Loten
Focus
Zo’n drie maanden nadat het ‘boerkaverbod’ is ingevoerd, heeft de bijbehorende ophef eindelijk onze universiteit bereikt. Gezichtsbedekkende kleding was al verboden bij bijvoorbeeld tentamens, maar nu mag je ook in de collegezaal of kantine geen boerka meer dragen. Onze bodes krijgen er de taak van boerkawatcher bij.
Om te verhullen dat de wet evident door racistische sentimenten gevoed is – kijk de Kamerdebatten er maar op na – wordt er vaak bijgezegd dat een integraalhelm ook niet mag.
Er is veel kritiek op deze wet, want deze past duidelijk niet bij de inclusieve universiteit die we willen zijn. Het college van bestuur heeft aangegeven geen andere keuze te hebben dan de wet te handhaven. Ik ben geen fan van de boerkawet, maar ik ben ook geen fan van mensen die zelf lekker bepalen aan welke wetten zij zich hoeven te houden. We zijn geen gele hesjes of provinciehuisslopende boeren.
De oproep om deze wet te negeren, vind ik dan ook te makkelijk. Aan de andere kant: er zijn meer wetten die we niet strak handhaven. Ik spreek nooit collega’s of studenten aan die de auteursrechtenwet schenden en van sci-hub.tw gebruik maken en op het Zerniketerrein houdt ook niet elke voetganger of fietser zich aan de verkeerswet – zelfs niet als een rouwstoet langskomt.
Als een boom in een bos omvalt en er is niemand in de buurt om het te horen, maakt het dan geluid?
De Groningse boerkadiscussie is wel een enorm academische discussie. In de circa 25 jaar dat ik hier rondloop, heb ik denk ik één keer iemand met gezichtsbedekkende kleding gezien. Eind jaren ’90 haalde een insectenbestrijder een wespennest in een van de gebouwen op Zernike weg. (En de wet staat dergelijk gebruik van gezichtsbedekkende kleding nog steeds toe).
Een analogie met het filosofische raadseltje ‘Als een boom in een bos omvalt en er is niemand in de buurt om het te horen, maakt het dan geluid?’ dient zich hier dus aan.
Als we al onze energie steken in discussies over hypothetische situaties, houden we geen energie over om concrete problemen aan te pakken. En die zijn er genoeg: de wetenschap is in crisis. Niet alleen in financiële crisis (ook hier kunnen we Den Haag weer bedanken voor de ellende) maar ook in existentiële crisis.
De Open Science Community had afgelopen maand haar start-upevent. Hoe kunnen we zorgen dat de wetenschap weer betrouwbaar en repliceerbaar wordt? Naast veel meer transparantie is het nodig om perverse prikkels weg te halen. Zo zouden we geen beurzen moeten uitdelen op basis van status (behaald door activiteiten uit het verleden), maar op basis van wetenschappelijke plannen.
De minister heeft dit helaas nog niet begrepen. De Nijmeegse sterrenkundige Heino Falcke, bekend van de foto van een zwart gat, deed in de Volkskrant zijn beklag dat een commissie van peers zijn voorstel niet goed genoeg vond voor een NWO-beurs. Een frustratie die elke wetenschapper zal herkennen.
Op basis van Kamervragen van oNdErWijSPaRtIJ D66 besloot de minister dat zulke bekende wetenschappers gewoon geld moeten krijgen en maakte direct twee ton over naar Nijmegen.
In een handeling zette ze NWO buitenspel én vergrootte ze het mattheuseffect, beide veel schadelijker voor de Nederlandse wetenschap dan handhaving van een onzinnig kledingvoorschrift.