Een paar maanden naar Afrika is niet zonder gevaren. Een schrijnend geval als dat van de Groningse studente Afke Kuipers, die in maart werd neergeschoten, laat zien dat Afrika bij lange na nog niet veilig is. ‘Het systeem, de politie, de overheid: alles is corrupt en zelfs hen kun je niet vertrouwen’, meent psychologiestudente Ryanne Oosterbaan, die een tijdlang in Zuid-Afrika verbleef. Wat maakt dat studenten toch naar het gevaarlijke continent trekken?
‘Natuurlijk gaat het om de culturele ervaring’, zegt Alexander Dijkstra van AIESEC, de organisatie die studenten al jarenlang aan stages en werk in het buitenland helpt. ‘Mensen willen cultuur en natuur opsnuiven en een mooie tijd beleven.’ Oosterbaan was naar eigen zeggen verliefd op Afrika. ‘Ik wilde het land zien en de mensen ontmoeten, al zolang ik me kan herinneren.’ Ze ging een droom achterna om te proberen in het land een verschil te maken. ‘Iedereen gaat naar zo’n land met de gedachte: ik wil Afrika verbeteren.’
Gruwelverhalen
Maar de risico’s zijn groot. Gevaar ligt op de loer. Een rondje hardlopen, even naar de supermarkt: volgens de voorschriften kan het allemaal niet. Althans, als je dat in je eentje doet. ‘De mensen daar weten dat je als blanke iets goeds komt doen, maar je moet op je hoede zijn. Ik heb bewust geen gruwelverhalen opgezocht die toeristen meegemaakt hebben in Zuid-Afrika. Ik wilde mezelf niet onnodig bang maken.’
‘Afke hield zich aan de regels, toch leeft ze niet meer’
Want die gruwelverhalen, die zijn er. Studente Hanneke Ridder was ook in Afrika en was zich wel heel bewust van welk risico ze nam. ‘Berovingen in het gunstigste geval, verkrachtingen en moorden in het minst gunstige geval’, zegt ze. Ook al voel je je veilig, soms word je bruut wakker geschud. ‘We hoorden ’s nachts geweerschoten. De drankzaak in het dorp bleek overvallen te zijn. Dat is wel een moment dat je je heel bewust bent van de situatie.’
Zowel Hanneke als Ryanne waren bevriend met Afke Kuipers. ‘Zij was niet alleen, het was niet donker en ze hield zich aan de regels. Toch leeft zij nu niet meer’, zegt Ridder. ‘Het doet je beseffen dat je werk daar niet zonder gevaren is.’
‘Je fokt elkaar op’
Cultuur en natuur zijn niet de enige reden om naar Afrika af te reizen. Alexander Dijkstra: ‘Ook het werken aan je CV speelt mee.’ Vrijwilligerswerk is in dat geval niet alleen voor de bevolking: je doet het ook voor jezelf. Academische studies brengen je niet veel praktische vaardigheden bij. Bij psychologie lijkt dit de studenten op te breken op het moment dat ze een baan gaan zoeken. De concurrentie is moordend.
‘Het is te massaal’, zegt Oosterbaan. ‘Het is een grote studie en hierdoor ontstaat er heel veel druk. Iedereen probeert zijn CV te pimpen om maar aan de bak te komen. Je hoort het om je heen en daardoor denk je al snel: dat moet ik ook doen. We fokken elkaar op. We willen allemaal de tofste dingen doen, omdat je CV het allerbelangrijkste is. Daarna komt je sollicitatiebrief pas in beeld.’
Passie
‘Bij psychologie is het moeilijker jezelf te onderscheiden’, vertelt ook Ridder. ‘Je zoekt daarom geen risico’s op, maar ik ben me er wel heel erg van bewust dat ik wat moet doen om op te vallen.’ Dit werk is ook haar passie. Ze laat foto’s zien van de plek waar ze heeft gewerkt en vertelt geanimeerd verhalen van de situatie daar.
Maar dat neemt niet weg dat er ook voor haar een toegevoegde waarde in de reis zat. ‘Ik heb het project dat ik gedaan heb zeker gedaan omdat het goed aansluit op mijn studie. Het idee dat het me kon onderscheidden van de rest heeft zeker meegespeeld. Ik denk niet dat een buitenlandervaring daar minstens voor nodig is, maar het toont wel hoe gemotiveerd je bent.’
Ook al hebben beide studentes het geval van Afke van dichtbij meegemaakt, de gevaren hebben hen nooit tegengehouden. ‘Ik ben er wel alerter door geworden, maar zoiets kan je ook in Amsterdam overkomen’, meent Oosterbaan. Ridder: ‘Je zorgt dat je je gewoon aan de voorschriften houdt. Dat geeft wel een gevoel van zekerheid. Het is geen Irak of Iran.’
Oosterbaan meent dat ze haar leven niet op het spel heeft gezet. ‘Er hangt in de grotere steden wel een dreigende sfeer en mensen kijken je aan- of na, maar ik heb er nooit bij stil gestaan.’ Is dat naïef? ‘Ach, je hoort alleen maar ellende, maar mij is het niet overkomen. Ik ga sowieso terug.’