Groningen: een stad vol sluipmoordenaars
Het brein achter het spel is Cairo Geha, de ‘grootmeester’ van de sluipmoordenaars, student liberal arts and sciences aan het UCG en lid van de sociale commissie van studievereniging Caerus. Assassins was populair onder zesdeklassers op zijn middelbare school in de VS. ‘We waren op zoek naar een spel of evenement dat iedereen leuk zou vinden, en toen moest ik hier opeens aan denken’, zegt Geha.
Het betreft een live-action spel waar iedereen lekker paranoïde van wordt. Assassins zet de studenten van het UCG tegen elkaar op. Iedere deelnemer is een sluipmoordenaar, en iedere moordenaar krijgt een lijst met doelwitten om uit te schakelen. Het spel wordt een week lang gedurende de hele dag gespeeld, en de deelnemers moeten rondsluipen, plannen smeden en mensen om de tuin leiden om te overleven en verder te komen.
Overal
‘Mensen ‘vermoorden’ elkaar al de hele week met bijbels, theezakjes, en waterpistolen’
De sociale commissie die het spel organiseert, heeft ook een aantal spelregels opgesteld. Met uitzondering van een aantal locaties, zoals de collegezalen van het UCG en de kamers van de studenten, mag er overal worden ‘gemoord’: van de kantine van het UCG tot de toiletten en de hallen. Zolang er maar geen getuigen zijn.
De strategieën lopen uiteen: sommige ‘moordenaars’ wachten tot hun slachtoffer alleen is, bijvoorbeeld als ze blijven hangen na een lezing om met de docent te praten. Anderen besluipen ze in de badkamer of in fietsenschuurtjes.
Er zijn nog drie spelers over van de bijna vijftig medewerkers en studenten die meededen. Het spel bleek veel populairder dan de commissie had verwacht en het lijkt erop dat het de komende jaren zal uitgroeien tot een traditie op het UCG.
Populariteit
‘Ik was zelf wat passief, maar Cairo moedigde ons allemaal aan om mee te doen’, zegt Tom Barbereau, UCG-student politicologie, filosofie en economie. ‘Het was heel cool omdat iedereen meespeelde.’
Het UCG is naast Duke en Cambridge een van de vele universiteiten waar het spel op vele verschillende manieren wordt gespeeld. Bij het UCG ligt de nadruk op humor. De spelers worden aangemoedigd om hun eigen bijzondere en gekke wapens te kiezen. ‘En nu loopt iedereen dus al een week rond en proberen ze elkaar te ‘vermoorden’ met bijbels, theezakjes, waterpistolen, UCG-visitekaartjes en nog heel veel andere dingen’, zegt Geha.
De meest hilarische en gedenkwaardige moordverhalen, foto’s en strategieën krijgen extra punten. De beste moordenaars gaan de geschiedenis in als winnaar van het spel en kunnen – als ze dat willen – volgend jaar helpen de volgende moordenaarswedstrijd te organiseren.
Strategieën en verhalen
De moorden zelf zijn misschien niet eens het spannendste aan het spel: dat is de manier waarop deze moorden worden beschreven in de verhalen en de foto’s die de deelnemers naar Geha sturen nadat ze een doelwit hebben ‘geëlimineerd’. Hieronder een aantal spectaculaire verhalen.
Late aprilregen
‘De late aprilregen viel op mijn paraplu en ik realiseerde me dat ik nog slechts enkele uren had voordat ik op de Wanted-lijst terecht zou komen. Ik confronteerde mijn slachtoffer. Ze groette me naïef en onschuldig. Ze was zich niet bewust van het gevaar. Ik beantwoordde haar groet met een beleefde glimlach, in de wetenschap dat haar einde nabij was. Terwijl ze achteloos haar fiets in de schuur zette, haalde ik mijn moordwapen tevoorschijn. Het was voorbij voordat ze er erg in had. Bij deze verklaar ik Desi Burghoorn VERMOORD’, schrijft UCG-letterenstudent Nora Achterbosch.
Theezakken
‘Terwijl alle andere studenten naar huis gingen, bleef Dennis achter. Hij was vergeten hoe kwetsbaar hij was. Hij praatte, en praatte, en praatte… hij lulde wel twintig minuten lang door! Het gesprek deed hem zijn leven opnieuw evalueren, en dus ging hij naar zijn favoriete plekje binnen het UCG. Hij wist echter niet dat zijn dag daar zou eindigen. Dennis Pinkstered is GETHEEZAKT’, aldus Lieke Heupink, UCG-studente health and life sciences, over haar ‘liquidatie’.
Wortels snijden
‘De geur van bloed hing in de lucht. Misselijkmakend voor de levenden – voor de doden was het een belofte dat ze weldra een nieuw lid konden verwelkomen. ‘Ik ga naar de wc. Doe wat je niet laten kan’, zei ze, terwijl ik vrolijk wortels aan het snijden was. Ik legde de wortels weg en sleep mijn mes. Van het geluid kreeg zelfs de ergste moordenaar kippenvel. Ik verliet de keuken en liep met grote, geruisloze stappen naar de badkamer. Toen ik de wc hoorde doortrekken, nam ik mijn plaats in en blokkeerde de uitgang. Er was geen uitweg. Ze opende de deur en we keken elkaar aan. ‘Het doet geen pijn’, zei ik, en stak het mes in haar borst. Het was snel en vakkundig. Anne de Vries maakte geen geluid terwijl ze viel’, schrijft Nikolett Angyal in haar moordverhaal.