‘Freerider’ kiest altijd voor zichzelf

Ben jij zo'n student zich altijd uit de naad werkt bij een groepsopdracht, terwijl een ander freeridend achterover leunt? Accepteer het maar. Sommige mensen lopen nu eenmaal de kantjes ervan af.

 ‘Je hebt van die mensen die altijd samenwerken’, zegt Piet van den Berg. ‘Terwijl anderen dat alleen doen als het hen voordeel oplevert.’ Die samenwerkers, dat zijn echte lieverds, gelooft de bioloog. Maar of ze er zelf ook profijt van hebben?

Geld verdienen

Kies je voor groepsbelang, of voor jezelf? Het antwoord op die vraag is niet voor iedereen hetzelfde, ontdekte Van den Berg bij zijn onderzoek naar de evolutie van sociaal gedrag, waarop hij vrijdag promoveert. De manier waarop we met anderen omgaan, evolueert namelijk net zo goed als onze lichamelijke kenmerken. Deels doordat we gedrag kopiëren en deels doordat we overerven. En het gekke is: mensen zitten behoorlijk vast in hun persoonlijkheid. ‘Je zou zeggen dat we superflexibel zijn en ons gedrag aanpassen op de situatie van dat moment. Dus dat we boos zijn als dat nodig is, maar juist samenwerken wanneer de situatie dat vereist.’ Maar dat is dus niet het geval.

‘Als mensen elkaar niet kennen, dan kiezen ze bijna allemaal voor zichzelf’

Van den Berg concentreerde zijn onderzoek op samenwerken – iets wat door psychologen al vrij grondig is onderzocht, maar door biologen veel minder. En al helemaal niet met een evolutionaire bril op. Dus gaf hij groepjes studenten de kans om geld te verdienen. Ze kenden elkaar niet en zagen elkaar ook niet. Iedereen kreeg 20 euro, met de mededeling dat ze een deel daarvan in de pot mochten stoppen. Het geld in de pot werd verdubbeld en daarna gelijk over de groep verdeeld. Zet iedereen 20 euro in, dan gaan ze allemaal met 40 naar huis. Maar als er drie 20 euro inzetten en eentje niks, dan krijgen degenen die inzetten 30 euro, terwijl de student die niks inzette juist 50 opstrijkt. Flink wat geld voor een studentenportemonnee.

Opvallende uitkomsten

‘Dat is een klassiek experiment. Als mensen elkaar niet kennen, dan kiezen ze bijna allemaal voor zichzelf en werken niet samen’, zegt Van den Berg. Maar laat je dat groepje hetzelfde kunstje vaker doen – twintig keer – dan zie je dat ze meer op elkaar gaan letten. Vooral in het begin zetten ze meer op het spel, waarschijnlijk omdat ze nog langer met de groep verder moeten.’

Maar het werd pas echt interessant toen Van den Berg mensen informatie liet opvragen over hun groepsgenoten. Ze mochten vier keer iets vragen en konden dan kiezen voor antwoord op de vraag of de andere speler samenwerkte, óf hoeveel hij had verdiend. De uitkomsten van dat onderzoek waren behoorlijk opvallend, zegt Van den Berg. Diegenen die ‘gedragsinformatie’ vroegen, bleken veel vaker ook samen te werken. Maar degenen die vooral meer wilden weten over het succes van de anderen, kozen voor zichzelf.

Het meeste voordeel

Om het helemaal af te maken, deed Van den Berg nog een laatste test. Hij gaf zijn proefstudenten informatie over hoeveel de anderen hadden ingezet. Wat bleek? Weliswaar deden de meeste mensen ongeveer hetzelfde als de anderen, maar er was toch een fikse groep – zo’n 10 tot 20 procent – die niets inzette, juist als de anderen wel al hun geld hadden gespendeerd.

Het is eigenlijk altijd ‘voordeliger’ om niet samen te werken en te hopen dat anderen dat wel doen

Dat zijn dus de echte freeriders die hoe dan ook voor zichzelf kiezen, wat anderen ook doen. En daar dan ook nog eens het meeste voordeel mee behalen.

Waarom is dat zo? Het is eigenlijk altijd ‘voordeliger’ om niet samen te werken en te hopen dat anderen dat wel doen. Toch zijn die verschillende types gedrag naast elkaar ontstaan en eigenlijk is dat vreemd. ‘Als het gaat over bijvoorbeeld de lengte van benen, bereik je na verloop van tijd een optimum’, zegt Van den Berg. ‘Een lengte die het meeste kans biedt om je voort te planten. Maar bij sociale eigenschappen werkt het anders.’

Groepsselectie

Van den Berg denkt dat dat misschien komt door zogenaamde negatieve frequentieafhankelijke selectie. Dat wil zeggen dat kenmerken die weinig voorkomen juist voordeel bieden. In een wereld van samenwerkers heb je dus voordeel van egoïsme. Maar is iedereen egoïstisch bezig, dan heb je weer voordeel als je goed met een groep overweg kunt.

‘Tenslotte is het goed voor de groep en dat kan ook uitmaken. De theorie van groepsselectie is niet onomstreden, maar het zou goed een rol kunnen spelen’, denkt Van den Berg. ‘Voor een individu is samenwerken dan niet zo handig, maar op groepsniveau wel. Die groep functioneert beter, waardoor de leden van die groep toch weer meer voordeel hebben.’

En als jij weer in een groepje belandt met een notoire freerider? Maak dan dat je wegkomt, want die kiest toch voor zichzelf.

16-12-2015