Studenten
Dennis (links) op zijn vaste stek in de Folkingestraat, samen met een vriend. Foto Rianne Aalbers

Bevriend met een dakloze

‘Ze willen als mens behandeld worden’

Dennis (links) op zijn vaste stek in de Folkingestraat, samen met een vriend. Foto Rianne Aalbers
Studenten en daklozen leven doorgaans langs elkaar heen in Groningen. Maar zo nu en dan komen ze met elkaar in contact, en soms ontstaat er zelfs een onverwachte vriendschap. ‘Elke keer dat je met ze praat, kom je een beetje meer te weten.’
5 maart om 10:05 uur.
Laatst gewijzigd op 12 maart 2024
om 9:59 uur.
maart 5 at 10:05 AM.
Last modified on maart 12, 2024
at 9:59 AM.
Avatar photo

Door Ingrid Ştefan

5 maart om 10:05 uur.
Laatst gewijzigd op 12 maart 2024
om 9:59 uur.
Avatar photo

By Ingrid Ştefan

maart 5 at 10:05 AM.
Last modified on maart 12, 2024
at 9:59 AM.
Avatar photo

Ingrid Ştefan

Op een natte avond afgelopen november liep een jonge dakloze man met twee grote boodschappentrolleys de lobby binnen van het Xior-gebouw aan de Eendrachtskade, om er te schuilen tegen de regen. Vrijwel meteen brak er een verhitte discussie los in de appgroep van de bewoners.

‘De meeste studenten wilden hem zo snel mogelijk weg hebben’, zegt student kunstmatige intelligentie Amit Bharti. ‘Vooral toen ze hoorden dat een van de studenten een negatieve ervaring met hem had.’

Een paar maanden eerder was hij er ook al naar binnen gelopen. Een student wilde hem helpen en bood hem een slaapplek aan, maar moest hem weer wegsturen omdat de man drugs gebruikte. 

Toch had Amit medelijden met hem. ‘Het stortregende buiten. En hij deed niets; hij vroeg niet om eten of zo. Hij zat gewoon in de hal’, vertelt hij. ‘En ik dacht: als we hem eruit schoppen, waar moet hij dan heen? Naar het treinstation, waar ze hem ook weer terug de regen in schoppen?’

Twee werelden

In 2022, stonden volgens de meest recente Monitor Dakloosheid van de gemeente Groningen 708 mensen geregistreerd als dakloos, van wie er 150 op straat sliepen. In datzelfde jaar telde Groningen meer dan 65.000 studenten.

De twee groepen leven in twee verschillende werelden, en als die al eens met elkaar in contact komen, trekken studenten zich vaak – net als de Xior-bewoners – zo snel mogelijk weer terug. 

Alleen Amit en één meisje kwamen op voor de dakloze man. Het meisje ging uiteindelijk met hem praten. ‘Ze vertelde dat hij niet dronken of agressief was, hij had alleen honger. Hij moest bijna huilen’, weet Amit nog. ‘Om iedereen tevreden te houden, liet ze uiteindelijk een taxi komen en betaalde ze voor een nacht in een hotel.’ 

Dakloze mensen hebben vaak fascinerende verhalen

Maar soms duurt het contact langer, zoals bij geschiedenisstudent Thomas (die niet zijn echte naam wilde gebruiken). Hij raakte meer dan een jaar geleden bevriend met Dennis. ‘Zijn vaste plek ligt op de route naar mijn werk en de universiteit’, legt Thomas uit. ‘We zien elkaar een paar keer per week, of nog vaker. Toen ik nog rookte, gaf ik hem altijd een sigaret, en dat was de opening voor een gesprekje.’ 

Thomas praat graag met daklozen mensen. ‘Ze zijn doorgaans aardig en hebben vaak fascinerende verhalen. Elke keer dat je met ze praat, kom je een beetje meer te weten.’ 

Ook bij Dennis begon het met een kort praatje, maar ze leerden elkaar beter kennen toen een van Thomas’ huisgenoten een keer veel te veel curry had gekookt. ‘We brachten wat borden en bestek mee naar Dennis z’n plek op straat. Dat vonden we allemaal leuk, dus dat deden we daarna nog een paar keer.’

Scheikundestudent

Als Thomas nu naar de supermarkt gaat, haalt hij ook altijd wat eten voor Dennis, en blijft hij even staan kletsen. ‘Dennis is een hele aardige en open vent. Hij weet veel van scheikunde, dus ik denk dat hij in die richting is opgeleid.’

Dennis – scheve glimlach, lang haar in een knotje – waardeert zijn band met Thomas ook, zegt hij. Ooit studeerde hij inderdaad scheikunde, maar na een ongeluk waardoor hij een week in coma lag, raakte hij drie jaar geleden dakloos.   

Meestal kun je hem met zijn papieren bekertje vinden in de Folkingestraat, hoewel hij op donderdag naast de Domino’s in de Poelestraat gaat zitten. ‘Studenten geven meer geld als ze dronken zijn’, legt hij uit.

Maar doorgaans kijken ze hem nauwelijks aan, terwijl ze wel een mening over hem hebben. ‘Er was een keer een knul die vanaf zijn fiets twee euro naar me gooide en riep dat ik een baan moest zoeken.’ Dennis antwoordde: ‘Waarom zou ik? Jij hebt me net twee euro gegeven’, lacht hij. 

Toch is hij mild over zulke mensen. ‘Studenten zijn jong; ze hebben nog niet veel van de wereld gezien. Ik kan het weten, want ik was een van hen.’ 

Man op het kleed

Psychologiestudent Matúš Farkaš heeft er minder begrip voor. Afgelopen lente, toen hij nog in The Village woonde, werd hij een keer wakker terwijl er op het kleed naast zijn bed een dakloze man sliep. ‘Hij was eind veertig, en had veel laagjes kleren aan en stevige laarzen’, herinnert hij zich.

De man had wat deuren geprobeerd, en nadat hij uit de kamer van een andere student was gezet, ontdekte hij dat de deur van Matúš ook niet op slot zat. ‘Mijn vrienden die op dezelfde verdieping woonden, schreeuwden tegen me dat ik wakker moest worden’, zegt hij. ‘Ik was te moe om bang of in de war te zijn. Ik dacht er eigenlijk niet over na.’ 

Studenten zijn jong; ze hebben nog niet veel van de wereld gezien

Hij had medelijden met de man, die elke paar minuten weer in slaap viel, maar hij beseft ook dat die daar niet kon blijven. Dus om hem wakker en aan de praat te houden, gaf hij hem wat eten en ondersteunde hem het gebouw uit.

‘Eten is een universele taal, en ik wilde dat hij zich veilig voelde. Hij was niet agressief, alleen gedesoriënteerd, dus er was geen reden voor dwang of geweld’, zegt Matúš. ‘Als ik zo verloren was en buiten de maatschappij stond, zou ik graag willen dat iemand hetzelfde voor mij deed.’

Kwetsend

Mandy, die Euopese talen en culturen studeert, denkt er net zo over. Hoewel zij een ongemakkelijke ervaring had met een dakloze man die met haar meeliep, vindt ze het nog steeds belangrijk om aardig tegen ze te zijn. ‘Daklozen zijn vaak op zoek naar een gesprek, een aardig woord’, stelt ze. ‘Ze willen gewoon behandeld worden als een mens, want dat zijn ze ook.’   

Dennis’ vriend Frank, een voormalige kraanmachinist die nu negen maanden dakloos is, bevestigt dat er niets kwetsender is dan genegeerd te worden. Hij is meestal te vinden bij het Groninger Museum, waar hij aan geld probeert te komen voor de nachtopvang, die 5 tot 6 euro per nacht kost. 

Ze wenden hun blik af en daardoor voel ik me kut

Elke dag komen hier duizenden mensen voorbij. Ze kijken naar je en jij kijkt naar hen, maar dan wenden ze hun blik af. Daardoor voel ik me kut’, vertelt hij.

Hij spreekt vloeiend Engels, want hij heeft jaren in de VS gewoond en gewerkt. ‘Maar studenten zien je niet als hun gelijke. De meesten kijken op me neer en sommigen zeggen zelfs botte dingen tegen me. Ze proberen me te kleineren.’

Frank heeft zijn hele leven gewerkt, maar belandde op straat na een conflict met zijn huisbaas. Omdat hij geen slaapplek kon vinden en zijn werk om 5 uur ’s ochtends begon, moest hij uiteindelijk zijn baan opzeggen. ‘Ik kon het niet meer volhouden’, zegt hij. ‘Dat weten studenten allemaal niet, tenzij ze de moeite nemen om ernaar te vragen.’ 

Maar hoewel de grote meerderheid dakloze mensen negeert, doen sommigen wel degelijk moeite voor je, heeft hij gemerkt. Neem bijvoorbeeld de jongen die tijdens het gesprek stil blijft staan bij hem. Hij geeft Frank wat geld, vraagt hem of hij al iets gegeten heeft en biedt hem de knijpzakjes vruchtenyoghurt aan die hij in zijn rugtas heeft. ‘Ik weet dat studenten zelf niet veel geld hebben’, zegt Frank. ‘Dus ik waardeer hun hulp altijd.’  

Meer weten oven het leven van daklozen in Groningen? Kijk Van de straat, een korte documentaire van Rianne Aalbers, genomineerd voor beste non-fictiefilm van Groningen.

Engels