Grote hutkoffers, kleine Kia
‘Ik zag ze uit de trein komen, met hun hele hebben en houden in grote hutkoffers. Ze leefden vanuit die koffers. Alles paste maar net in m’n kleine Kia’, vertelt Blaauw. Hij kan niet veel vertellen over de identiteit van de wetenschapper. ‘Ze willen graag zo anoniem mogelijk blijven. Wanneer ze bekendheid krijgen, zijn ze bang dat mensen hen zielig vinden. Dat willen ze niet’, legt hij uit.
Veilige werkplek
De commissie waarin hij zetelt, is onderdeel van het wereldwijde SAR-netwerk. De organisatie zet zich in voor onderzoekers die bedreigd worden vanwege hun ideeën, onderzoek of maatschappelijke positie. Ze helpen bij het vinden van een tijdelijke en veilige werkplek.
De RUG sloot zich in 2008 als eerste Nederlandse universiteit bij deze organisatie aan. In 2012 besloot het universiteitsbestuur zich niet meer in te zetten voor vluchtelingen. De RUG bleef lid, maar wilde er geen geld in stoppen. Na een motie van de universiteitsraad in 2014, ondertekend door alle partijen, ging het bestuur toch akkoord met een bedrag van 20.000 euro per jaar om gevluchte wetenschappers op te vangen.
Eén plaatsing per jaar
Jaarlijks worden er in totaal zo’n 60 tot 70 wetenschappers geplaatst bij verschillende universiteiten wereldwijd. De Groningse delegatie van SAR richt zich in principe op één plaatsing binnen de universiteit per jaar. ‘Dit kost ongeveer 12.000 euro voor gemiddeld negen maanden onderdak’, vertelt Blaauw.
Voor een plaatsing werkt de RUG nauw samen met de Hanzehogeschool, die in dezelfde commissie plaatsneemt. Blaauw: ‘Er wordt wel naar meerdere gevallen gekeken per jaar, maar gemiddeld past er één wetenschapper in het plaatje. Er komt namelijk veel bij kijken. Er moet plek zijn op de faculteit en de persoon moet binnen die faculteit passen. Vaak mislukt die matching.’
Vluchtelingstudenten
Naast de gevluchte wetenschapper studeren er 36 vluchtelingstudenten aan de RUG. Hiervan zijn er dit studiejaar zeven begonnen, vertelt Mariette Flipse, persvoorlichter van het UAF. Dit is een organisatie die hoogopgeleide vluchtelingen helpt bij het realiseren van een passende maatschappelijke positie. De organisatie is ook betrokken bij de financiering van de gevluchte wetenschapper die afgelopen juli naar Groningen is gekomen. ‘Beide nemen de helft van de kosten voor hun rekening’, vertelt Blaauw.