Meer obstakels, minder motivatie
Alsof die scriptie nog niet moeilijk genoeg was
Voor masterstudent sterrenkunde Casper Farret Jentink (23) bleek corona een geluk bij een ongeluk. Doordat het onderwijs toch alleen nog online was, kon hij op zoek naar een scriptiebegeleider buiten de RUG. Dat werd Frans Snik, een astronoom die werkt bij de Leidse sterrenwacht. Van hem kreeg Casper de kans van zijn leven: hij mocht een zonnetelescoop ontwerpen.
‘Er hing meteen een goede sfeer en het voelde gelijk vertrouwd’, vertelt Casper over zijn eerste online ontmoeting met Snik. Hij ging in september van start en tot op de dag van vandaag hebben de twee elkaar nog nooit in het echt gezien. Toch is hij tevreden over hoe de communicatie verloopt. ‘Ik chat ook met anderen die meewerken aan het project, en af en toe kan ik zelfs op locatie werken.’
Zijn onderzoek doet hij grotendeels vanuit huis. ‘Dat was vanaf het begin al de insteek’, vertelt hij. Tegen praktische problemen is hij niet aangelopen. ‘Eigenlijk vind ik het vooral jammer dat ik geen medestudent heb aan wie ik af en toe wat vragen kan stellen.’
Onderzoek op afstand
Niet iedereen heeft zoveel geluk als Casper. Lieke Garritsen (21) begon dit studiejaar aan haar scriptie voor de bachelor psychologie. Met zes medestudenten deed ze onderzoek naar de invloed van oogbewegingen op het verwerken van trauma’s. Afgelopen september ontmoette ze haar groepsgenoten en begeleider in de tuin van de faculteit. Dat kon mooi, omdat het zo warm was. Daarna zag ze hen alleen vrijwel alleen nog via haar computerscherm.
Jammer dat ik geen vragen kan stellen aan een medestudent
‘Mijn begeleider had vorig jaar al met coronascripties te maken gehad. Hij was erop ingespeeld en heeft geholpen om een corona-proof experiment op te zetten’, zegt Lieke. Dat was fijn, want zo kon ze haar experiment makkelijk op afstand uitvoeren. Al snel had ze genoeg deelnemers, maar ze stuitte ook op problemen. ‘Omdat ons experiment niet in een lab kon worden uitgevoerd, konden we de omgeving van de deelnemers niet controleren. Daardoor heeft vrijwel niemand een significant resultaat behaald.’
Digitaal materiaal
Geschiedenisdocent Karl Heidecker, die master- en bachelorscripties begeleidt en coördineert, ziet veel van dit soort praktische problemen voorbijkomen. ‘Onze studenten hebben vaak inzage in archieven nodig. En als dat niet lukt, zit je vast.’
Daarom zetten ze bij geschiedenis de afgelopen periode zoveel mogelijk in op materiaal dat in digitale vorm beschikbaar was. ‘Maar degenen die al waren begonnen hadden een probleem. Daar moesten regelingen voor worden getroffen. Die studenten liepen vaak vertraging op.’
Irene Boven (21) zat in maart vorig jaar middenin haar bachelorscriptie voor liberal arts and sciences toen alles plots naar online verschoof. Ze had geluk: voor haar scriptie deed ze alleen literatuuronderzoek en dus kon ze haar plan gewoon doorzetten. Maar voor sommige van haar medestudenten was dat lastiger. ‘Degenen die onderzoek in een lab moesten doen of interviews hadden willen afnemen, moesten hun hele scriptie omgooien.’
Alles zelf uitvogelen
Hoeveel problemen de lockdown veroorzaakt lijkt erg te verschillen per studie. Job de Grefte, docent filosofische vaardigheden en scriptiecoördinator, merkt bijvoorbeeld dat zijn studenten nauwelijks problemen hebben met hun onderzoek. ‘Inhoudelijk ondervinden ze geen nadeel, omdat onze scripties veelal van literatuuronderzoek afhangen. Dat is heel anders als je bijvoorbeeld biologie studeert.’
Als je geen inzage in archieven kunt krijgen, zit je vast
Maar het zijn niet alleen maar praktische problemen waar de studenten mee worstelen. Het wegvallen van sociale contacten is ook lastig. ‘Normaal gesproken zit je op de campus en als je dan ergens tegenaan loopt, kun je aankloppen bij medestudenten. Nu moet je veel zelf uitvogelen’, zegt Casper.
‘Je kunt in het echt gewoon veel makkelijker op elkaar ingaan’, zegt Lieke. ‘Dan klets je met elkaar en dan kom je van alles te weten. Op deze manier is het allemaal formeel en heb je minder dynamiek.’
Minder motivatie
Het thuiszitten gaat ook ten koste van de motivatie van de studenten. ‘Sommige weken is het een stuk moeilijker om een start te maken’, vertelt Casper. ‘Je hebt niet de uitlaatklep die je anders zou hebben.’ Lieke merkt dat ze thuis sneller dingen tussendoor doet. ‘Die afleiding heb je niet in de UB.’
‘Je moet goed kunnen plannen en doelen voor jezelf stellen’, denkt Irene. ‘Als je daar sowieso wat meer moeite mee hebt, is dit echt een lastige tijd.’
Dat geldt net zo goed voor docenten. ‘Het is gewoon minder leuk. Je hebt minder plezier in de dingen die je doet’, zegt De Grefte. ‘Normaal bespreek je dingen uitgebreid met je studenten. Nu gaat heel veel via schriftelijk commentaar. Het is gewoon saaier.’
Houvast
Toch is het schrijven van een scriptie in deze tijd niet alleen maar kommer en kwel. ‘Het lijkt erop dat het voor sommigen juist een houvast biedt’, merkt De Grefte. ‘Ik ben blij verrast dat zij zich echt vastbijten in hun scriptie. Tot nu toe lijken studenten niet massaal af te haken.’ Ook Rasmus Wiese, docent en scriptiebegeleider aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB), ziet dit. ‘Ik hoor vaak dat studenten het juist beter doen, omdat ze meer tijd hebben en weinig sociale verplichtingen.’
Studenten doen het beter omdat ze meer tijd hebben
Irene ervaarde het online werken uiteindelijk toch vooral als positief. ‘In maart zat ik twee maanden bij mijn moeder aan mijn scriptie te werken. Daar had ik veel eigen ruimte en geen afleidingen. Dat was ideaal.’
Lieke koos er zelfs bewust voor om in deze periode haar scriptie te schrijven. ‘Ik had nu toch niet veel beters te doen. Ik hoopte dat er weer meer tijd zou zijn voor andere dingen als ik mijn scriptie afgerond had.’
In groepen werken
Bij geschiedenis proberen de docenten om het sociale kader van de studie zoveel mogelijk te handhaven, vertelt Heidecker. ‘Van alleen thuis zitten worden sommige studenten ongelukkig en het is slecht voor hun motivatie. We proberen dat op te vangen door ze met elkaar in contact te brengen en in scriptiegroepen te laten werken.’
De scriptie is daarnaast vaak het laatste onderdeel van de studie dat ze nog moeten afronden. ‘Je ziet soms dat studenten in die laatste fase van hun master of bachelor nog weinig verbinding hebben met de opleiding’, zegt Heidecker. ‘We proberen die studenten te blijven betrekken. Je wilt dat ze zo lang mogelijk deel uitmaken van de gemeenschap.’
Coulance
Ook de geestelijke gezondheid van studenten moet goed in de gaten worden gehouden, vindt De Grefte. ‘Met degenen die het moeilijk hebben proberen we zo goed mogelijk naar een persoonlijke oplossing te zoeken. En hier en daar zullen we een wat coulanter beleid voeren.’
Bij FEB zijn er zelfs centrale besluiten genomen. ‘Het bestuur heeft ons gevraagd om soepeler te zijn met deadlines’, zegt Wiese. ‘Studenten die het moeilijk hebben of even willen praten kunnen altijd een afspraak maken.’
En kom je er bij geschiedenis echt niet uit, ‘dan zijn er studieadviseurs die studenten extra kunnen helpen als ze het moeilijk hebben’, legt Heidecker uit. Zo lukt het studenten dan hopelijk toch om die monsterklus aan te pakken.