TEKST EN FOTO’S: ANOUK BREKHOF
Op het Foodcourt op Zernike staat sinds kort een mobiele barbershop: Kapper Kribb. Het vuurrode ding is moeilijk te missen. En dat is precies de bedoeling van kapper en student Jesse Kribben, die de wagen zelf heeft verbouwd.
‘Het contact met de klanten is het allerleukst’, zegt Kribben, terwijl hij de baard van rechtenstudent Tymen Schuurmans trimt. ‘Je bouwt echt een band op.’ Er staat muziek op, de klant krijgt een ginger shot en een glaasje water. Vrouwen bezoeken hem niet zo vaak, maar dat vindt hij niet zo erg. Hij heeft meer met mannen knippen.
Dat begon al toen hij 15 was, toen hij begon met het knippen van zijn broertjes en vrienden. Hij beleefde daar zoveel plezier aan dat hij naast zijn studie commerciële economie in de leer ging bij een barbier in de stad Groningen. Vervolgens, toen hij klaar was met zijn studie, vertrok hij naar Australië om voor zichzelf beginnen als kapper.
Corona
Maar die droom eindigde abrupt, door de coronapandemie. Jesse moest terug naar Nederland. Maar daar zette hij zijn plannen voort: hij kocht een oude brandweerauto en bouwde die om tot een mobiele barbershop.
Al ging dat ombouwen niet vanzelf. ‘Ik wist nog net hoe je een boor moest gebruiken’, vertelt Jesse. ‘Ik nam daarom maar een baantje bij een aannemersbedrijf, waar ik werd omringd door vaklui van wie ik graag wilde leren.’
Maanden later timmerde hij de laatste planken in zijn bus en was de wagen van Kapper Kribb af. Hij toerde eerst nog een tijdje rond. Maar omdat het ding nogal wat mankementen vertoonde, besloot hij dat het beter zou zijn als hij een vaste plek zocht. En die vond hij: pal voor de Foodcourt op Zernike.