veel. En, andersom, zou zij wel 12 contacturen met mij kunnen verdragen? Daar denk ik liever niet te lang over na, maar ik heb zo’n vermoeden dat zij de aard van het contact eerst nader zou willen specificeren, voor ze er ja op gaat zeggen.

    Maar goed, een spreekuur is in de huiselijke kring toch net iets te formeel, dus dat zal het vast niet gaan worden. Ik vind het overigens prima dat de onderwijsdirecteur ons spreekuur zo weet te waarderen dat hij de beschikbare tijd daarvoor graag verdubbeld ziet. Zelf zie ik het spreekuur als een van de prettige parafernalia van het docentschap. Als ik op maandagochtend naar mijn werk ga, hoor ik me zelf wel eens tussen neus en lippen zeggen: ‘om half twee heb ik spreekuur’, suggererend dat ik dan beslist niet gestoord mag worden. Het geeft wel wat cachet aan het beroep, alsof je toch een soort dokter bent; de heimelijke wens van menig psycholoog. Als ik er nog een witte jas bij aan zou mogen en… Maar nu moet ik toch een halt toe roepen aan mijn fantasie, anders wordt het spreekuur me nog ontnomen.

    Het is echter nog maar de vraag of studenten wel zo uit zijn op meer contacturen. In het kader van onderwijsevaluaties zullen ze vast aangeven dat ze te weinig contacturen hebben, maar in de praktijk heb ik de afgelopen jaren slechts een afname gezien van het aantal studenten dat gebruik maakt van het spreekuur. Voor dat u denkt dat het aan mij ligt: ik heb het gecheckt bij collega’s en die hebben dezelfde ervaring. Gemaild wordt er bij het leven (vlak voor een college: ‘hoe laat beginnen we precies?’; of vijf minuten na een tentamen: ‘hebt u het al nagekeken?’), maar tijdens het spreekuur heerst over het algemeen de serene rust van een klooster vol zwijgende Kartuizermonniken. Ik kijk dan wat naar buiten en wacht tot er iemand aan mijn deur klopt, maar het blijft stil. Er zijn zelfs spreekuren dat de rust me iets te veel wordt. Ik ga dan maar gewoon aan het werk.

    Nu ik er over nadenk, realiseer ik me dat ik al mijn 480 contacturen wel spreekuur zou willen maken. Misschien dat ik deze zomer vast begin, dan heb ik het maar gehad. Dus als u een tijdje niets van me verneemt, dan weet u hoe het zit: ik heb spreekuur.

    Gerrit Breeuwsma is docent psychologie

    Foto Reyer Boxem