De RUG denkt na over een nieuwe organisatievorm (governance) die kan leiden tot een megafusie van faculteiten. Maar laten we ook oog houden voor alternatieve scenario’s, betoogt Henk van Putten. Zoals kleinere faculteiten groter maken door er opleidingen aan toe te voegen.
Het is de afgelopen weken duidelijk geworden waar de voorkeur van het college van bestuur (cvb) ligt als het gaat om de toekomst van het bestuur van onze universiteit. Een reductie tot vier SSH-faculteiten (rechten, letteren, gedrags- en maatschappelijke wetenschappen (GMW), economie en bedrijfskunde (FEB) samen) is de gewenste structuur, naast medische wetenschappen en science and engineering.
Het zou betekenen dat de faculteiten religie, cultuur en maatschappij (RCM), wijsbegeerte, ruimtelijke wetenschappen, University College Groningen en Campus Fryslân ophouden te bestaan, en worden ondergebracht in een ‘cluster elders’.
Wendbaarheid en afspiegeling van de landelijke domeinen zijn de argumenten die ik het vaakst hoor langskomen. En het bevorderen van een betere samenwerking. Niet zozeer de bezuinigingen dus, het is lastig te zeggen wat dit plan in financieel opzicht oplevert, als het al iets brengt.
Immers, een faculteitsbestuur vervangen door een managementlaag is de ene kostenpost met een andere vervangen. En dat staat nog los van de onzichtbare prijs die betaald wordt voor de automatisch grotere afstand tussen faculteitsbestuur en werkvloer.
een faculteitsbestuur vervangen is de ene kostenpost met een andere vervangen
Lijn 7 van het Actieplan Hoofdlijnenakkoord (HLA), die de governancestructuur van de RUG betreft, werd dan ook al eerder expliciet uit de bezuinigingen gehaald. Men verwacht er niet direct geldelijke opbrengsten van, maar wel: een kleinere vergadertafel. Met elf faculteiten tot consensus komen – het is het cvb niet altijd meegevallen, zeker niet bij botsende belangen.
De taak van de procesmanager staat op papier: ‘De opdracht voor de procesbegeleider is te komen tot een aangescherpte SSH-visie, een indeling in in principe vier SSH-faculteiten, dan wel een beter passende alternatieve governancestructuur.’ Het stukje vanaf ‘dan wel’ kwam er pas bij na inmenging van de universiteitsraad; op aandringen van de Personeelsfractie en de meeste studentenpartijen werd de taakstelling uitgebreid.
Het moet ruimte scheppen voor alternatieve denkrichtingen. Want wat zijn nu precies de criteria voor de beste governancestructuur? Wendbaarheid… voor wie precies en ten koste van wat? Aansluiting bij de landelijke domeinen… willen we ons graag spiegelen aan andere universiteiten of liever autonoom blijven zodat we ons zoals nu sterk onderscheiden? Samenwerking… is groter beter dan kleinschalig?
Ik twijfel drie keer. Hopelijk zal er ook oog zijn voor scenario’s die in de actielijn bij mijn weten niet serieus zijn onderzocht; bijvoorbeeld dat van kleinere faculteiten juist groter maken. Bij religie, cultuur en maatschappij zouden Midden-Oostenstudies en kunstgeschiedenis prima passen (overhevelen van MO-studies heeft zo’n vijftien jaar geleden al eens op tafel gelegen.)
De kleinschaligheid trekt studenten aan die niet kunnen aarden in een megafaculteit
Het University College (met zijn opleiding liberal arts) sluit aan bij wijsbegeerte. De genoemde faculteiten religie, wijsbegeerte en UCG zouden samen beter in staat zijn ieder afzonderlijk hun unieke identiteit te behouden en opgeteld twee besturen inleveren. Het zou een relatief kleine faculteit blijven, ongeveer ter grootte van ruimtelijke wetenschappen – dat ook op de nominatie staat te worden opgeslokt door grote buurman economie en bedrijfskunde.
Hoe dan ook, de nu voorgenomen fusies gaan voorbij aan vier belangrijke zaken: uniciteit, historie, kleinschaligheid en kwaliteit. De RUG is uniek vanwege het nog steeds in huis hebben van een eigen faculteit voor de bestudering van filosofie en van religie. Hun zelfstandigheid maakt de faculteiten tot een interessante partner (zie de recente samenwerking tussen Rijksmuseum en RCM.)
De historie van beide faculteiten beslaat meer dan vier eeuwen, ze zijn de oudste. De kleinschaligheid, die ook voor ruimtelijke wetenschappen geldt, trekt bovendien aantoonbaar een groep studenten aan die niet kan aarden in een megafaculteit.
Daarbij komt nog dat de kleine faculteiten organisatorisch over het algemeen beter functioneren. Tot slot: ook in kwalitatief opzicht scoren de opleidingen van kleine faculteiten hoog, misschien wel omdat ze klein zijn. Zie de Nationale Studenten Enquête, zie de Keuzegids.
Mijn scenario is maar een schot voor de boeg, het gaat mij om de denkrichting. Het decentrale karakter van de RUG wordt wel eens een kracht en een zwakte tegelijk genoemd. Laten we in dit proces de kracht ervan vergroten en de zwakte verder terugdringen, tegelijkertijd recht blijven doend aan onze geschiedenis en onze eigenheid. Daadkracht door kwaliteit.
Henk van Putten is lid van de Personeelsfractie in de universiteitsraad en is verbonden aan de Faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij. Hij schrijft dit opiniestuk op persoonlijke titel.