‘Ik geloofde het eerst niet’

Veertien talentvolle wetenschappers aan de RUG en het UMCG kregen dit voorjaar een persoonsgebonden Veni-subsidie van maximaal 250.000 euro van onderzoeksfinancier NWO. Linguïst Jakub Dotlacil (34) onderzoekt hoe het kan dat wij  weten wat er gezegd wordt, voordat het gezegd is.

Wat was het eerste dat je deed toen je de subsidie binnen had?

‘Ik zag het staan op de website van NWO. Ik geloofde het eerst niet, ik was een beetje sceptisch omdat ik gehoord had dat er ook wel eens fouten worden gemaakt op de site. Ik heb toen een paar dagen gewacht en toen ik zag dat het er nog steeds stond, was ik overtuigd. Toen pas heb ik het gevierd.’

Dotlacil veni 4Waar gaat je onderzoek over?

‘Mijn onderzoek gaat over hoe we communiceren, waarbij ik me specifiek richt op hoe we betekenis toekennen aan spraak en tekst. Er is veel onderzoek gedaan naar interpretatie, maar in veel van dat onderzoek wordt iets essentieels geïdealiseerd: men neemt aan dat de complete zin gebruikt wordt voor het toekennen van betekenis. Maar zo gaat het niet.

Als iemand iets zegt, beginnen we onmiddellijk met interpreteren zonder dat we het eind van de zin gehoord hebben. We wachten niet tot de spreker uitgesproken is. Soms weten we zelfs wat de betekenis van de complete zin zal zijn voordat de spreker klaar is. Ik onderzoek hoe dat kan en hoe we dat doen, waarbij ik semantisch en cognitief onderzoek combineer.’

Waarom is het zo interessant?

‘Het verbindt taalwetenschap met algemene theorieën van cognitie, die bestuderen hoe we redeneren, hoe we onze doelen bereiken of plannen maken. De vraag is of zo’n verbinding ons meer vertelt over hoe we spraak en teksten begrijpen. Zo ja, dan hebben we een nieuwe en sterke aanwijzing dat ons onderzoek op de goede weg is zowel in de taalwetenschap als in cognitie in het algemeen.’

Over drie jaar heb ik ontdekt……

‘Hoe het kan dat wij al weten, al interpreteren, wat er gezegd wordt, voordat het daadwerkelijk gezegd is.’

Waarom ben je wetenschapper en bijvoorbeeld geen ondernemer?

‘Ik denk dat er geen ander beroep is waarbij originaliteit en nieuwe kennis verwacht en gekoesterd worden en je alle vrijheid hebt om nieuwe ideeën uit te werken. Er zijn geweldige momenten, al zijn het er niet veel, dat je door redeneren en experimenteren iets ontdekt.

Dat voelt misschien net als een eiland ontdekken in de pre-Google-maps-tijden. Daarbij is wetenschap zeker geen eenzaam werk. De taalwetenschap heeft z’n eigen gevechten. Sommige belangrijk, sommige onbelangrijk, maar uiteindelijk is iedereen het erover eens dat we een gemeenschap zijn en iedereen hetzelfde doel heeft – begrijpen hoe taal werkt – en de enige manier om verder te komen is kennis delen.’

RUG Veni’s

[xilipostinpost query=”cat=961&showposts=15″]
09-09-2013