Financiële steun voor buitenlandse studenten verbeterd
De RUG heeft het onlangs iets makkelijker gemaakt voor buitenlandse studenten die moeten multitasken om een balans te vinden tussen hun studie, hun activiteiten buiten colleges om en hun privéleven.
Sinds het begin van dit studiejaar komen alle studenten die studievertraging hebben opgelopen vanwege universitair bestuurswerk, atletische prestaties of overmacht (zoals ziekte of dood van een familielid) in aanmerking voor extra steun van de RUG, ongeacht hun nationaliteit.
Studenten hebben nu recht op financiële steun gedurende hun bachelor (of master), plus één jaar extra. Eerder hadden studenten met studievertraging recht op een financiële tegemoetkoming van 285 euro per maand gedurende maximaal drie maanden per studiejaar. Voor een bachelor kwam dat dus neer op een totaal van negen maanden.
Topsporters
Nederlandse RUG-studenten die aan topsport doen – zoals Olympisch atleten Epke Zonderland (gymnastiek) en Rogier Blink (roeien) – ontvangen sinds 2013 financiële steun van de universiteit om hun studie bij te kunnen houden. Pas sinds dit studiejaar geldt dat ook voor buitenlandse studenten.
Vanaf nu kunnen niet-Nederlandse student-atleten een beurs aanvragen van maximaal 2000 euro per jaar dat ze bij de RUG staan ingeschreven.
Voor Sofie Lovdal, een Finse studente die de bachelor computing science doet, werd het door deze beurs een stuk aantrekkelijker om in Groningen te studeren. De topatlete, die uitblinkt in de 3000 meter hordeloop, zit bij het nationale jeugd-atletiekteam van Finland en werd in 2013 zesde op het Europees Kampioenschap onder de 23.
Spagaat
Sofie kwam vorig jaar als uitwisselingsstudent naar de RUG. De financiële steun gaf weliswaar niet de doorslag, maar hielp wel.
‘Dit soort beurzen maken een groot verschil’
‘Het is een mooie financiële bonus. Er komen nogal wat kosten kijken bij atletiek’, zegt Sofie. ‘Als de opleiding je voortdurend onder druk zet om goed te presteren, gaan je atletische prestaties eraan onderdoor.’
De vergoeding dekt de kosten die met haar training te maken hebben, zoals materiaal, reiskosten en medische ondersteuning. ‘Dit soort beurzen maken een groot verschil’, zegt ze.
Zelfs met de extra steun geeft Sofie toe dat ze door de combinatie van studeren en trainen ‘voortdurend in een spagaat ligt’. ‘Ik doe mijn bachelor dan ook in vier jaar, waardoor het wat beter te behappen is. Maar je bent voortdurend aan het plannen en de werklast aan het verdelen, zodat het niet al te stressvol wordt.’
‘Alle nationaliteiten krijgen hetzelfde’
Ook voor studenten die lid zijn van een raad of bestuur, is het een uitdaging om met de werkdruk om te gaan. Vorige maand beloofde onderwijsminister Bussemaker ervoor te zullen zorgen dat deze studenten tijdens hun bestuursjaar ingeschreven kunnen blijven bij hun universiteit, zonder dat ze collegegeld hoeven te betalen. Maar die regeling is voorlopig nog niet van kracht.
In principe gold de bestaande financiële steun voor studenten in een raad of bestuur ook al voor RUG-studenten uit het buitenland, maar in de nieuwe regels worden ze voor het eerst specifiek genoemd.
Bestuurs- en raadsleden kunnen maximaal zes maanden lang aanspraak maken op een beurs van 694 euro per maand, terwijl studenten die lid zijn van andere erkende organisaties 444 euro krijgen.
De Britse student Jonah Thompson zit namens SOG in de Universiteitsraad. Hij vindt de nieuwe regels een goede zaak, al merkt hij er zelf niets van. ‘Wij hadden sowieso al hetzelfde bedrag als ieder ander lid in de raad; alle nationaliteiten krijgen hetzelfde. Dit heeft geen invloed op het aantal maanden dat ik krijg.’
Drijfveer
Wel vermoedt Thompson dat buitenlandse studenten hun extracurriculaire activiteiten anders aanpakken dan hun Nederlandse collega’s. Ze betalen immers meer collegegeld, en dat is volgens hem een goede drijfveer om het lidmaatschap van een bestuur of raad in hun tijdsschema in te passen, in plaats van er vertraging door op te lopen.
‘Voor buitenlandse studenten zijn die drie extra maanden aan het einde van de studie heel onhandig’, aldus Thompson. Hij denkt dat de bijgestelde regels ook toekomstige bestuursleden zullen motiveren, omdat ze nu niet voor financiële problemen hoeven te vrezen als ze toch vertraging oplopen.
Discipline en toewijding
Buitenlandse studenten mogen dan gemotiveerd zijn om op schema te blijven, volgens Boris Kyuchoukov, een Bulgaarse student die lid is van Lijst Calimero, is het raadslidmaatschap alsnog behoorlijk zwaar.
‘Ik werk zelf gemiddeld zo’n 35 tot 40 uur per week voor Lijst Calimero. Maar in weken dat er raadsvergaderingen zijn, is dit soms meer’, zegt Boris.
‘Het vergt een bepaalde mate van discipline en toewijding om bij te houden wat er allemaal gebeurt binnen de raad. Om daarnaast ook nog te studeren, kan echt een uitdaging zijn.’