Goed nieuws voor sportende studenten en de ACLO: Nederlandse universiteiten mogen toch blijven meebetalen aan goedkopere sportfaciliteiten.
Dat zei onderwijsminister Eppo Bruins in debat met de Tweede Kamer. Hij vindt het ‘onwenselijk’ dat sporten ‘vreselijk duur is’ en is bereid een uitzondering te maken. Of en hoe die uitzondering zal gelden voor cultuurvoorzieningen, horeca en contractonderwijs is nog onduidelijk.
‘Het is voor nu heel goed nieuws dat de minister, kort door de bocht, de studentensport en andere voorzieningen omarmt’, zegt Hendrike Schut, community manager van ACLO, USVA, het Universiteitsmuseum en Studium Generale. ‘Nu is het wel de vraag: hoe duid je de uitspraken die hij heeft gedaan?’
Goedkoop sporten
Universiteiten financieren al decennia goedkope sportfaciliteiten zoals de RUG doet met de ACLO. Daar kunnen studenten voor 59,95 euro per jaar een basisabonnement afsluiten. Betalen ze nog eens 70 euro per jaar, dan kunnen ze alle faciliteiten gebruiken. Een goede deal vergeleken met het goedkoopste abonnement van een sportschool als Basic Fit (24,95 euro per maand).
Maar, zei minister Bruins vorige maand nog, dat kan eigenlijk niet. Universiteiten mogen publiek (belasting)geld niet zomaar inzetten voor ‘private activiteiten’. Dat zou de reguliere markt verstoren en een vorm van staatssteun zijn die niet is toegestaan.
Bezorgde tegengeluiden
Veel Tweede Kamerleden stelden de minister vragen en ook belangenorganisaties Universiteiten van Nederland, Studentensport Nederland en sportkoepel NOC*NSF maakten hun zorgen kenbaar.
In de kern stellen zij allemaal hetzelfde: sporten is belangrijk voor de fysieke en mentale gezondheid van studenten en is voor velen een belangrijk onderdeel van het sociale leven. En aangezien regulier sporten enorm duur is, zou je door de korting te schrappen veel mensen van sporten beroven.
‘Grijs gebied’
Nu blijkt ook minister Bruins die zorgen te begrijpen. Wat hij met de aanscherping van de regels duidelijk wilde maken, zo legde hij uit in het debat, is dat er een ‘grijs gebied’ is waar studentensport al twintig jaar onder valt. Hij wil daar een expliciete uitzondering voor maken, die vervolgens ook uit het onderwijsbudget betaald mag worden.
Of dat betekent dat studentensport helemaal niet duurder wordt, is nog onzeker. De minister vraagt alle universiteiten nu op een rijtje te zetten hoeveel geld ze er precies aan besteden. Wat de nieuwe regels betekenen voor de bouw van het nieuwe sportcentrum van ACLO (dat ruim 51 miljoen euro kost en waarvan de RUG 52 procent zou betalen), is nog onduidelijk.
Uitzondering
Of de minister ook een uitzondering op de regel maakt voor andere ‘private activiteiten’, zoals het culturele aanbod van USVA en de RUG-bijdrage aan het Universiteitsmuseum, is niet helemaal duidelijk.
‘Sporten is op dit moment het boegbeeld geweest voor de lobby’, zegt Schut. ‘Maar dat neemt niet weg dat dezelfde waarden ook gelden voor de andere voorzieningen. Ook van cultuur zien we al decennialang de meerwaarde die het studenten brengt en de één houdt meer van sport, terwijl de ander meer van cultuur houdt. De minister heeft in het debat ook het woord cultuur in de mond genomen, dus onze opdracht is nu om te kijken wat het precies betekent.’