Iedereen zou een werkkamer voor zichzelf moeten hebben

Het fijnste plekje op de universiteit is volgens columnist Gerrit Breeuwsma zijn werkkamer. En de deur van die werkkamer is altijd dicht. ‘Volgens mij is dat het hele idee van een deur.’

Waarschijnlijk hebt u er niets van gemerkt, maar het afgelopen jaar was ik voor het eerst in mijn loopbaan de oudste medewerker van onze vakgroep. Ik vind dat een raar idee.

Dat ik elk jaar ouder werd, was me natuurlijk zelf ook niet ontgaan, maar ergens in mijn achterhoofd had zich het beeld vastgezet dat ik nog steeds de angry young man was, die ik eertijds, bij het verkrijgen van mijn vaste aanstelling, meende te zijn.

Van al mijn nieuwe collega’s had ik nog college gehad en nu moest ik op voet van gelijkheid met ze omgaan en mocht ik ze tutoyeren. De emeritus hoogleraar van de vakgroep, van wie ik ooit nog student-assistent was geweest, stond daar zelfs op. Was wel even wennen. De eerste keren moest ik mijn ‘u’ inslikken of verbasterde ik het tot een halfslachtig ‘ju’.

Opruimen is afbraak en geeft alleen maar ellende

Enige tijd deelde ik mijn werkkamer (nooit ‘kantoor’ zeggen) met hem, maar hij was te bescheiden om er daadwerkelijk gebruik van te maken, zodat ik sindsdien de facto een kamer voor mezelf heb. Wel heb ik nog steeds een deel van zijn oude meubilair: schemerlampen, boekenkasten, houten tafel en stoelen, die je alleen op een speciale manier alle vier onder de tafel kunt schuiven.

Voor het behoud van dat meubilair moest ik trouwens nog flink strijd leveren, want toen psychologie naar het Heymansgebouw in de Grote Kruisstraat verhuisde, wilde men ons graag van dat zielloze kantoormeubilair opdringen. Dat was veel netter. Ik hield de poot stijf.

Ik was al duurzaam voor dat het in de mode raakte, zou je kunnen zeggen, maar de waarheid is dat ik me gewoon beter voel in een omgeving die zo op het eerste gezicht een ongeorganiseerd rommeltje lijkt maar bij nader inzien een organisch geheel is. Opruimen is afbraak en geeft alleen maar ellende. Je gooit dingen weg of vindt ze nooit meer terug. Niet doen dus.

Ik werp weleens een blik in de kamer van collega’s en ervaar dan een soort horror vacui. Ik snap dan ineens waarom ze er vaak voor kiezen om maar thuis te werken.

Er is veel ziekteverzuim aan de RUG, las ik. Zou dat komen omdat niet iedereen een eigen kamer heeft?

Zelf ben ik in ieder geval graag op mijn werk, ook of juist als ik wat ziekjes ben

Zelf ben ik in ieder geval graag op mijn werk, ook of juist als ik wat ziekjes ben. En al komt me dan niet veel uit handen: ik kan er geen kwaad. Ik lees wat of kijk wat naar mijn boeken (dat kan ik lang volhouden) en met de deur dicht heeft niemand last van mijn gehoest.

In tegensteling tot veel van mijn collega’s heb ik mijn deur altijd dicht. Volgens mij is dat het hele idee van een deur; ik doe wel open als er wordt geklopt.

There’s a world/where I can go and/tell my secrets to/in my room, zong de onlangs overleden Brian Wilson met The Beach Boys. Ik denk dat iedereen niet alleen thuis, maar ook op zijn werk ‘a room of one’s own’ zou moeten hebben. Ik voorspel een drastische afname van het ziekteverzuim.

Met de zomer voor de deur wordt het weer tijd voor het opnemen van mijn vakantiedagen. Ik heb nog heel wat open staan en van verschillende kanten is er bij me op aan gedrongen om daar eens iets aan te doen. Mijn open vakantiedagen schijnen de universiteit geld te kosten.

Nou, vooruit dan maar. Dan ga ik deze zomer wel flink wat weken vrij nemen. Maar als ik de vakantie beu ben, kom ik zo nu en dan misschien toch nog even kijken hoe alles erbij ligt, op mijn kamer.

Hoeft verder niemand te weten.

GERRIT BREEUWSMA

2 REACTIES

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

guest

2 Reacties
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties