Het probleem is niet dat kinderen te vroeg worden blootgesteld aan seksuele voorlichting, maar dat we er veel te snel mee ophouden, betoogt columnist Gerrit Breeuwsma in de Week van de Lentekriebels.
Het zal u vast niet zijn ontgaan, maar het is de Week van de Lentekriebels. Niet bij mij hoor. Ik ben al lang blij als het hier en daar wat jeukt; en dan maar krabben (maar je kan niet overal bij hè). Maar goed, ik ben dan ook niet de doelgroep.
De Week is vooral bedoeld voor kinderen op de basisschool. Ze krijgen, bij voorkeur met een pakket van Kenniscentrum Rutgers, lessen in ‘relationele en seksuele vorming’. Niets mis mee zou je denken, maar tegenstanders zien er – honderdtwintig jaar na Freuds Drei Abhandlungen sur Sexualtheorie – vooral een poging tot ‘seksualisering van kinderen’ in en spreken er schande van. Tja, het is me wat met de vooruitgang.
Basisscholen moeten veel tijd steken in het geruststellen van bezorgde – klagende, maar ook dreigende – ouders. Niet altijd met succes. Aangemoedigd door verschillende politieke partijen, houdt een deel hun kinderen thuis van school, waarbij de weerstand zich vooral lijkt te richten op de lessen over seksuele diversiteit, genderdiversiteit, genderrollen en gendergelijkheid.
Onwillekeurig moet ik terugdenken aan mijn seksuele voorlichting in klas zes van de christelijke lagere school. De hoofdmeester stelde daarvoor de filmprojector op in de lange gang van de school. Er werden banken klaargezet en de ramen werden verduisterd. Tot zover niets ongewoons aan, maar meestal kregen we dan de weinig spectaculaire vakantiefilms van meester te zien.
Aangemoedigd door enkele politieke partijen, houdt een deel van de ouders hun kinderen thuis
Deze keer kregen we echter tot onze verrassing, maar ook wel schrik, een seksuele voorlichtingsfilm voorgeschoteld. Daarin werd eerst omstandig uitgelegd hoe eicel en zaadcel zich wisten te verenigen en wat er dan van kwam: een baby.
Dat zoiets bestond, hadden we al weleens vernomen. Maar middels een (onbe)tamelijk realistische animatiefilm werd vervolgens in beeld gebracht hoe een en ander zich tussen man en vrouw voltrok. Dat hadden de meesten van ons nog nooit zo bekeken.
Ook al viel het in de verduisterde gang niet te zien, het ongemak van onze strenge hoofdmeester hing zo duimendik in de lucht dat het voor ons niet echt mogelijk was er met volle teugen van te genieten. Alleen toen de film werd teruggespoeld en wij het liefdesspel zich razendsnel in omgekeerde volgorde zagen voltrekken, werd de spanning enigszins gebroken. Vooral de haast waarmee de man achterwaarts het bed uitsnelde en zijn kleren weer aantrok, zorgde bij de brutaalsten onder ons voor enig onderdrukt gegniffel.
Het was een onvergetelijke ervaring, maar ik geloof niet dat we er nadien veel schade van hebben ondervonden (misschien dat sommigen voor- en naspel door elkaar zijn gaan halen, maar dat kost je de kop niet). Ik kan me ook niets herinneren van klagende ouders, maar goed, seksuele diversiteit en gender had je destijds nog niet. Laat dat nu dus vaak het struikelblok zijn.
Zolang studentenverenigingen nog opgewonden raken van bangalijstjes, valt er heel wat te winnen
Bespottelijk natuurlijk. Alsof dat het probleem is als het gaat om ‘relationele en seksuele vorming’, terwijl de echte problemen veel vaker liggen in het heteroseksuele machismogeleuter waarmee jongens en mannen, opgestookt door ongure types als Andrew Tate, politiek geruggesteund door president Trump en zijn rechts-radicale aanhangers (en vooruit, onze eigen Thierry de Slingeraar) verwerpelijke opvattingen over vrouwen verdedigen.
De klacht is dat kinderen te vroeg blootgesteld worden aan seksuele voorlichting, maar het probleem lijkt me veeleer dat we er veel te snel mee ophouden. Kijk maar hoe er in studentenverenigingen over vrouwen wordt gesproken. Zolang ze daar nog opgewonden raken van sneue bangalijstjes valt er heel wat te winnen op het gebied van de ‘relationele en seksuele vorming’.
Dus Vindicat, Albertus Magnus en aanverwanten, als de sodemieter zo’n lespakket van Kenniscentrum Rutgers in huis halen en maak er een mooie en leerzame avond van.
GERRIT BREEUWSMA