Universiteit
In de Feringa Building kunnen veel onderzoekers niet werken, dus gaan ze dagelijks met een emmertje chemicaliën op en neer naar andere labs. Foto Reyer Boxem

Zes maanden ellende in Feringa

Boos, moedeloos en gefrustreerd

In de Feringa Building kunnen veel onderzoekers niet werken, dus gaan ze dagelijks met een emmertje chemicaliën op en neer naar andere labs. Foto Reyer Boxem
Zes maanden na de oplevering van de prestigieuze Feringa Building ligt het onderzoek praktisch stil door aanhoudende problemen met de labs. Onderzoekers zijn de wanhoop nabij. ‘Als je nieuwe huis geen dak heeft, dan accepteer je de sleutel toch niet?’
4 september om 10:47 uur.
Laatst gewijzigd op 4 september 2024
om 16:20 uur.
september 4 at 10:47 AM.
Last modified on september 4, 2024
at 16:20 PM.
Avatar photo

Door Christien Boomsma

4 september om 10:47 uur.
Laatst gewijzigd op 4 september 2024
om 16:20 uur.
Avatar photo

By Christien Boomsma

september 4 at 10:47 AM.
Last modified on september 4, 2024
at 16:20 PM.
Avatar photo

Christien Boomsma

Christien is sinds 2016 achtergrondcoördinator bij UKrant. Ze plant de achtergrondverhalen en begeleidt de auteurs. Bij haar eigen verhalen ligt de focus op wetenschap en academisch leven. Daarnaast schrijft ze veel over onderwerpen als sociale veiligheid en maakt ze graag persoonlijke interviews. In haar vrije tijd schrijft ze jeugdboeken en geeft schrijftrainingen.

Als promovendi Carlijn van Beek en Hannes Hovorka van het Stratingh Instituut ’s ochtends aan de slag gaan, beginnen ze in de Feringa Building en verzamelen daar de chemicaliën die ze nodig hebben voor hun experimenten. Vervolgens doen ze die in een emmertje en lopen ermee naar de Linnaeusborg. Daar kunnen ze dan wat eenvoudige experimenten uitvoeren in de zuurkasten. 

Ideaal is het niet. ‘Maar we hebben geluk dat we bij onze eigen onderzoeksgroep terecht konden’, zegt Van Beek. ‘Dat is allemaal wat vertrouwder en helpt ook met wat voor materialen er beschikbaar zijn in het lab.’

Alleen komen deze week de collega’s terug van vakantie en die hebben hun zuurkasten weer nodig. ‘Niemand die weet hoe het dan verder moet.’

Chemicus Katja Loos kan ook niet terecht in haar splinternieuwe lab. In haar groep vertrekken mensen ’s ochtends naar de practicumzalen op Nijenborgh, waar zuurkasten staan die gebruikt worden voor onderwijs. Het was een heel gedoe om de loodzware centrifuge erheen te slepen en ze kan alleen maar simpele experimenten doen, maar het is íets. Tot volgende week de studenten arriveren. ‘Waar moeten we dan heen met onze zware apparatuur?’

Niemand weet hoe het na de vakantie verder moet 

En hoogleraar fotofysica en opto-elektronica Maria Antonietta Loi schuift ’s ochtends maar achter haar computer. Haar cleanroom werkt immers niet naar behoren – de luchtvochtigheid is veel te hoog en de temperatuur, die stabiel zou moeten zijn, vliegt alle kanten op. ‘Ik had om een bepaald type plafond gevraagd in mijn laserlab, maar dat is er nooit gekomen, omdat iemand besloten heeft dat het niet nodig was. Ze doen alsof zij het beter weten dan de wetenschappers!’

Wat is er gebeurd met de eisen die zij en andere onderzoekers hebben ingeleverd? De formulieren die ze hebben ondertekend, waarbij hen werd meegedeeld dat er nu niets meer kon veranderen? Want er is van alles veranderd, zonder dat de onderzoekers ervan wisten. 

Hoe kan het dat dit soort dingen nooit zijn teruggekoppeld? ‘Ze behandelen ons als idioten. Alsof wij niet zelf weten wat we nodig hebben! Al die noodmaatregelen kosten nog veel meer geld dan wanneer het in een keer goed was gedaan’, zegt Loi. ‘En ondertussen zitten hier allemaal mensen met topsalarissen duimen te draaien.’

Ventilatie

Het begon allemaal zo mooi. Na vele jaren vertraging werd begin dit jaar dan eindelijk de ‘home to Nobel Prize winners’ opgeleverd: de Feringa Building. Het duurste en modernste laboratoriumgebouw ooit met 64.000 vierkante meter vloeroppervlak, drie kilometer aan laboratoriumtafels, 35 laserlabs en 450 zuurkasten. 

Toen de eerste groepen in maart verhuisden, waren er issues. De ventilatie in veel ruimtes was onvoldoende, waardoor de chemicaliën aanvankelijk niet mee mochten verhuizen. ‘We zijn voor drie weken teruggegaan naar Nijenborgh 4’, vertelt Loos. ‘Inclusief die loodzware centrifuge van ons en allemaal breekbaar glaswerk.’

Ook waren er problemen met de klimaatbeheersing: onderzoekers klaagden over tropische temperaturen op hun werkplek. Veiligheidsschermen in de labs sprongen voortdurend – en onverklaarbaar – op rood, wat betekende dat er ‘een’ probleem was en dat het werk moest worden onderbroken. ‘Daarvan moest je dan melding maken bij de balie, maar er was geen enkele terugkoppeling of het issue was opgelost’, zegt Hovorka. Soms viel zelfs de hele afzuiging uit, om na een korte onderbreking weer op te starten. 

Loi’s mensen bleven maar schoonmaken, omdat er voortdurend elektriciens met vieze voeten in haar laserlab liepen. Ook bleek al vroeg dat de stikstofbuizen naar haar lab te dun waren, wat haar experimenten onmogelijk maakte. Haar laserlab had zelfs geen kaartlezer op de deur, waardoor iedereen binnen kon lopen. ‘Dus kregen we van de safety officer te horen: de labs zijn niet veilig. Geweldig!’

Uitstel

Kinderziektes, hoopte iedereen. Dat kun je verwachten, als je in een spiksplinternieuw gebouw gaat werken, zeker een die zo complex is als de Feringa Building. Bovendien: Nijenborgh 4 was ook geen pretje om in te werken. ‘Ik werkte in het vierseizoenenlab’, zegt Van Beek. ‘Als het buiten dertig graden was, was het dat binnen ook. En als het regende, regende het naar binnen.’

‘In Nijenborgh kon ik de chemicaliën uit het lab ruiken in mijn kantoor’, zegt Loos. ‘En dat heb je in het nieuwe gewoon niet.’

Toch schreef Loos een brief aan het faculteitsbestuur, waarin ze aandrong op uitstel van de verhuizing voor andere groepen. ‘Voor ons was het te laat, maar ze hadden anderen kunnen redden’, zegt ze. ‘Maar het antwoord was heel simpel: dat kan niet.’

Voor ons was het te laat, maar ze hadden anderen kunnen redden

Toch, zegt portefeuillehouder middelen Esther Marije Klop van de Faculty of Science and Engineering, is die beslissing niet lichtvaardig genomen. De verhuizing en de daaraan gekoppelde sloop van een deel van Nijenborgh en de bouw van het tweede deel van de Feringa Building waren immers gebonden aan een strak schema. Wanneer dat schema niet gehaald werd, zou dat geld kosten. Véél geld. Ook had de bouwdirectie aangegeven dat de bouwdelen die moesten worden gesloopt, zouden worden afgekoppeld door de nutsbedrijven.

Maar er speelde meer. ‘Er waren ook heel gespecialiseerde verhuizers ingepland van over de hele wereld die apparaten aan de ene kant zouden afbouwen en dan meteen aan de andere weer opbouwen. Die mensen stonden al met één been in het vliegtuig. Die kun je afbellen en dat kost inderdaad geld, maar je weet vooral ook niet wanneer je ze weer tot je beschikking hebt.’

Bovendien – en dat was het belangrijkste – kreeg het bestuur van de afdeling Vastgoed te horen dat de issues met de ventilatie weliswaar vervelend waren, maar wel hanteerbaar en binnen enkele weken op te lossen. En nooit, zegt Klop, was er de angst dat het misschien onveilig zou zijn. ‘Maar als ik dit allemaal geweten had, sluit ik niet uit dat we aan de voorkant een andere beslissing hadden genomen.’

Optimistisch

De ventilatie werd beter toen het complexe systeem langzaam ‘ingereguleerd’ raakte. Toen konden de chemicaliën eindelijk naar de Feringa Building worden verhuisd. Zuurkasten werden extra gecontroleerd en deels buiten bedrijf gesteld. ‘Ze kregen een rode sticker en dan mocht je ze beslist niet meer gebruiken’, zegt Loos. 

En de onderzoekers waren – ondanks alles – optimistisch. ‘Ik dacht echt: in september hebben we alles voor elkaar’, zegt Loi. ‘Dan loopt alles.’

Maar toen werd het 9 juli 2024, en werd het iedereen duidelijk dat de problemen niet enkel kinderziektes waren. Alle gebruikers van de Feringa Building ontvingen een mailtje van het faculteitsbestuur: ‘Taking effect immediately, working with hazardous chemicals in the fume hoods of the Feringa Building will be prohibited until further notice. […] We cannot and will not jeopardize your safety.’

Die beslissing, zegt Klop, maakte haar ‘fysiek misselijk’. Maar ook was duidelijk dat het complexe luchtbehandelingssysteem van het gebouw niet goed werkte. En hoewel ze niet zeker wist of het ook onveilig was, kon ze die veiligheid ook niet garanderen. En dus zag ze – na samenspraak met het college van bestuur – geen andere optie. ‘Maar ik besef dat het hard is aangekomen.’ 

Gebrek aan betrokkenheid

Het was een gigantische klap voor onderzoekers die vaak al maanden worstelden met de problemen. ‘Mensen lazen dit en dachten: fuck you’, zegt Loos.

‘Het blijft maar komen’, zegt ook directeur Gerard Roelfes van het Stratingh Instituut. ‘Je weet nooit waar het volgende probleem opduikt.’ Wat hem het meest ergert, is het gebrek aan betrokkenheid van ‘centraal’ – het cvb en de afdeling Vastgoed. ‘Centraal leek steeds heel ver weg en leek zich niet echt bewust van de urgentie.’

Centraal leek zich niet echt bewust van de urgentie

Externe bedrijven werden ingehuurd om de situatie te onderzoeken en metingen te doen. Het resultaat werd anderhalve week geleden bekend. De luchtverversing is in orde, maar de afzuiging van de zuurkasten kan niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Dat zou te maken hebben met mogelijke luchtwerveling vlak voor de zuurkasten, waardoor er binnenin de kast een verkeerde turbulentie kan ontstaan. 

Ook is de diameter van de afzuiging te klein – 50 millimeter in plaats van de benodigde 90 – en is er in veel labs geen ‘onderdruk’ ten opzichte van de gangen. En dat is van belang als er eventueel chemicaliën worden gemorst. 

Onzekerheid

Intussen is er een crisisteam opgericht, met het college van bestuur, de afdeling Vastgoed van de RUG, de Arbo- en Milieudienst en natuurlijk het bestuur van FSE. De installatiebedrijven zijn aan het werk om de issues zo snel en zo pragmatisch mogelijk op te lossen. Maar de onzekerheid blijft groot. 

‘Ik maak me erg zorgen om mijn gezondheid’, zegt Gianni Pacella, die al maanden niet goed kan werken. ‘Ik werk met giftige chemicaliën, dus ik vraag me wel af wat ik al die tijd in heb zitten ademen.’

En dat komt bovenop alle ellende van de laatste maanden: niet kunnen werken vanwege het in- en uitpakken van het lab. Terug moeten naar Nijenborgh, wéér naar de Feringa Building, wéér terug naar Nijenborgh. ‘Ik moet nog best aardig wat experimenten doen, en dat gaat waarschijnlijk niet lukken omdat september mijn laatste maand is’, zegt hij berustend. ‘Dus ik hoop dat ik wat ik al heb genoeg is.’

Ik vraag me af wat ik al die tijd in heb zitten ademen

Al die tijd zitten de supervisors en directeuren in de Feringa Building in crisismodus. Hoe houd je de moraal hoog? Wat kun je regelen voor je mensen? Vooral promovendi zitten hopeloos in de knoei. ‘Degenen die net beginnen, kunnen nog wel schuiven, of hun onderzoek aanpassen. Maar degenen aan het einde van hun traject moeten misschien nog afsluitende experimenten doen’, zegt Roelfes.

Roelfes wist zijn promovendi grotendeels onder te brengen in de Linnaeusborg, waar veel collega’s op vakantie waren. ‘Het is ook mooi om de solidariteit te zien’, zegt hij. Ook Pacella kreeg daar een tijdelijk plekje, nadat zijn supervisor collega’s van het Stratingh had benaderd. 

Loos en haar mensen kregen onderdak in de lege practicumzalen. Ook kon ze mensen naar Emmen sturen, waar haar groep deelneemt aan de Greenwise Campus. Sommige anderen sturen hun PhD’s naar andere universiteiten in het land. 

Maar het zijn doekjes voor het bloeden, ‘provisorische oplossingen’, benadrukt Roelfes. De practicumlabs hebben niet de faciliteiten die een hoogwaardig laboratorium nodig heeft. En er zijn ook onderzoekers die hun werk helemaal niet kunnen doen.

Zombies

De faculteit kwam weliswaar met een noodfonds om laatstejaars promovendi in schrijnende situaties eventueel drie maanden verlenging te geven, maar vroeg de directeuren ook daar voorzichtig mee om te gaan. Immers, de faculteit worstelt met grote geldproblemen door de energiecrisis, de loonsverhoging uit de cao, inflatie en negatieve politieke beslissingen. 

Bovendien, ook andere onderzoekers hebben vertragingen. En zij willen weten: wie lost het op? Wie is daarvoor verantwoordelijk? ‘Ik heb deze week een bijeenkomst van mijn Europese project’, zegt Loi. ‘Wat moet ik ze vertellen? Sorry, ik heb niets gedaan, mijn cleanroom werkt niet?’ 

Als ik dit had geweten, dan had ik mijn doosjes ergens anders heen gestuurd

Haar promovendi lopen rond als ‘zombies’, ziet Loos. Maar ook postdocs en tenuretrackers vrezen de gevolgen als ze niet aan de eisen kunnen voldoen. ‘Het gaat om ménsen!’ zegt Loos. ‘Ik heb mijn vakantie afgezegd om mensen bij te staan hier.’

Ze speelt met de gedachte om met haar hele groep naar een andere universiteit te verhuizen. Ze hadden haar prima willen hebben, zegt ze. ‘Als ik dit had geweten, dan had ik mijn ingepakte doosjes ergens anders heen gestuurd’, zegt ze bitter. ‘Maar nu? Wat kan ik nu?’

En wat werkelijk alle betrokkenen zich afvragen: hoe kon dit in godsnaam gebeuren? Was er dan niemand die de afzuiging en ventilatie heeft getest toen het gebouw werd opgeleverd? ‘Mijn technici hebben erop gehamerd’, zegt Loi. ‘We moeten tésten. Maar dat is niet gebeurd.’

Roelfes: ‘Ondanks alle garanties hebben ze ons laten verhuizen, terwijl het gebouw nog niet af was.’

Loos: ‘Als ik een huis laat bouwen en er zit geen dak op, dan accepteer je de sleutel toch niet?’ 

Wekelijkse update

Maar het allerergste, vindt vrijwel iedereen, is de martelende onzekerheid. Het faculteitsbestuur stuurt trouw elke week een update met de stand van zaken. ‘Maar daar kun je niets mee’, zegt Van Beek. ‘Dan staat er: er wordt een team samengesteld. De week erna: er ís een team samengesteld. Of: deze week geen update.’

Klop begrijpt de frustratie. Bij problemen uit het verleden klaagden onderzoekers dat ze weken niets hoorden. Dat hoopte het bestuur met de wekelijkse mails te ondervangen. ‘Maar ik heb niet elke week iets belangrijks te melden’, zegt ze. ‘En uiteindelijk willen de onderzoekers maar één ding weten: wanneer is dit gefixt?’

Vorige week nog hoopte ze een tijdspad aan te kunnen kondigen, maar het plan van de werkgroep van de afdeling Vastgoed, installateurs en adviseurs bleek voor het crisisteam ‘onacceptabel’. De werkgroep moet nu met een beter en vooral sneller plan komen. ‘Disappointing’ en ‘frustrating’, noemt het bestuur de situatie. 

Veertien dagen

Maar deze week lijkt er eindelijk iets te bewegen. Directeur Eise Ebbelink van de Vastgoedorganisatie, stelt dat het nog minimaal veertien dagen duurt om ervoor te zorgen dat de gebouwbeheerssystemen correct aangeven wat het probleem is als er onregelmatigheden zijn, zodat ze daarop gericht kunnen ingrijpen. Vervolgens moeten de zuurkasten stuk voor stuk opnieuw worden gevalideerd. ‘Daar zijn we nu mee bezig. We hopen dan over veertien dagen de eerste zuurkasten weer beschikbaar te hebben.’ 

Maar hij blijft voorzichtig: garanties zijn er nog altijd niet. Het definitieve besluit over dat tijdpad moet echter nog wel genomen worden, waarschuwt hij.

Dan kan Klop gaan nadenken over de beste oplossing voor de situatie die zich deze week aandient, wanneer de Linnaeusborg en de practicumzalen niet langer als noodoplossing kunnen dienen. ‘Het zal maatwerk moeten zijn’, zegt ze. ‘Maar ik kan niet ergens een blik labzalen opentrekken. Het wordt puzzelen en afstemmen.’

En daarna kunnen alle partijen gaan nadenken hoeveel dit allemaal heeft gekost en waar de rekening heen moet. De kosten voor de aanpassingen aan het gebouw liggen bij centraal – FSE is immers de gebruiker en Vastgoed is verantwoordelijk voor de correcte oplevering. 

Maar de faculteit lijdt ook schade door de vertragingen, en dat buiten haar schuld. En de financiële problemen zijn zo groot, dat die extra schade maar moeilijk op te vangen is. Klop: ‘We hebben de vraag om financiële hulp bij het college neergelegd, maar daar vooralsnog geen positief antwoord op gekregen.’

Directeur Vastgoedorganisatie: ‘Het belangrijkste is, hoe komen we hier weer uit?’

‘De situatie waarin we zitten met de Feringa Building is echt heel vervelend’, erkent directeur Eise Ebbelink van de Vastgoedorganisatie van de RUG. Toch denkt hij niet dat ‘met de kennis van toen’ fouten zijn gemaakt. 

Na alle vertragingen was er immers een strak schema afgesproken, waarbij de onderzoekers vanaf maart konden worden ‘ingehuisd’. Maar vanaf het begin was duidelijk dat er dan nog wel van alles ingeregeld zou moeten worden. ‘Met zo’n groot gebouw is dat een enorme klus en daar zitten we nu middenin.’

Ongebruikt gebouw

Het gebouw en de installaties zijn wel degelijk getest, zegt hij. ‘Maar die testen zijn gedaan in een ongebruikt gebouw. Je weet nooit hoe een gebouw in zijn totaliteit reageert als het volledig in gebruik is.’

Hij betreurt dat ‘de onbalans in het systeem ons niet de garantie geeft dat het veilig is’ en dat daardoor gebruik van de zuurkasten werd verboden.  ‘Maar belangrijker is: hoe komen we hier weer uit?’ zegt hij.

Het allerbelangrijkste is de correcte werking van het gebouwbeheersysteem (GBS). Dit moet correct weergeven wat de installaties precies doen, zodat op de juiste manier kan worden ingegrepen. ‘Daar zijn we nu mee bezig.’

Schuld

Als dat op orde is moeten de zuurkasten opnieuw gevalideerd worden en zodra dat gebeurd is, kan de betreffende zuurkast weer in gebruik genomen worden. Daarna moeten ook nog de buizen van de zuurkasten, die te smal zijn, worden vervangen. Dat gaat ‘lang’ duren, beaamt Ebbelink. ‘Maar dat is geen belemmering voor ingebruikname.’

Over wie de schuld heeft van het drama – en daarmee verantwoordelijk is voor de rekening – wil hij nu nog niet nadenken. ‘We hebben nu maar één focus: zorgen dat de onderzoekers van de laboratoria gebruik kunnen maken.’ 

‘Op dit moment’, zegt hij, ‘kunnen we niet aantonen dat er ergens verwijtbaar iets mis is gegaan. Bovendien willen we iedereen in de modus houden van “door”, zodat we ons belangrijkste doel bereiken: ervoor zorgen dat de eerste labs over veertien dagen weer draaien.’

Engels